Voortgang visserijbeleid
Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Brief regering
Nummer: 2018D56774, datum: 2018-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32201-92).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32201 -92 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.
Onderdeel van zaak 2018Z22282:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2018-11-29 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-05 11:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2018-12-06 10:00: Visserij (Algemeen overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2018-12-12 13:50: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
29 675 Zee- en kustvisserij
Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2018
Met deze brief informeer ik u over de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU en Marokko over een nieuw visserijprotocol, de stand van zaken omtrent de implementatie van Fully documented fisheries in relatie tot de aanlandplicht en de verlenging van het vigerende beleid ten aanzien van mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) met één jaar.
Visserijprotocol EU-Marokko
De afgelopen maanden vonden onderhandelingen plaats over een nieuw EU-visserijprotocol met Marokko. Het vorige vierjarige visserijprotocol tussen de EU en Marokko liep op 14 juli jongstleden af. Het betreft een belangrijk protocol voor de Nederlandse pelagische sector, die ruim 80% van de visvangst op grond van het Protocol voor zijn rekening neemt. Parallel aan de onderhandelingen over het nieuwe visserijprotocol werden onderhandelingen gevoerd over een wijziging van de overkoepelende visserijpartnerschapovereenkomst, zodat deze tevens van toepassing is op de wateren grenzend aan de Westelijke Sahara. Dit was nodig omdat het EU-hof in februari oordeelde dat de visserijpartnerschapsovereenkomst niet van toepassing is op de wateren die grenzen aan de Westelijke Sahara.
De Europese Commissie presenteerde op 8 oktober jl. het onderhandelingsresultaat en het rapport over het consultatieproces en de gevolgen van de aanpassing aan de Raad. Het kabinet is van mening dat de Commissie alle redelijke en haalbare stappen heeft ondernomen om de instemming van de bevolking van de Westelijke Sahara te verkrijgen. De oplossing zoals gepresenteerd zal naar verwachting een positief effect hebben op de economische ontwikkeling van het gebied. Nederland is dan ook voornemens in te stemmen met het besluit tot ondertekening, dat naar verwachting op 29 november aanstaande zal worden vastgesteld in de Raad voor Concurrentievermogen.
Fully documented fisheries
Uw Kamer is in juni (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1112) en in oktober jl. (Kamerstuk 32 201, nr. 91) geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de aanlandplicht en de invoering van de pilot Fully documented fisheries (FDF) als voorwaarde voor de uitzondering van schol van de aanlandplicht. Dit is een pilot waarbij camera’s aan boord van schepen de vangst en discards moeten gaan monitoren. Dit zou beter inzicht in de vangst- en discardhoeveelheden en samenstelling moeten geven, dat kan worden ingezet om onderzoek naar selectiviteit en overleving te versterken.
Sinds oktober wordt de pilot FDF in overleg met de sector en kennisinstellingen nader uitgewerkt. Over de opzet en aanpak is gerapporteerd naar de Europese Commissie. Omdat de uitzondering voor schol, waar de pilot aan gekoppeld is, is verkort van drie jaar naar één jaar is de opzet van de pilot aangepast. Om een spoedige start van de pilot te bewerkstelligen zal de invoering van FDF op deelnemende schepen meer gespreid plaatsvinden, waarbij begonnen wordt met drie schepen en de overige zeven schepen gedurende het jaar instromen. Ook is de opzet zo dat na één jaar al tussenresultaten beschikbaar zijn. De ambitie is om ook in opvolgende jaren de pilot voort te zetten.
Nederland zal volgend jaar pleiten voor een verlenging van de uitzondering voor schol. Het is daarom zaak dat er snel een start wordt gemaakt, zodat Nederland aan de Europese Commissie kan laten zien dat serieus werk gemaakt wordt van de pilot. De planning is nog altijd dat in januari de eerste systemen op de schepen worden geïnstalleerd.
Verlenging MZI-beleid
Met de nota «MZI-beleid 2015–2018» wordt het beleid beschreven voor mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) voor de jaren 2015 tot en met 2018 (Kamerstuk 29 675, nr. 178). De MZI’s zijn al sinds 2010 het belangrijkste alternatief voor het verkrijgen van mosselzaad ten behoeve van de kweek van mosselen. Dit alles is een uitvoeringsonderdeel in het kader van de afspraken over de transitie van de mosselsector en natuurherstel in de Waddenzee, het zgn. «mosselconvenant 2008» (Kamerstuk 29 675, nr. 50).
Zoals is toegezegd (Kamerstuk 29 675 nr. 178) wordt het onderhavige MZI-beleid in 2018 geëvalueerd, waarbij de resultaten hiervan zullen worden gebruikt voor het vervolgbeleid ná 2018. Deze evaluatie is inmiddels al geruime tijd in volle gang, doch de afronding hiervan zal niet voor het einde van het jaar worden gerealiseerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door de benodigde intensieve afstemming met belanghebbenden en andere gebruikers in de Waddenzee. Teneinde de benodigde zorgvuldigheid te betrachten, is gemeend dat deze afstemming meer tijd in beslag zal nemen dan vooraf was voorzien.
Gelet hierop heb ik besloten het vigerende MZI-beleid voor één jaar te verlengen. Dit houdt onder meer in dat de thans geldende randvoorwaarden voor de MZI’s ook in 2019 van toepassing zullen zijn. De verwachting is dat de evaluatie van het MZI-beleid in de loop van 2019 zal worden afgerond. Op basis van deze resultaten ben ik voornemens om het nieuwe MZI-beleid voor de periode vanaf 2020 vast te stellen. Ik zal Uw Kamer hierover in de loop van 2019 nader informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten