Lijst van vragen en antwoorden over het Deltaprogramma 2019
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2019
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2018D55274, datum: 2018-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35000-J-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 J-6 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z21488:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-11-21 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-26 11:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-12-05 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-12-06 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2019
Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 20Ā november 2018
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 18Ā september 2018 inzake Deltaprogramma 2019 (Kamerstuk 35Ā 000 J, nr. 4).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19Ā november 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Schuurkamp
Deltaprogramma 2019
1
Hoe en wanneer worden de uitkomsten van de stresstests naar de Kamer gecommuniceerd?
In het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is afgesproken dat alle gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk uiterlijk in 2019 samen met de betrokkenen in hun gebied de kwetsbaarheid in beeld brengen met stresstesten voor wateroverlast, hitte, droogte en de gevolgen van overstromingen. Ik ondersteun decentrale overheden bij het nakomen van de afspraken uit het Deltaplan met onder andere procesondersteuning en kennisontwikkeling. Zoals ik u in juni heb gemeld, reserveer ik voor die ondersteuning 20 miljoen euro extra aan middelen voor 2019 en 2020.
Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk maken de resultaten van de stresstesten voor 2020 openbaar, zodat ook burgers en bedrijven inzicht hebben in de kwetsbaarheid van hun gebied en de urgentie van maatregelen. Vervolgens voeren zij dialogen over de kwetsbaarheden, bepalen zij hun ambities en komen zij uiterlijk eind 2020 tot uitvoeringsprogrammaās. Op basis daarvan wordt via het Deltaprogramma een landsdekkend beeld opgesteld van de opgaven voor ruimtelijke adaptatie. Ik zal u daar begin 2021 over informeren. Tussentijds zal uw Kamer over de voortgang van dit proces worden geĆÆnformeerd via het jaarlijkse Deltaprogramma; de eerstkomende keer is dat het Deltaprogramma 2020 dat op Prinsjesdag 2019 verschijnt.
2
Op welke wijze wordt ervoor gezorgd dat Ć”lle overheden op Ć”lle themaās rapporteren en er in 2019 een landelijk dekkend beeld is van mogelijke risicoās?
Zie antwoord op vraag 1.
3
Welke punten en overwegingen maken deel uit van een kosteneffectiviteitsanalyse? Hoe vindt het veiligheidsaspect hierin zijn plek? Kan dit verder worden toegelicht?
In de kosteneffectiviteitsanalyse Afvoerverdeling Rijntakken na 2050 zijn voor verschillende varianten van de afvoerverdeling na 2050 twee aspecten vergeleken. Ten eerste de totale kosten voor alle benodigde dijkversterkingen langs de Rijntakken (Waal, Nederrijn/Lek en IJssel) om in de variant aan de normen voor waterveiligheid te voldoen. Ten tweede veranderingen in het overstromingsrisico (potentiƫle schade en slachtoffers in geval van een overstroming). In alle varianten voldoen de dijken aan de vastgestelde normen voor waterveiligheid.
4
In hoeverre speelt het wel of niet bouwen in uiterwaarden een rol binnen ruimtelijke adaptatie? Is hierin een rol weggelegd voor de landelijke overheid of wordt dit aan lokale overheden gelaten?
Het wel of niet bouwen in uiterwaarden speelt een beperkte rol binnen ruimtelijke adaptatie. Er bestaat al een apart regime om in principe niet in uiterwaarden te bouwen als ruimtelijke maatregel in het kader van de waterveiligheid. Voor het wel of niet bouwen in uiterwaarden is zowel een rol weggelegd voor de landelijke overheid als voor lokale overheden. Het bouwen in uiterwaarden is niet toegestaan zonder een watervergunning van Rijkswaterstaat. In de Beleidsregels Grote Rivieren is bepaald in welke gevallen een vergunning kan worden verleend en aan welke voorwaarden het eventueel bouwen is gebonden. Een belangrijke voorwaarde die wordt gesteld aan bouwplannen in de uiterwaarden is dat waterstandsverhogende effecten moeten worden gecompenseerd. De voorwaarden die zijn opgenomen in de Beleidsregels Grote Rivieren werken via het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening door in het ruimtelijk beleid en beleidsinstrumentarium van lokale overheden.
5
Welke middelen worden vrijgemaakt voor het tegengaan van bodemdaling? Zijn dit landelijke middelen of wordt benodigd budget gezocht binnen de begroting van lagere overheden?
Bodemdaling van slappe bodems vergroot niet alleen de opgaven voor het Deltaprogramma maar ook opgaven met betrekking tot energie en klimaat, infrastructuur, duurzaam bouwen en beheer van de openbare ruimte in het stedelijk gebied, landbouw, landschap, natuur en biodiversiteit en behoud van archeologisch erfgoed. Het omgaan met bodemdaling is daarmee een belangrijke cross-sectorale opgave die raakt aan verantwoordelijkheden en taken van meerdere Rijksdepartementen, decentrale overheden en private partijen op de hiervoor genoemde dossiers. Vanuit al deze dossiers kan er bij betrokken partijen sprake zijn van inzet van middelen om bodemdaling tegen te gaan (mitigatie) en/of om te gaan met bodemdaling (adaptatie). Grondwaterpeil en bodembelasting zijn de belangrijkste factoren die bodemdaling van slappe bodems veroorzaken en zijn daarmee belangrijke knoppen waarmee bodemdaling kan worden tegengegaan. De primaire verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij decentrale overheden en private partijen. In het kader van het Deltaprogramma doen partijen onderzoek naar mogelijke maatregelen als actief grondwaterpeilbeheer om bodemdaling tegen te gaan.
Via het uitvoeren van stresstesten wordt de impact van bodemdaling op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen op lokaal en regionaal niveau in beeld gebracht.
Betrokkenen bespreken de resultaten van de stresstest in een (risico) dialoog. De inzichten in het effect van bodemdaling en de uitkomsten van onderzoek naar mogelijke maatregelen worden betrokken bij de programmering van maatregelen in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie, maar ook in het Deltaplan Waterveiligheid (effect op overstromingen) en het Deltaplan Zoetwater (effect op waterbeschikbaarheid).