Motie van het lid Laçin c.s. over de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2018D57422, datum: 2018-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-A-61).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Laçin, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 A-61 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z22602:
- Indiener: C. Laçin, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-11-29 10:00: MIRT (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-12-04 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019
Nr. 61 MOTIE VAN HET LID LAÇIN C.S.
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 29 november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Europese Hof van Justitie heeft uitgesproken dat het Nederlandse stikstofbeleid niet voldoet;
overwegende dat de Raad van State in de eerste helft van 2019 een uitspraak zal doen over de toepassing van het Programma Aanpak Stikstof (PAS);
verzoekt de regering, om een inventarisatie te maken voor welke infrastructuurprojecten de uitspraak van het Europese Hof van Justitie, en straks de Raad van State, over het PAS mogelijk gevolgen kan hebben in Nederland en geen onomkeerbare stappen te nemen in deze projecten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Laçin
Teunissen
Kröger