Motie van de leden Peters en Van Brenk over aandacht voor de groeiende groep werkende armen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2018D57397, datum: 2018-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35000-XV-52).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid (Ooit 50PLUS kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 XV-52 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z22576:
- Indiener: W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-11-29 10:16: Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (35000-XV) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-12-04 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019
Nr. 52 MOTIE VAN DE LEDEN PETERS EN VAN BRENK
Voorgesteld 29Ā november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau de groep werkende armen in aantal toeneemt;
voorts constaterende dat deze werkende armen, waaronder veel zelfstandigen, niet vertegenwoordigd worden door vakbonden en brancheorganisaties;
constaterende dat we best een ingewikkeld systeem van toeslagen en sociale zekerheid hebben;
van oordeel dat werkende armen aandacht en representatie verdienen en dat naar oplossingen moet worden gezocht voor reƫle problemen als pensioen, verzekeringen en inkomen;
verzoekt de regering om:
ā¢ met de polder over deze groeiende groep werkende armen in gesprek te gaan;
ā¢ de SER om een verkenning rondom identificatie van werkende armen in de polder te vragen;
ā¢ en de inkomenspositie van definieerbare groepen als alleenstaanden, eenverdieners met en zonder kinderen, alleenstaande ouders en ouderen, in relatie tot het sociaal minimum, specifiek in beeld te brengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Van Brenk