De maatschappelijke diensttijd en de status van het diplomasupplement na het vervullen hiervan
Schriftelijke vragen
Nummer: 2018D54916, datum: 2018-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2018Z21304).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.R.J. Rog, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z21304:
- Gericht aan: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.R.J. Rog, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2018Z21304
Vragen van de leden Slootweg en Rog (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de maatschappelijke diensttijd en de status van het diplomasupplement na het vervullen hiervan (ingezonden 16 november 2018).
Vraag 1
Hoe verhoudt zich uw reactie tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2019 dat «er een risico ontstaat op een voorkeursbehandeling voor jongeren die de maatschappelijke diensttijd hebben vervuld» met het regeerakkoord dat spreekt over «een pre voor jongeren die solliciteren bij de overheid die hun maatschappelijke diensttijd hebben vervuld»?1
Vraag 2
Hoe staat het met de uitwerking van een diplomasupplement als getuigschrift van maatschappelijke betrokkenheid en met ingang van wanneer ontvangen jongeren die de maatschappelijke diensttijd hebben vervuld het diplomasupplement als getuigschrift?
Vraag 3
Per wanneer geldt dit getuigschrift als pre wanneer jongeren solliciteren naar een functie bij de overheid en welke overheidsinstanties zullen hier aan mee doen?
Vraag 4
Wordt het diplomasupplement al als pre meegenomen bij de selectie van kandidaten of is het pas een pre bij gelijke geschiktheid van kandidaten?
Vraag 5
Bent u bekend met de «award of excellence»-certificaat, die jongeren in Engeland kunnen verdienen bij maatschappelijke inzet, waar zowel de overheid als 50 toonaangevende werkgevers in Engeland aan verbonden zijn? Gaat u bij de beleidsverkenning van het diplomasupplement kijken naar deze «award of excellence»-certificaten? Hoe zien de afspraken eruit die u met het bedrijfsleven maakt zodat het diplomasupplement voor jongeren als pre geldt? En bent u bereid zich daarbij te laten inspireren door deze aanpak?
Vraag 6
Welke initiatieven heeft u genomen om proeftuinen in te richten bij Defensie en in het Onderwijs? Zo ja, wat was daarop het antwoord? Zo nee, waarom niet, gezien het gegeven dat men bij Defensie ervaring heeft met het opleiden van jongeren en het Onderwijs ervaring heeft met de maatschappelijke stage?
Vraag 7
Deelt u de veronderstelling dat de Onderwijssector ook een belangrijke bijdrage kan leveren aan de maatschappelijke diensttijd door dit de combineren met lessen burgerschap, die volgens het regeerakkoord ook extra aandacht verdient? Bent u bereid aan te dringen op ruimere deelname van sectoren, zoals Defensie en Onderwijs, aan de proeftuinen van de maatschappelijke diensttijd? Zo ja, binnen welke termijn wilt u dit voor elkaar krijgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Op welke wijze heeft u bij de ontwikkeling en inrichting van de maatschappelijke diensttijd ervaring opgedaan van het Europees Solidariteitskorps, met name op het punt dat bij het Europees Solidariteitskorps «stages en banen op solidariteitsgerelateerde gebieden jongeren extra kansen bieden op de arbeidsmarkt (rechtskader Europees Solidariteitskorps (COM) 2017 262)»?
Vraag 9
Hoe staat het met de ambitie uit het regeerakkoord om bij vroegtijdige schoolverlaten een meer verplichtend karakter van de maatschappelijke diensttijd te realiseren?
Schriftelijke beantwoording vragen begrotingsbehandeling VWS begroting 2019↩︎