Experiment gesloten coffeeshopketen
Drugbeleid
Brief regering
Nummer: 2018D53941, datum: 2018-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24077-423).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 24077 -423 Drugbeleid.
Onderdeel van zaak 2018Z20801:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-11-20 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-21 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
24 077 Drugbeleid
Nr. 423 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2018
Op 6 juli 2018 hebben wij uw Kamer de reactie gestuurd op het advies van de Adviescommissie Experiment gesloten coffeeshopketen (Kamerstuk 24 077, nr. 422). We hebben daarbij aangegeven dat we uw Kamer blijven informeren over het verdere verloop van het experiment.
Zoals wij in de brief van 6 juli hebben aangekondigd, is de algemene maatregel van bestuur ter uitwerking van het voorstel van wet experiment gesloten coffeeshopketen – het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen geheten – begin november in internetconsultatie gegaan. De termijn waarbinnen belangstellenden daarop kunnen reageren, is zes weken. Tegelijkertijd is het ontwerpbesluit voor advies aangeboden aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het College van procureurs-generaal, de Raad voor de rechtspraak, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de nationale politie, de Autoriteit persoonsgegevens, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Bij haar instelling is de adviescommissie gevraagd in een tweede advies aanbevelingen te doen over welke gemeenten in aanmerking zouden dienen te komen voor deelname aan het experiment. De verwachting was toen dat gemeenten zich op basis van de consultatieversie van het hierboven aangehaalde ontwerpbesluit zouden kunnen aanmelden en dat de commissie nog dit jaar het tweede advies kon uitbrengen. Op basis van de gesprekken met partijen denken wij dat het juiste moment voor aanmelding het tijdstip is waarop het wetsvoorstel door de Tweede Kamer is aangenomen en het ontwerpbesluit bij het parlement is voorgehangen. Op dat tijdstip bestaat er voor gemeenten voldoende duidelijkheid over de invulling en kaders van het experiment en zijn zij in staat om gefundeerd een beslissing te nemen over hun deelname aan het experiment en die aan ons kenbaar te maken. Naar verwachting kan de adviescommissie vervolgens in het tweede kwartaal van 2019 over deelnemende gemeenten advies uitbrengen. Dit is gebaseerd op de aanname dat het ontwerpbesluit medio het eerste kwartaal van 2019 bij uw Kamer en de Eerste Kamer wordt voorgehangen. Daarna zullen wij, met inachtneming van het definitieve standpunt van gemeenten over deelname en met inachtneming van het advies van de adviescommissie hierover, de gemeenten aanwijzen en er voor zorgen dat zij in het ontwerpbesluit worden opgenomen. Vervolgens wordt het ontwerpbesluit voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
De verwachte datum voor inwerkingtreding van zowel de wet als het besluit is mede afhankelijk van de parlementaire behandeling. Wanneer deze in werking zijn getreden, vangt de voorbereidingsfase van het experiment aan. Gedurende deze fase vindt de selectieprocedure van de telers plaats en kunnen alle deelnemers zich voorbereiden. De verwachting is dat deze voorbereidingsfase ten minste één jaar duurt. Daarna kan de experimenteerfase starten.
Tot slot kunnen wij u informeren dat uw Kamer op korte termijn de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel van ons zult ontvangen. Wij hopen dat uw Kamer spoedig daarna het wetsvoorstel plenair kan behandelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins