Motie van de leden Voordewind en Van Haga over koppeling tussen de duur van de detentie aan de hoogte van de betalingen aan veroordeelde Palestijnen
Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2018D57471, datum: 2018-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35000-XVII-44).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid (Ooit Groep Van Haga kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 XVII-44 Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z22647:
- Indiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-11-29 18:45: Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (35000-XVII) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-12-04 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019
Nr. 44 MOTIE VAN DE LEDEN VOORDEWIND EN VAN HAGA
Voorgesteld 29Ā november 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Palestijnse Autoriteit maandelijks geld overmaakt aan veroordeelde Palestijnen, waaronder terroristen in Israƫlische gevangenissen, en aan hun familieleden, en dat de hoogte van de uitkering afhankelijk is van de duur van de detentie;
overwegende dat Nederland zich herhaaldelijk heeft ingespannen via de EU en de VN om deze perverse financiƫle prikkel te beƫindigen;
overwegende dat mede dankzij Nederlandse inspanningen de koppeling tussen de duur van de detentie aan de hoogte van de betalingen groeiende aandacht binnen de EU krijgt;
verzoekt de regering:
ā¢ zich maximaal in te spannen om samen met andere EU-lidstaten en EU-instellingen bij de Palestijnse Autoriteit aan te dringen op loskoppeling van de hoogte van de betalingen aan de detentieduur;
ā¢ indien de Palestijnse Autoriteit geen einde maakt aan de koppeling tussen de lengte van de detentie en de hoogte van de uitkering, volgend jaar de Nederlandse bijdrage aan de salarissen van de Palestijnse Autoriteit voor de juridische sector Ć 1,5 miljoen euro te beĆ«indigen, en het vrijvallende geld via andere partners te besteden aan versterking van de rechtsstaat en de verbetering van mensenrechten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind
Van Haga