Motie van het lid Ronnes c.s. over oppakken van maatschappelijke opgaven door de corporaties
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2018D54000, datum: 2018-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VII-52).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.A.G. Ronnes, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VII-52 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z20840:
- Indiener: H.A.G. Ronnes, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-11-12 18:00: Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (artikelen 3,4,5) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2018-11-20 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019)
Nr. 52 MOTIE VAN HET LID RONNES C.S.
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er de komende jaren behoefte is aan een forse uitbreiding van de woningvoorraad en dat in het kader van het klimaatakkoord afspraken worden gemaakt over het verduurzamen en aardgasvrij maken van de (bestaande) woningvoorraad;
overwegende dat door de schaarste op de woningmarkt kwetsbare doelgroepen moeilijker aan bod komen;
overwegende dat er behoefte is aan flexibele woonvormen die bijvoorbeeld via transformatie van niet-woongebouwen tot stand kunnen komen;
overwegende dat een groot deel van de opgave door woningcorporaties zal moeten worden opgepakt, gezien haar belangrijke positie op de woningmarkt;
overwegende dat de totale financiële slagkracht van de corporatiesector in balans moet zijn met de maatschappelijke opgaven, en dat er in verschillende woningmarktregio's sprake lijkt te zijn van een mismatch tussen de financiële slagracht en maatschappelijke opgaven;
overwegende dat deze financiële slagkracht afhankelijk is van onder andere de ontwikkeling van de verhuurderheffing en andere fiscale lasten en de mogelijkheid tot verkoop van corporatiewoningen door corporaties;
verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe, gegeven de financiële positie van corporaties en haar maatschappelijke opgaven, op de korte en lange termijn bereikt kan worden dat de volgende maatschappelijke opgaven in voldoende mate worden opgepakt:
– investeringen in woningen geschikt voor ouderenhuisvesting;
– het voorzien in de behoefte aan goedkope huurwoningen voor mensen die uitstromen uit daklozen-, vrouwen- en ggz-opvang en beschermd wonen;
– het voorzien in behoefte aan woonvormen;
– het voorzien in voldoende huisvesting voor jongeren en studenten;
– de verduurzaming van de gebouwde omgeving;
– de opgave in krimpgebieden;
– het voorzien van voldoende huisvesting voor statushouders en arbeidsmigranten zonder verdringing van andere woningzoekenden;
verzoekt de regering tevens, hierbij te betrekken de mogelijke rol van prikkels in de verhuurderheffing, andere vormen van financiële prikkels en mogelijkheden om ook regionaal tot een goede balans te komen tussen de financiële mogelijkheden en maatschappelijke opgaven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ronnes
Koerhuis
Van Eijs
Dik-Faber