Stand van zaken van het Programma Flexibilisering Asielketen en capaciteit voor de opvang van asielzoekers
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2018D54825, datum: 2018-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-2443).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -2443 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2018Z21286:
- Indiener: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-11-20 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-21 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-12-13 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-12-19 12:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2443 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2018
Ik heb toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken van het Programma Flexibilisering Asielketen. Ook heeft uw Kamer verzocht om informatie over de recente ontwikkeling van de capaciteit voor de opvang van asielzoekers, mede in relatie tot de instroom. Beide punten komen in deze brief aan de orde.
De bezetting van de asielopvang bij het COA neemt momenteel toe. Tussen 1 september en 1 november is de bezetting gestegen van 20.932 naar 22.923 personen. Op 1 januari van dit jaar bedroeg de bezetting nog 20.887 personen. Deze stijging is het gevolg van een samenloop van verschillende factoren. Ten eerste is sprake van een stijging van de instroom. Deze stijging manifesteert zich sinds augustus als gevolg van een toename van de asielmigratie via Griekenland; er waren geen duidelijke eerdere indicaties voor deze toename.
Daarnaast is er sprake van een hogere doorlooptijd en een vertraging in de uitstroom naar gemeenten, waardoor mensen langer in de opvang blijven.
De doorlooptijd voor de afhandeling van asielaanvragen ligt hoger dan gewenst, onder meer door de stijging van het aantal asielaanvragen sinds de zomer. Hierbij speelt ook mee dat de samenstelling van de asielinstroom is gewijzigd: het aantal zaken dat in spoor 4 valt (algemene en verlengde asielprocedure) is naar verhouding toegenomen; deze zaken zijn over het algemeen bewerkelijker van aard dan zaken in sporen 1 en 2 (resp. Dublin en veilige landers). De IND geeft prioriteit aan het aantrekken en opleiden van extra medewerkers om de doorlooptijden te verkorten. Krapte op de arbeidsmarkt maakt het aantrekken en behouden van medewerkers echter lastiger dan voorheen.
Tenslotte loopt de uitstroom van vergunninghouders uit de opvang vertraging op, doordat de huisvesting van vergunninghouders in de gemeenten achterblijft bij de doelstellingen. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de krapte op de woningmarkt. De knelpunten en een mogelijke aanpak worden besproken tussen rijk, gemeenten en provincies aan de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (LRT).
Door de toenemende bezetting schaalt COA momenteel de opvangcapaciteit op. COA heeft met gemeenten afspraken gemaakt, zodat snel extra opvangcapaciteit kan worden ingezet. Zo zijn de extra plekken die momenteel worden ingezet grotendeels onderdeel van reeds bestaande afspraken met gemeenten. In aanvulling hierop voert COA proactief overleg met gemeenten om in beeld te houden waar mogelijkheden liggen voor de inzet van extra capaciteit, mocht dit nodig blijken. Samen met alle betrokken partijen wordt dus hard gewerkt om voldoende opvangcapaciteit te realiseren.
Daarnaast wordt door de organisaties in de asielketen gezamenlijk gewerkt aan maatregelen om te komen tot een flexibeler asielsysteem, zodat beter kan worden ingespeeld op fluctuaties in de asielinstroom. Hierbij worden de verschillende onderdelen van het asielsysteem, zoals asielprocedure, opvang en terugkeerproces, in samenhang bezien en wordt ook de verbinding gelegd met de huisvesting en integratie. Ik heb uw Kamer op 5 juli van dit jaar geïnformeerd over de aanpak van het Programma Flexibilisering Asielketen1. In het vervolg van deze brief informeer ik u over de stand van zaken van een aantal onderdelen van het programma. Ik volg hierbij de opzet van mijn brief van 5 juli. Daarin werden verschillende oplossingsrichtingen onderscheiden, die ik hierna zal adresseren.
Een voorspelbaar en transparant asielproces
De afgelopen periode zijn verschillende aanpassingen van wet- en regelgeving voorbereid, die er op zien dat de asielprocedure sneller kan worden doorlopen en dat Nederlands beleid meer in de pas loopt met Europese wet- en regelgeving.
Het voorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet dat ziet op het terugbrengen van de geldigheidsduur van de asielvergunning van vijf naar drie jaar is uitgewerkt en in consultatie gebracht. Ik verwacht het voorstel in het eerste kwartaal van 2019 aan uw Kamer te sturen.
De wijziging van het Vreemdelingenbesluit die ziet op het afzien van een gehoor als blijkt dat een herhaalde aanvraag geen kans van slagen heeft, is uitgewerkt en wordt één dezer dagen in consultatie gebracht. Ik verwacht deze wijziging in januari 2019 voor advies aan de Raad van State te zenden.
Daarnaast wordt een pakket maatregelen uitgewerkt om de afhandeling van herhaalde asielaanvragen te versnellen. De effecten van recente uitspraken van de Raad van State worden hierin betrokken.
In het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is afgesproken dat rechtsbijstand alleen zal worden verstrekt na een voornemen tot afwijzing van een asielaanvraag. Momenteel wordt de wetswijziging inhoudelijk voorbereid. Ik verwacht deze uiterlijk begin januari 2019 in consultatie te kunnen brengen. Ook zal een voorhangprocedure worden doorlopen.
In het kader van herbeoordelingsprocedures meld ik hierbij tevens aan uw Kamer dat de werkwijze van de IND bij het verlopen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt aangepast, naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State2. De IND start voortaan bij het verlopen van een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd, indien er niet tijdig een aanvraag tot verlenging of verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd is ingediend, een intrekkingsprocedure. Tijdens deze procedure wordt individueel beoordeeld of de bescherming niet langer nodig is en de verblijfsstatus kan worden ingetrokken. Hieruit volgt tevens dat er geen sprake kan zijn van een periode van onrechtmatig verblijf tussen het verlopen van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en de te late indiening van een aanvraag voor een volgende verblijfsvergunning, zolang de verblijfsstatus niet is ingetrokken.
Verder worden momenteel testen uitgevoerd met een versneld identificatie- en registratieproces en met het werken met een multidisciplinaire regietafel, zodat de verschillende ketenpartners in gezamenlijkheid eerder en beter kunnen sturen op het I&R-proces en de vervolgstappen in het asielproces. Dit draagt bij aan een efficiënte asielprocedure en een effectief terugkeerproces. Ik verwacht uw Kamer in maart 2019 nader te informeren over de resultaten van de testfase, de besluitvorming en de implementatie van de aanpassingen.
Verkorten van doorlooptijden
Op een aantal locaties in het land wil het kabinet Gemeenschappelijke Vreemdelingenlocaties (GVL’s) ontwikkelen, waar ketenpartners gezamenlijk worden gehuisvest en in samenhang meerdere fasen in het asielproces effectiever, zorgvuldig en tijdig kunnen uitvoeren. Op de GVL’s zal worden bepaald welk proces nodig is voor welke asielzoeker. Het is zaak dat het proces binnen de gestelde termijnen wordt doorlopen. Daartoe moet op een zo vroeg mogelijk moment duidelijkheid worden geboden over de inwilliging of afwijzing van een asielaanvraag, dan wel de kans daarop. Het sporenbeleid biedt daarvoor goede aanknopingspunten en wordt de komende tijd verder doorgezet.
Met de gemeenten Cranendonck en Gilze-Rijen zijn bestuursovereenkomsten gesloten die het mogelijk maken om daar GVL’s te ontwikkelen. Voor de locatie in Cranendonck wordt momenteel een ruimtelijk plan en businesscase opgesteld. Uiterlijk 1 mei 2019 is bestuurlijke besluitvorming voorzien. Op de locatie Gilze loopt de aanbesteding voor een grootschalige renovatie. Deze aanbesteding zal eind 2018 zijn afgerond, waarna de renovatie begin 2019 zal starten. Het GVL-concept wordt momenteel in overleg met alle betrokkenen nader uitgewerkt. Hierbij worden de functionaliteiten, werkprocessen, bedrijfsvoeringsaspecten en kosten en baten in beeld gebracht, evenals het aantal uiteindelijk benodigde GVL’s en de spreiding over het land, mede in relatie tot de flexibiliteit in de opvang en de verbinding met de gemeenten. Ik zal uw Kamer in het eerste kwartaal van 2019 nader informeren.
Daarnaast wordt onder meer een gezamenlijke planningsvoorziening ontwikkeld die de organisaties in de keten beter in staat moet stellen capaciteit effectiever in te zetten, ook bij veranderingen in de instroom.
Afstemmen van opvangcapaciteit op schommelingen in de instroom
Momenteel worden scenario’s uitgewerkt zodat bij fluctuaties in de instroom de opvangcapaciteit snel kan worden op- dan wel afgeschaald. Hierbij wordt rekening gehouden met de beoogde effecten, kosten en dekkingsmogelijkheden. Ten behoeve van deze scenario’s worden verschillende vormen van flexibele opvang geïnventariseerd en getest. Hierbij zijn ook gemeenten betrokken. In het verlengde hiervan worden ook innovatieve vormen van huisvesting bezien, die kunnen bijdragen aan flexibele woonoplossingen voor meerdere groepen op de woningmarkt en zo ook het contact tussen asielzoekers en andere groepen in de samenleving kunnen bevorderen. Ook hierover zal ik uw Kamer aan het einde van het eerste kwartaal informeren.
Aansluiting met huisvesting en integratie dan wel terugkeer
Tijdige uitstroom uit de opvang en huisvesting in gemeenten is van belang in het licht van inburgering en integratie, en met het oog op het voorkomen van knelpunten in het asielsysteem. Samen met gemeenten, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en andere partners worden op verschillende plekken in het land woonvormen onderzocht waarmee sneller kan worden voorzien in de huisvestingsbehoefte van vergunninghouders en andere tijdelijk woningzoekenden.
Het is van belang dat de voorbereiding op inburgering en integratie zo vroeg mogelijk, al in de opvang, kan worden gestart, en dat de plaatsing zo veel mogelijk wordt afgestemd op de gemeente van huisvesting. In het programma Flexibilisering Asielketen zal samen met gemeenten en het COA worden verkend hoe tot afspraken kan worden gekomen over een goede overgang van opvang naar huisvesting, onder meer in termen van de plaatsing, spreiding en schaal van de opvang, en tevens rekening houdend met de behoefte aan voldoende flexibiliteit in opvang en huisvesting en een tijdige uitstroom uit de opvang. De hiervoor genoemde experimenten met flexibele opvang- en woonvormen moeten handvatten bieden voor de concrete invulling hiervan. Dit draagt weer bij aan een doorgaande lijn op het terrein van inburgering en integratie vanuit de opvang naar de gemeente, hetgeen door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verder wordt uitgewerkt.
Terugkeer is een integraal onderdeel van het asielproces. Voor een effectief terugkeerproces is het onder meer van belang dat zo vroeg mogelijk, tijdens het I&R-proces, informatie ten behoeve van een eventueel terugkeertraject wordt verzameld en gedeeld met betrokken ketenpartners. Ook kan al tijdens de asielprocedure een vertrekstrategie worden bepaald. In dit kader wordt concreet bezien hoe de eerder genoemde multidisciplinaire regietafels, als onderdeel van het I&R-proces, kunnen worden gekoppeld met het Lokaal Terugkeer Overleg, zodat de informatie-uitwisseling kan worden verbeterd.
Ik zal periodiek de voortgang van de onderdelen van het programma blijven melden aan uw Kamer.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
Kamerstukken 19 637 en 30 573, nr. 2415↩︎
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 mei 2017 geoordeeld dat uit de Kwalificatierichtlijn volgt dat een beschermingsstatus pas eindigt nadat is beoordeeld of de omstandigheden op grond waarvan die status is verleend niet langer bestaan of zo gewijzigd zijn dat bescherming niet langer nodig is. Het verlopen van de verblijfstitel betekent dan ook niet dat de verblijfsstatus niet meer geldig is. Uit deze uitspraak volgt dat voor het beëindigen van de verblijfsstatus een individuele beoordeling nodig is.↩︎