Amendement van het lid Van Gent over het invoeren van het familiaal verschoningsrecht
Voorstel van wet van de leden Van Raak, Van der Linde, Sneller, Nijboer en Van Toorenburg tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquĂȘte 2008 in verband met de evaluatie van deze wet
Amendement
Nummer: 2018D55658, datum: 2018-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34683-11).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Gent, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34683 -11 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Van der Linde, Sneller, Nijboer en Van Toorenburg tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquĂȘte 2008 in verband met de evaluatie van deze wet.
Onderdeel van zaak 2018Z21708:
- Indiener: T. van Gent, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 683 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Van der Linde, Sneller, Nijboer en Van Toorenburg tot wijziging van de Wet op de parlementaire enquĂȘte 2008 in verband met de evaluatie van deze wet
Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GENT
Ontvangen 21Â november 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Na de aanhef wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 24bis
Niemand is verplicht informatie aan de commissie te verstrekken, voor zover hij daardoor een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of in de zijlijn in de tweede of derde graad, zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot, dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling zou blootstellen.
3. In artikel 24a wordt «24» vervangen door «24bis».
Toelichting
Dit amendement regelt het invoeren van het familiaal verschoningsrecht in de Wet op de parlementaire enquĂȘte 2008. Het recht om niet aan de veroordeling van een familielid te hoeven mee te werken is een belangrijk uitgangspunt dat ook in deze wet moet worden neergelegd. Immers een verhoor door een parlementaire enquĂȘtecommissie heeft ook een publiekelijk en inquisitoir karakter en kan een publiekelijke veroordeling tot gevolg hebben. Voor de formulering is aangesloten bij de formulering uit artikel 219 van het Wetboek van Strafvordering.
Van Gent