Stand van zaken financiën Defensie
Defensienota
Brief regering
Nummer: 2018D55165, datum: 2018-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34919-29).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34919 -29 Defensienota.
Onderdeel van zaak 2018Z21433:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2018-11-21 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-22 15:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 919 Defensienota
Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2018
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 19 en 21 september jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 2, items 2 en 5 en Handelingen II 2018/19, nr. 3, items 3, 6 en 8) hebben enkele leden hun zorgen uitgesproken over het vermogen van onze organisatie om tijdig tot besteding van de extra (investerings)middelen te komen. De Minister-President heeft tijdens het debat toegezegd dat u daarover een toelichtende brief ontvangt. Met deze brief doe ik – mede namens de Staatssecretaris – de door de Minister-President gedane toezegging gestand.
In deze brief zullen wij ingaan op de ontwikkeling van de realisatie van het investeringsbudget. Voldoende en goed opgeleid personeel is een bepalende factor om tot de gewenste verbeteringen in de organisatie te komen. Daarom gaan wij vervolgens in op behoud en werving van personeel. Ten slotte gaan wij in op de positieve ontwikkeling van het aantal onvolkomenheden in de bedrijfsvoering dat door de Algemene Rekenkamer is geconstateerd.
Realisatie investeringsbudget
In de Defensienota (Kamerstuk 34 919, nr. 1) is in beeld gebracht welke investeringen met het in het regeerakkoord beschikbaar gestelde budget de komende vijftien jaren noodzakelijk zijn om de huidige krijgsmacht te kunnen behouden en vernieuwen. Het is van groot belang om de investeringen zo snel mogelijk te realiseren. De nabije veiligheidsomgeving is instabieler geworden en het dreigingsbeeld complexer. Om onze veiligheid te blijven beschermen is het noodzakelijk dat Defensie de investeringen hiervoor inzet. De NAVO wijst er op dat we, ondanks de investeringen, veel van de capaciteitendoelstellingen nog niet of onvoldoende kunnen verwezenlijken. In deze kabinetsperiode willen we daarom ook gestalte geven aan de lange lijnen naar de toekomst die nodig zijn voor een stabiele financiering en versterking van de krijgsmacht. In het licht van deze veranderende veiligheidsomgeving hebben de bondgenoten tijdens de NAVO-Top in Brussel (juli 2018) afgesproken een geloofwaardig nationaal plan op te stellen over hoe zij invulling geven aan de afspraken die tijdens de NAVO-Top van 2014 in Wales zijn gemaakt. Dit plan moet voor 31 december 2018 bij de NAVO worden ingediend en zal aan uw Kamer worden toegezonden. In de brief van 19 oktober jl. over de verstoring van een cyberoperatie en de veranderende veiligheidsomgeving (Kamerstuk 33 694, nr. 22) bent u ook geïnformeerd over de veranderende veiligheidsomgeving.
Uit de investeringsplanning valt af te leiden dat er voor elke euro van het beschikbare budget voor de komende 15 jaar een concrete bestemming is. Er zijn ook al veel stappen gezet. Met de verschillende A-brieven die uw Kamer de afgelopen tijd heeft ontvangen bent u daar over geïnformeerd. Echter, de tijd tussen het aangaan van een verplichting en het betalen van de factuur is lang. Een verplichting kan pas worden aangegaan als er financiële dekking voor is, ook als de uitgaven pas jaren later plaatsvinden. Pas wanneer het materieel is geleverd, getest en akkoord is bevonden wordt de factuur betaald. Dit is vaak een proces van jaren. Een deel van het in het regeerakkoord doorgeschoven investeringsbudget zal daarom de komende jaren nog niet volledig besteed kunnen worden maar is wel degelijk wel hard nodig voor de (toekomstige) verplichtingen, want nogmaals: al het investeringsbudget heeft al een bestemming en is al belegd.
Defensie werkt hard aan het versnellen van de investeringen, zodat we onderbesteding op de investeringsuitgaven kunnen terugdringen. De gerealiseerde investeringsquote laat een stijgende lijn zien. Zowel de stijgende investeringsquote als de stijging van de feitelijke uitgaven voor investeringen in nieuw materieel laten zien dat we steeds meer geld voor investeringen om kunnen zetten in nieuw materieel. Dat is goed nieuws, want dat betekent ook dat nieuw materieel in de organisatie instroomt. Onderstaande grafiek illustreert dit.
We verwachten de stijgende lijn de komende jaren door te kunnen zetten. Dat vergt een grote inspanning. Zoals bekend zal in 2018 niet het totale geraamde budget worden uitgegeven. Voor 2019 zien wij ook nog de nodige risico’s. De Defensie Materieel Organisatie is druk doende om alle benodigde contracten voor het vernieuwen van verouderd materieel af te sluiten en dat werpt zijn vruchten af. Inmiddels is voor 2,4 miljard euro verplichtingen aangegaan. Dit zijn allemaal contracten die in de komende jaren tot betaling zullen komen.
Behoud en werving
Een bepalende factor in de verbeteringen die we moeten realiseren is voldoende en goed opgeleid personeel. Met het uitvoeren van het programma Behoud en Werving willen we voor verschillende functies, waaronder functies in de bedrijfsvoering, voldoende personeel werven. Met de extra middelen uit de Defensienota hebben we inmiddels de arbeidsmarktcampagnes geïntensiveerd. Moeilijk te werven categorieën, zoals technici, inkopers en ICT-ers, krijgen daarbij structureel aandacht. Daarnaast is er een aantal externe recruiters aangetrokken. Voor het overige verwijzen we graag naar de brief van de Staatssecretaris van Defensie van 26 oktober jl., waarin u bent geïnformeerd over de voortgang van het programma behoud en werving (kamerstuk 33 763, nr. 145).
Ontwikkeling onvolkomenheden Algemene Rekenkamer
In haar jaarlijkse verantwoordingsonderzoeken geeft de Algemene Rekenkamer een oordeel over de bedrijfsvoering van Defensie. In het verleden constateerde de Rekenkamer veel onvolkomenheden op het terrein van het financieel beheer. De afgelopen jaren is Defensie uit dat dal geklommen en zijn de onvolkomenheden opgelost.
Let wel, het gaat hier om de onvolkomenheden in het financieel beheer. Op andere terreinen in de bedrijfsvoering is nog wel sprake van onvolkomenheden. Het betreft de logistieke keten reserveonderdelen, het IT-beheer, de informatiebeveiliging, het inkoopbeheer en de administratie van de centrale voorraad van munitie. De Rekenkamer benadrukt dat dit niet betekent dat er geen verbetering in de bedrijfsvoering is. De problematiek van het materieel beheer is geanalyseerd en verbeterd. Defensie heeft volgens de Rekenkamer laten zien over verander- en verbetervermogen in de bedrijfsvoering te beschikken.
Het gaat dus de goede kant op. Dat constateert ook de Rekenkamer. Maar we zijn er nog niet. Er is nog veel werk aan de winkel. Ook de laatste – hardnekkige – problemen in de bedrijfsvoering moeten worden opgelost.
Tot slot
Defensie werkt met man en macht aan de uitvoering van de Defensienota. De verbeteringen kunnen ons niet snel genoeg gaan. Niet in de verbetering van de bedrijfsvoering, niet in de resultaten van het actieplan Behoud en Werving en niet in de instroom van nieuw materieel. Ook wij hebben liever vandaag dan morgen een volledig gevulde organisatie en beschikking over nieuw materieel. Maar dit kost tijd. De weg uit het dal hebben we gevonden, maar omdat we uit een diep dal komen is er een lange weg te gaan. We werken er hard aan om die weg zo snel mogelijk af te leggen.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten