Motie van het lid Groothuizen c.s. over meer begrijpelijke taal in rechterlijke uitspraken
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2018D56263, datum: 2018-11-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VI-58).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Groothuizen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F. van Oosten, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VI-58 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z22008:
- Indiener: M. Groothuizen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F. van Oosten, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-11-22 11:45: Begroting Justitie en Veiligheid (35000-VI) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-11-27 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019
Nr. 58 MOTIE VAN HET LID GROOTHUIZEN C.S.
Voorgesteld 22 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het taalgebruik dat de rechterlijke macht in uitspraken gebruikt voor veel mensen lastig te begrijpen is;
overwegende dat hierdoor een kloof tussen de rechterlijke macht en de samenleving kan ontstaan;
overwegende dat het wenselijk is om meer begrijpelijke taal in rechterlijke uitspraken te gaan gebruiken;
constaterende dat de rijksoverheid om deze kloof met de samenleving te verkleinen het B1-taalniveau hanteert;
verzoekt de regering, met de Raad voor de rechtspraak de mogelijkheden te gaan bespreken om meer begrijpelijke taal in rechterlijke uitspraken te gaan gebruiken en de Kamer per brief over deze mogelijkheden te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Groothuizen
Van der Graaf
Van Dam
Van Oosten