Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Energieraad op 19 december 2018 (Kamerstuk 21501-33-732)
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2018D57008, datum: 2018-11-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D57008).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2018Z21803:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2018-11-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-27 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2018-11-28 12:00: Energieraad (formeel) op 19 december 2018 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2018D57008 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de formele Energieraad op 19 december 2018 in Linz (Kamerstuk 21 501-33, nr. 732), het verslag van de informele Energieraad van 18 september 2018 (Kamerstuk 21 501-–33, nr. 723) en het verslag van een schriftelijk overleg over onder andere. de geannoteerde agenda informele Energieraad 18 september 2018 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 722).
De voorzitter van de commissie,
Diks
De adjunct-griffier van de commissie,
Jansma
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord / Reactie van de Minister | 5 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de formele Energieraad die op 19 december 2018 plaatsvindt. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland tegen de algemene oriëntatie op de elektriciteitsverordening heeft gestemd, met name vanwege de bepalingen rondom het capaciteitsmechanisme, maar dat deze toch met een krappe meerderheid werd aangenomen. Graag willen deze leden weten welke gevolgen dit precies kan hebben voor de leveringszekerheid, meer specifiek de gevolgen voor Nederland. Deze leden benadrukken het belang van leveringszekerheid en regelbaar vermogen en vragen de Minister hoe ervoor kan worden gezorgd dat de leveringszekerheid alsnog geborgd wordt in de elektriciteitsverordening. Kan de Minister aangeven of hij nog ruimte ziet in de komende triloog om strengere normen voor (grensoverschrijdende deelname aan) capaciteitsmechanismen op te nemen in de elektriciteitsverordening?
De Brexit zal ook gevolgen hebben voor de energiemarkt, zo merken de leden van de VVD-fractie op. Kan de Minister aangeven welke gevolgen van de Brexit hij voor Nederland voorziet op het gebied van energie? Welke gevolgen heeft de Brexit bijvoorbeeld voor de leveringszekerheid van energie in Europa?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de Energieraad van 19 december 2018. Hierover hebben deze leden nog verscheidene vragen.
De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre bij het gebruik van interconnectoren de mogelijkheid bestaat om rekening te houden met nationale CO2-opgaven. Natuurlijk is het belangrijk voor de optimale kosten van elektriciteit dat er een efficiënt Europees netwerk is met interconnectie en ook is het goed dat de Belgen worden geholpen bij hun nationale capaciteitsprobleem. Echter, gezien de nationale opgave rijst de vraag hoe hiermee in Nederland wordt omgegaan. Is het mogelijk om een CO2-heffing te introduceren op elektriciteit van Duitse bruinkoolcentrales? In hoeverre wordt in de nationale CO2-opgave rekening gehouden met de export van elektriciteit naar België? Hoeveel van de elektriciteitsproductie van de Prins Clauscentrale die binnenkort open gaat zal naar verwachting geëxporteerd worden naar België? Hoeveel extra nationale CO2-emissie gaat gepaard met de heropening van de Prins Clauscentrale? Klopt het dat het gaat om twee Megaton (Mton) CO2-emissie? Hoe wordt hierna gekeken in het kader van de Urgenda-uitspraak?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om een reactie op het recentelijk gepubliceerde VN «Emissions Gap» rapport. Geeft dit extra steun in uw pleidooi in de EU voor een verhoging van de Europese inzet? Hoe verhoudt dit rapport zich tot het «EU long term climate plan» dat vandaag naar buiten is gebracht? Verwacht u nog een reactie te kunnen geven op het plan vooraf aan de 24e Conferentie van Partijen (COP24) bij het VN-klimaatverdrag in Katowice? Wat is de laatste stand van zaken van uw inzet om in de EU het CO2-reductie doel voor 2030 te verhogen?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister hoe in de nationale CO2-opgave rekening gehouden wordt met het Europese beleid voor de reductie van CO2-emissies in de industrie en de elektriciteitssector door middel van het Europees Emissions Trading System (EU ETS). In hoeverre is er sprake van een functionerend EU ETS als nationale maatregelen de werking en prijsvorming van het EU ETS ondermijnen, zoals subsidies in de elektriciteits- of industriesector? Kan het functioneren van het EU ETS worden verbeterd zodat nationale maatregelen binnen het raamwerk passen van het EU ETS door ervoor te zorgen dat rechten uit de markt worden genomen bij marktingrijpen of marktingrijpen te beperken? Zo nee, waarom niet en hoe kan hier nationaal mee rekening gehouden worden? Zo ja, is de Minister bereid zich daarvoor in te spannen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Belgisch afschakelplan mogelijk gevolgen heeft voor huishoudens in Nederland1. Zijn deze huishoudens hiervan op de hoogte? Wie houdt zich bezig met dit probleem en zijn daar oplossingen voor?
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over hoe het akkoord van Parijs gemonitord zal worden. Kan de Minister ten aanzien hiervan een reactie geven op het artikel van Fred Pearce «Paris Conundrum: How to Know How Much Carbon Is Being Emitted?»2, zo vragen deze leden. In hoeverre zijn er in de EU gestandaardiseerde wijzen van het meten van de emissies van CO2 ten aanzien van de verschillende sectoren, te weten de gebouwde omgeving, industrie, mobiliteit en landbouw?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vragen hoe de Minister hde energieparagraaf in de politieke verklaring bij het Brexit-akkoord beoordeelt.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister wat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk betekent voor de verhoudingen op de energie- en klimaatdossiers binnen de EU en specifiek voor de Nederlandse positie in de EU op energiedossiers. Tevens vragen deze leden of het kabinet al kansen grijpt om een nieuwe groep koplopers te vormen.
De leden van de D66-fractie vragen wat het kabinet bedoelt met de opmerking dat het de discussie over het nut en/of de noodzaak van een wijziging van het Euratomverdrag met bijzondere aandacht afwacht. Wat vindt het kabinet van het andere voorstel op dit punt (enhanced QMV)?
Naar aanleiding van het aanbrekend Roemeens voorzitterschap vragen de leden van de D66-fractie welke prioriteiten het kabinet voor dit komend half jaar legt. Waar let het kabinet extra scherp op bij dit voorzitterschap?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of zij kans ziet om bij de capaciteitsmechanismes voor elektriciteit op te trekken met andere progressieve lidstaten en derhalve te pleiten voor het afschaffen van de subsidie op nieuwe en bestaande centrales, de zogeheten «550-regel».
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de geannoteerde agenda van de aanstaande Energieraad met belangstelling gelezen en zijn benieuwd naar het definitieve akkoord over het Winterpakket. Is de Minister tot dusver tevreden met de resultaten van het Winterpakket? Waar is de Minister niet tevreden over?
De leden van de GroenLinks-fractie delen het belang dat de Minister hecht aan een goede interconnectiecapaciteit in de herziening van de elektriciteitsverordening. Kan de Minister nader toelichten wat de problemen zijn rond de CO2-emissieprestatiestandaard van capaciteitsmechanismen? Kan de Minister toelichten hoe en op welke manier hij zich zal inzetten voor de CO2-emissieprestatiestandaard van capaciteitsmechanismen?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben uit de gezamenlijke verklaring van de politieke high level dialoog tussen de EU en Turkije vernomen dat zij samenwerking zullen intensiveren, ook op het gebied van fossiele energie. De leden van de GroenLinks-fractie zien risico’s in een intensieve energierelatie met Turkije, gezien de soms gespannen relatie tussen de EU, Turkije en de landen waar het gas afkomstig is, maar ook vanwege de binnenlandse politieke ontwikkelingen van Turkije en de landen waar het gas afkomstig is. Bovendien willen zowel deze leden, de Minister en de EU inzetten op een energietransitie waarbij we de afhankelijkheid van gas als energiebron afbouwen. Ziet de Minister deze risico’s ook? Wat zal de Nederlandse inzet zijn in de Raad met betrekking tot de energierelatie met Turkije?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de recente ontwikkelingen omtrent de Brexit. Kan de Minister toelichten wat de gevolgen zijn voor de energievoorziening in de EU? Kan de Minister toelichten wat de belangrijkste veranderingen zijn op het gebied van energie? Wat zijn de gevolgen van deze veranderingen voor de relatie tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk op het gebied van energie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggende agenda. Zij hebben daarbij de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie menen dat het voor een goed werkende energietransitie afstemming en goede afspraken binnen regionale samenwerking zeer belangrijk is om vraag en aanbod van duurzame energie op elkaar af te stemmen. Zij benadrukken echter dat dit geenszins betekent dat er een Europese Energiemarkt gevormd dient te worden. Dit toewerken naar een steeds grotere Europese Energiemarkt achten deze leden dan ook zeer ongewenst. Energie is een publieke zaak, dit overlaten aan de markt en bovendien daarbij nationale zeggenschap inleveren is volgens deze leden de verkeerde richting.
De leden van de SP-fractie vragen of kan worden toegelicht welke specifieke eisen het kabinet stelt aan het toepassen van de capaciteitsmechanismen. Verder vragen deze leden of het kabinet na de doorgevoerde veranderingen nu wel kan instemmen met de artikelen inzake het openstellen van interconnectiecapaciteit, of dat er nog zorgen over resteren.
Volgt uit de wens van het Europees parlement dat er striktere eisen worden gesteld aan de CO2-emissiestandaard dat deze worden aangescherpt? Zo ja, kan deze aanscherping worden toegelicht?
Ten aanzien van de (mogelijke) uitfasering van gereguleerde prijzen en het aanbieden van dynamische leveringstarieven vrezen de leden van de SP-fractie een achteruitgang van het consumentenrecht. Hoe worden huishoudens beschermd tegen tarieven die de komende jaren de pan uit gaan rijzen?
De leden van de SP-fractie merken op dat met de voorgestelde bevoegdheden van de toezichthouder, het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), nationale toezichthouders het nakijken lijken te hebben. Kan worden toegelicht waarom het kabinet dit toch als positief beoordeelt? Zorgt het huidige voorstel op dit moment voor verdeling tussen de lidstaten?