14de Voortgangsrapportage Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Brief regering
Nummer: 2018D55049, datum: 2018-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32698-41).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32698 -41 Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Onderdeel van zaak 2018Z21369:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-11-21 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-11-21 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-11 12:00: Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-01-23 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-20 10:00: Water (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-26 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2018
Hierbij bied ik u de 14e Voortgangsrapportage (VGR14) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2018.
Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Wat eens begon met terpen, is nu een netwerk van meer dan 22.500 kilometer dijken, dammen en dijkrelicten. Dijken zijn de dragers van ons landschap. Bodemdaling en klimaatverandering hebben grote invloed op de Nederlandse delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen, versterken en onderhouden van dijken is daarom nooit klaar. In het HWBP-2 werken de Waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid en de inpassing van de primaire dijk- en kustverbeteringen in de omgeving. Op dit moment bevindt zich nog één project in de planstudiefase en zeven projecten in de realisatiefase. Het HWBP-2 is volop in uitvoering.
De inzet van innovatieve oplossingen binnen het HWBP-2 helpt de omgeving niet alleen veiliger te maken, maar ondersteunt ook bij het opdoen van leer- en praktijkervaringen.
Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 13e Voortgangsrapportage
Planning
Het HWBP-2 vordert goed en inmiddels zijn 79 van de 87 projecten gerealiseerd. In de verslagperiode is geen nieuwe mijlpaal bereikt.
In de VGR 13 (Kamerstuk 32 698, nr. 38) is gemeld dat bij een deeltraject van het project Eemdijk en zuidelijke Randmeren Thermisch Gereinigde Grond (TGG) als ophoogmateriaal is toegepast. Na voltooiing van de dijkversterking is gebleken dat er ontoelaatbare verontreiniging (gehalten van zouten en zware metalen boven de interventiewaarden) van het grond- en/of oppervlaktewater is opgetreden. Het onderzoek naar de milieueffecten van thermisch gereinigde grond zijn nog in volle gang. De resultaten van het onderzoek zullen worden meegenomen in het uitvoeringsplan voor de aanpak van het probleem.
Risico’s
De huidige risico’s van het HWBP-2 met de grootste impact in tijd en geld bevinden zich bij de grotere en vaak complexe projecten die in de realisatiefase zitten. Hiervoor worden risicoreserveringen op programmaniveau aangehouden. Eén project zit in de voorbereidingsfase. Ook voor dit complexe project wordt een reservering op programmaniveau aangehouden.
Voor wat betreft de financiële omvang van de risico’s heeft in de verslagperiode een actualisatie plaatsgevonden van het risicoprofiel op programmaniveau. De totale financiële waarde van de risico’s op programmaniveau is in de verslagperiode met € 6 miljoen toegenomen (van € 103 miljoen naar € 109 miljoen) als gevolg van enkele specifieke uitvoeringsrisico’s. De totale financiële waarde van zowel de risico’s op programmaniveau als in de projecten bedraagt op 30 juni 2018 € 251 miljoen.
Financiën
De raming is per saldo licht toegenomen met € 10 miljoen ten opzichte van de vorige verslagperiode. De toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door verhoging van de programmarisico’s. De actuele programmaraming van HWBP-2 bedraagt op peildatum 30 juni 2018 € 2.675 miljoen en is tijdelijk iets hoger dan het programmabudget van € 2.638 miljoen.
De beheersing op project- en programmaniveau is adequaat om de binnen het programma gestelde doelen te behalen. De resterende opgave vergt qua omvang en complexiteit de volle aandacht van de keringbeheerders en het programmabureau. Het verschil tussen budget en raming op programmaniveau neemt licht toe ten opzichte van de VGR-13. Naar alle verwachting zal het laatste project binnen het HWBP2 in de komende verslagperiode (VGR 15) een beschikking ontvangen voor de realisatiefase. Op dit moment is de raming van dit project hoger dan oorspronkelijk begroot binnen het programma. Bijkomende omgevingseisen, Dijken op Veen en nieuwe normering zijn de belangrijkste redenen die hieraan ten grondslag liggen. De hogere projectraming heeft een direct effect op de al bestaande, negatieve spanning tussen budget en raming op programmaniveau. Tegelijkertijd blijft de spanning gedurende de realisatieperiode van het HWBP2 programma, met inbegrip van de lopende projecten, nog wel binnen de bandbreedte van de totale risicoreservering. Het lijkt daarmee oplosbaar, maar het risico dat het programma niet geheel binnen het HWBP2 budget te realiseren is, is groter geworden. Na de komende verslagperiode heb ik daar meer inzicht in.
Scope
In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.
Ontwikkelingen na de verslagperiode
Zoals in de VGR 13 is gemeld is begin 2017 bij het project Waddenzeedijk Friese Kust geconstateerd dat er sprake is van loslatende bekleding (zie brief 32 698 nr. 38). Er wordt nu in overleg met de betrokken partijen gewerkt aan de aanpak om dit te herstellen en aantoonbaar te maken dat bij de herstelde situatie de veiligheid van de dijkverbetering geborgd is. De uitkomsten van de eerste deelonderzoeken van nieuwe verlijming zijn positief: nu wordt het stormseizoen gebruikt om de bestendigheid aan te tonen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎