Subamendement van de leden Bergkamp en Dik-Faber over directe inspraak
Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)
Amendement
Nummer: 2018D54547, datum: 2018-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34858-35).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.A. Bergkamp, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34858 -35 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018) .
Onderdeel van zaak 2018Z21139:
- Indiener: V.A. Bergkamp, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-11-20 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 858 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)
Nr. 35 SUBAMENDEMENT VAN DE LEDEN BERGKAMP EN DIK-FABER
Ontvangen 15 november 2018
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In het gewijzigd amendement van het lid Stoffer c.s. (stuk nr. 33) wordt voor onderdeel I een onderdeel ingevoegd, luidende:
0I
In artikel 2 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Een instelling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, stelt haar cliënten en hun vertegenwoordigers in de gelegenheid minimaal een keer per jaar inspraak uit te oefenen in aangelegenheden die direct van invloed zijn op de dienstverlening door de instelling en haar toekomstplannen, indien bij die instelling in de regel niet door meer dan vijfentwintig natuurlijke personen zorg wordt verleend.
Toelichting
De indieners zijn van mening dat medezeggenschap binnen alle vormen van zorg geregeld dient te zijn. Maar het instellen van een cliëntenraad voor een instelling waarin men in de regel niet verblijft, is niet altijd de meest effectieve wijze van het organiseren van medezeggenschap voor cliënten en patiënten. Dit met het oog op de administratieve lasten en de maatschappelijke baten. Tevens zijn de indieners van mening dat effectieve medezeggenschap gebaat is bij variëteit en differentiatie. Dit dient zich, in de ogen van de indieners, ook te uiten in gedifferentieerde regelgeving omtrent cliënten en patiënten medezeggenschap.
Om die reden stellen de indieners voor instellingen die uitgezonderd worden van de verplichting om een cliëntenraad op te richten, namelijk de instellingen die geen verblijf bieden en die bepaalde bij AMvB aangewezen vormen van zorg verlenen, conform het amendement van het lid Stoffer c.s. 34 858 nr. 33, wel een vorm van wettelijk verplichte medezeggenschap op te leggen. De indieners menen dat cliënt en patiënt medezeggenschap bij deze vormen van zorg het best georganiseerd kan worden door middel van directe inspraak van patiënten en cliënten. Indien het amendement wordt aangenomen dient de instelling die op grond van de AMvB is uitgezonderd van de verplichting om een cliëntenraad in te stellen, conform het amendement van het lid Stoffer c.s. 34 858 nr. 33, minimaal één keer per jaar patiënten en cliënten actief te bevragen naar wat zij van belang vinden. Dit is vormvrij en kan door middel van diverse instrumenten, zoals een patiënten panel of een focusgroep, maar ook kan gedacht worden aan een enquête. De instelling dient de patiënten en cliënten inzicht te geven in wat er met de geleverde inspraak gebeurd is.
Bergkamp
Dik-Faber