Update resistente bacterie Zaans Medisch Centrum
Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Brief regering
Nummer: 2018D54972, datum: 2018-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32620-215).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 32620 -215 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onderdeel van zaak 2018Z21335:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-11-20 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-05 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-11-09 10:00: Medisch specialistische zorg / ziekenhuiszorg / patiëntveiligheid / medisch beroepsgeheim /medisch tuchtrecht/ kwaliteitszorg (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-11-18 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 215 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2018
Op 1 november jl. is op initiatief van het Rijksinstituut voor Volkzgezondheid en Milieu (RIVM) een deskundigenberaad bijeengekomen en heeft adviezen uitgebracht over de uitbraak met een zeer resistente bacterie in het Zaans Medisch Centrum (ZMC). Het gaat om de (darm)bacterie Citrobacter freundii, die het zeldzame enzym New Delhi-metallo-bèta-lactamase (NDM) bij zich draagt. Dit enzym maakt de bacterie resistent tegen veel antibiotica waaronder de laatste redmiddel antibiotica carbapenems (een zgn. CPE). Gezonde mensen die de bacterie bij zich dragen hoeven geen ziekteverschijnselen te hebben. De bacteriën kunnen zich echter wel verspreiden en zo potentieel een probleem vormen voor kwetsbare mensen, denk aan patiënten in zorginstellingen, die infecties kunnen ontwikkelen die vervolgens moeilijk te behandelen zijn.
Een deskundigenberaad is een vast onderdeel van de landelijke bestrijdingsstructuur infectieziekten en brengt verschillende inhoudelijke experts bijeen onder leiding van de directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM om te adviseren bij niet-acute gezondheidsdreigingen. Aanleiding voor het deskundigenberaad was dat kort geleden ondanks ingestelde uitbraakmaatregelen bij screening enkele nieuwe dragers waren ontdekt, zoals ik u reeds meldde in mijn brief van 15 oktober jl. (Kamerstuk 32 620, nr. 212). In dezelfde brief meldde ik dat de Raad van Bestuur van het ZMC aanvullende maatregelen zou gaan uitvoeren en deze zou evalueren. In de bijgevoegde samenvatting van het deskundigenberaad vindt u de besproken stand van zaken en een aantal aanvullende adviezen voornamelijk gericht aan de Raad van Bestuur van het ZMC1. Hieronder ga ik daar op in.
Vanaf februari 2018 zijn in totaal 24 dragers van de resistente bacterie geconstateerd. Eén van deze patiënten is ten tijde van het deskundigenberaad nog in het ziekenhuis opgenomen en wordt vanwege dragerschap met de resistente bacterie in isolatie verpleegd. Er zijn in de afgelopen maanden veel maatregelen getroffen om de uitbraak te bestrijden; o.a. intensivering van infectiepreventie, het actief opsporen van eventuele nieuwe dragers onder de aanwezige patiënten, en het aanpakken van mogelijke bronnen voor verspreiding in het ziekenhuis.
De deskundigen hebben adviezen opgesteld voor het ziekenhuis en de openbare gezondheidszorg. Ik heb deze adviezen gedeeld met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, zodat zij dit mee kunnen nemen bij hun toezicht op het ziekenhuis. Voor het ziekenhuis wordt geadviseerd om extra hulp in te schakelen om de dagelijkse infectiepreventie op de ziekenhuisvloer te ondersteunen bij het beheersen van de uitbraak, waar dat nu vooral met behulp van inhuur van experts op afstand gebeurt. Het RIVM kijkt in haar netwerk naar externe deskundigen die op de werkvloer zouden kunnen helpen. De deskundigen adviseren vervolgens over de aanpak van omgevingsbronnen en verspreiding via de omgeving die in beeld zijn gekomen. Tenslotte is aan de Nederlandse Vereniging van Medisch Microbiologen (NVMM) gevraagd om gericht te adviseren over de manier van screenen van patiënten om dragerschap vast te stellen of uit te sluiten.
Naast bovengenoemde adviezen gericht op de bestrijding van de uitbraak in het ziekenhuis, zijn de potentiële risico’s op verspreiding buiten het ziekenhuis besproken. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de bacterie zich buiten het ziekenhuis verder heeft verspreid. Informatie over dragerschap is gedeeld met patiënten, behandelend artsen en (verpleeghuis)instellingen waar patiënten naar over zijn gegaan, zodat preventieve maatregelen genomen kunnen worden. Daarnaast zijn verpleeghuizen in de omgeving geïnformeerd en gewezen op het belang van goede infectiepreventie. De deskundigen adviseren om de genomen maatregelen bij patiënten die naar huis zijn gegaan door de GGD op te laten volgen en zo nodig te adviseren over infectiepreventie maatregelen.
Kenmerkend voor een uitbraak van (veroorzakers van) infectieziekten is het onvoorspelbare verloop ervan. Inmiddels is duidelijk dat het hier om een uitzonderlijke uitbraak gaat in die zin dat het gen met de resistentie-eigenschappen zich via verschillende soorten bacteriën kan verspreiden. Daarnaast vindt de verspreiding niet alleen tussen mensen plaats maar ook via besmette omgeving. Dit maakt de bestrijding gecompliceerd. Het verloop van de uitbraak roept vanzelfsprekend vragen op of de bestrijding afdoende is, of er eventueel meer maatregelen mogelijk zijn of andere maatregelen nodig zijn, en in hoeverre dit een probleem kan vormen voor de publieke gezondheid. Vanwege de complexiteit kijkt IGJ in deze casus met betrokken partijen, waaronder die in het Regionale Zorgnetwerk Antibioticaresistentie, hoe de patiëntbewegingen (dragers van NDM-bacteriën) tussen verschillende zorgaanbieders gevolgd kunnen worden.
Volgens mijn informatie gebeurt er veel om de uitbraak te bestrijden en leren we ook veel gedurende het verloop van de uitbraak. Vanwege de complexiteit en vanuit het belang van de volksgezondheid houd ik dit goed in de gaten. Ik zal uw Kamer informeren als er nieuwe ontwikkelingen zijn.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎