Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda OVSE Ministeriële Raad van 6-7 december 2018
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2018D57945, datum: 2018-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-V-50).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.J.E. van Toor, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 V-50 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z22884:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2018-12-11 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-13 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2018-12-19 12:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019
Nr. 50 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 6 december 2018
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 22 november 2018 over de geannoteerde agenda OVSE Ministeriële Raad 6 en 7 december 2018 (Kamerstuk 35 000 V, nr. 48).
De vragen en opmerkingen zijn op 29 november 2018 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 4 december 2018 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Pia Dijkstra
De griffier van de commissie,
Van Toor
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Zij hebben de volgende vragen hierover.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), die op 6 en 7 december aanstaande in Milaan zal plaatsvinden.
De leden van de GroenLinksfractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de OVSE Ministeriële Raad, die plaatsvindt op 6 en 7 december a.s. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen hierover.
Inleiding
De leden van de VVD-fractie zijn bezorgd over de afwezigheid van consensus in de OVSE en de acties van Rusland die het handelen van de OVSE beperken. Is er zicht op een oplossing voor deze impasse? Als dit niet het geval is; wat zijn mogelijke vervolgstappen om de impasse te passeren?
Antwoord van het kabinet
De afwezigheid van consensus binnen de OVSE hangt samen met de actuele politieke situatie in Europa. Zolang deze spanningen voortduren zal het moeilijk blijven overeenstemming te bereiken, met name op gevoelige onderwerpen. De OVSE blijft voor Nederland een forum voor dialoog met Rusland en andere Europese landen, ten einde bij te dragen aan herstel van wederzijds begrip en vertrouwen, als voorwaarde voor het verminderen van de spanningen.
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de voorzichtige vooruitgang die in 2017 werd geboekt in het vredesproces in Moldavië dit jaar een vervolg heeft gekregen met kleine, praktische stappen, die bijdragen aan verbetering in de dagelijkse omgang tussen de partijen in het conflict. De leden maken zich echter nog steeds zorgen over Transnistrië. Klopt het dat Rusland het aantal militairen daar heeft vergroot en de plaatselijke landingsbaan heeft gemoderniseerd? Klopt het dat Rusland actief uitdraagt dat haar soldaten daar slechts «vredeshandhavers» zijn? Klopt het dat Rusland gecombineerde oefeningen doet met de Transnistrische veiligheids- en opsporingsdiensten? Hoe duidt de regering deze Russische acties en welke consequenties worden hieraan verbonden in Europees verband?
Antwoord van het kabinet
Rusland heeft drie bataljons in Transnistrië gelegerd. Moskou stelt dat deze onderdeel uitmaken van de vredesmacht die sinds het vredesakkoord in 1992 actief is in het gebied. Op 22 juni jl. hebben Russische troepen deelgenomen aan een oefening. Mogelijk houdt de timing van die oefening verband met de VN-resolutie over het terugtrekken van troepen uit Moldavië die op dat moment in stemming werd gebracht, een resolutie waar Moskou sterk tegen gekant was. De internationale gemeenschap erkent de onafhankelijkheid van Transnistrië niet. Wel steunt de EU, w.o. Nederland, initiatieven, o.a. in OVSE-verband, die moeten leiden tot vertrouwenwekkende maatregelen tussen Moldavië en Transnistrië. Of het aantal Russische troepen is uitgebreid is het kabinet niet bekend.
De leden van de fractie van GroenLinks vinden het zorgelijk dat de verhoudingen binnen de OVSE gespannen blijven en dat er op veel terreinen geen vooruitgang wordt geboekt. Zij vragen zich af welke andere landen naast Rusland steeds meer de consensus besluitvorming blokkeren bij dossiers als de crisis in Oekraïne? Wat betreft de positieve ontwikkelingen in Moldavië vragen diezelfde leden zich af welke rol de OVSE krijgt in de monitoring van komende verkiezingen en vragen zij zich af of er mogelijk blijvende monitoring van het parlementaire proces erna nodig is, om te bezien of verbeteringen in lijn met het EU-Moldavië associatieakkoord nageleefd worden?
De leden van de fractie van GroenLinks verwelkomen de inzet van Nederland om tot besluiten te komen of verklaringen aan te nemen in alle drie de dimensies van de OVSE. Zij vragen de Minister een inschatting van de haalbaarheid hiervan te geven. Kan de Minister tevens aangeven welke onderwerpen Nederland coördineert binnen de EU en wat gebruikelijk is via het chef-de-file systeem?
Antwoord van het Kabinet
De afwezigheid van consensus binnen de OVSE hangt samen met de actuele politieke situatie in Europa. Zolang deze spanningen voortduren zal het moeilijk blijven overeenstemming te bereiken, met name op gevoelige onderwerpen. De OVSE blijft voor Nederland een forum voor dialoog met Rusland en andere Europese landen, ten einde bij te dragen aan herstel van wederzijds begrip en vertrouwen, als voorwaarde voor het verminderen van de spanningen.
Blokkade van OVSE-besluitvorming gebeurt door verschillende landen en om uiteenlopende redenen. Het is de aard van besprekingen in multilaterale fora dat niet op elk punt consensus bestaat. Dit neemt niet weg dat het voeren van dialoog over deze kwesties in OVSE-verband belangrijk is om elkaars standpunten te begrijpen en te zoeken naar oplossingen.
Nederland treedt binnen de EU op als chef-de-file voor de onderwerpen Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, Nationale minderheden, Women, peace & security, en Cyber security. De chef-de-file coördineert de EU-inzet op het betreffende onderwerp en stelt de ontwerp-gemeenschappelijke verklaringen op.
Moldavië heeft de OVSE uitgenodigd waarnemers te sturen voor de parlementsverkiezingen van 24 februari a.s. De situatie in dit land, ook op het gebied van democratisering, wordt regelmatig met de Moldavische overheid besproken in het EU-associatieakkoord, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse Associatieraad tussen de EU en Moldavië.
De OVSE
De leden van de VVD-fractie vragen zich af welke belemmeringen er nu in de onderhandelingen aangaande rechtspersoonlijkheid voor de OVSE zijn. Hoe belangrijk is de rechtspersoonlijkheid voor Nederland? Kan de Minister bevestigen dat de wenselijkheid van rechtspersoonlijkheid er niet toe leidt dat Nederland concessies doet op andere terreinen?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over de inzet van Nederland voor internationale rechtspersoonlijkheid voor de OVSE in de vorm van een multilateraal verdrag dat geldt voor alle OVSE-lidstaten. Zij vragen zich af hoever de discussie over een juridische oplossing is en met welke landen hierover een coalitie te sluiten valt?
Antwoord van het Kabinet
Sinds 2007 worden onderhandelingen over de internationale rechtspersoonlijkheid van de OVSE gevoerd, waarin een aantal opties naar voren is gekomen. Vooralsnog is er geen zicht op consensus tussen de OVSE-staten over de wijze waarop de internationale rechtspersoonlijkheid juridisch vorm dient te worden gegeven. Nederland en de andere EU Lidstaten zijn voorstander van een multilateraal verdrag dat geldt voor alle OVSE-landen. Indien consensus over deze optie niet mogelijk blijkt, staan de EU-lidstaten open voor een multilateraal verdrag met slechts een beperkt aantal staten buiten de besluitvorming van de OVSE om. De Russische Federatie, gesteund door een aantal voormalige Sovjetstaten, wil alleen een multilateraal verdrag sluiten in combinatie met een statuut. Het statuut zou in dat geval gelden als oprichtingsverdrag van de OVSE als internationaalrechtelijk rechtspersoon. In dit statuut zouden tevens institutionele aspecten, zoals bevoegdheden van organen, moeten worden geregeld. De EU-landen en de VS vinden dat het huidige institutionele kader voldoet en vrezen dat een statuut tot beperkingen van de institutionele structuur van de OVSE kan leiden.
Het ontbreken van internationale rechtspersoonlijkheid heeft onder meer als gevolg dat de OVSE geen verdragen kan sluiten met staten waarin privileges en immuniteiten aan de organisatie en de medewerkers worden toegekend. Dit kan leiden tot juridische problemen voor OVSE-medewerkers. Daarnaast genieten bijvoorbeeld ook het gebouw van waaruit de OVSE-medewerkers opereren en de archieven geen juridische bescherming. Tenslotte is het gebrek aan privileges (bijvoorbeeld belastingvrijstelling) in sommige staten een probleem voor de algemene financiën van de OVSE.
Nederland blijft het belang van internationale rechtspersoonlijkheid van de OVSE benadrukken en streeft naar een oplossing die door alle deelnemende OVSE-staten kan worden gedragen. Concessies op andere terreinen zijn hierbij niet aan de orde.
De Special Monitoring Mission in Oekraïne
De leden van de VVD-fractie vragen zich verder af of de uitoefening van het toezicht op het Akkoord van Minsk door de OVSE Special Monitoring Mission (SMM) belemmeringen ondervindt door de recente ontwikkelingen in de Straat van Kertsj.
De leden van de VVD-fractie vragen zich voorts af welke trendontwikkelingen de SMM heeft waargenomen. Zijn de schendingen toegenomen, zowel kwantitatief als in de aard van de schendingen?
Antwoord van het Kabinet
Er zijn geen berichten dat de OVSE SMM sinds de recente ontwikkelingen in de straat van Kertsj meer belemmeringen ondervindt dan in de periode daarvoor. Uit de rapportage van de OVSE SMM van de dagen 25 november tot 28 november valt een lichte afname van het aantal schendingen van het staakt-het-vuren op te maken.
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen om de Russische spionage bij de OVSE-missie in Oekraïne. Zij hechten veel waarde aan de OVSE-missie die in Oekraïne toeziet op naleving van de Minsk-akkoorden en zijn bezorgd over iedere inbreuk op de veiligheid. Er zou interne en geheime OVSE-informatie zijn aangetroffen in bezit van een agent van de Russische veiligheidsdienst, waaronder e-mails van een OVSE-missieleider, maar ook Russischtalige dossiers over missieleden met daarin persoonlijke informatie.1 Deelt de regering de mening dat vermeende inbreuken een potentieel risico voor het personeel met zich mee kunnen brengen, hetgeen afbreuk doet aan hun privacy en veiligheid en de effectiviteit van de missie als geheel? Welke consequenties moeten volgens de regering aan deze waarnemingen verbonden worden?
Antwoord van het kabinet
Net als bij de OVSE SMM zelf2 bestaan er zorgen dat vermeende inbreuken een potentieel risico op kunnen leveren voor de privacy en veiligheid van de staf, waaronder 4 Nederlandse monitors van de in totaal ongeveer 700 monitors uit 44 verschillende OVSE-deelnemende landen.3Nederland volgt de veiligheidsmaatregelen die de SMM treft, en heeft daartoe onder andere contact met de Chief Monitor, Ambassadeur Apakan.
De leden staan tevens stil bij het bericht dat in Oost-Oekraïne een Amerikaanse OVSE-waarnemer is omgekomen, toen zijn auto op een landmijn reed.4 Op welke wijze wor dt de veiligheid van de OVSE-waarnemers op deze missie bevorderd? Klopt het dat de waarnemers nog steeds op veel plekken niet kunnen komen vanwege Russische bemoeienis? Zo ja, welke consequenties moeten volgens de regering aan deze belemmeringen worden verbonden?
De leden hebben kennisgenomen van het bericht dat de missie 77 beperkingen heeft ondervonden, waaronder 54 gevallen in gebieden die niet door de overheid worden gecontroleerd, waarvan velen in gebieden dichtbij de grens met de Russische Federatie.5 Kan de Minister een schatting geven van de Russische militaire kracht in Oost-Oekraïne? Is de Minister van mening dat er, gelet op het aantal doden dat is gevallen6, gesproken moet worden van een oorlog?
De leden lezen in de geannoteerde agenda dat het mandaat van de waarnemingsmissie in Oekraïne op 31 maart 2019 afloopt. Kan de Minister aangeven of deze missie opnieuw verlengd gaat worden en zo ja, wat wordt de Nederlandse bijdrage?
Antwoord van het Kabinet
Naar aanleiding van het tragische incident in april 2017, waarbij een Amerikaanse waarnemer om het leven kwam, zijn de veiligheidsinstructies en -procedures aangescherpt en is ook het toezicht op de naleving ervan versterkt.
De OVSE SMM heeft inderdaad regelmatig te maken met restricties in zijn bewegingsvrijheid in het gebied in Oost-Oekraïne waar de missie zijn monitoringswerkzaamheden uitvoert. In monitoringsrapportages geeft de OVSE hier ook een weergave van. Voor wat betreft de consequenties die hieraan verbonden worden geldt dat zolang er geen voortgang is in naleving van de Minsk Akkoorden de sancties in het kader van het «EU-sanctieregime territoriale integriteit Oekraïne» niet verlicht zullen worden.
De afgelopen jaren is Russische militaire aanwezigheid in Oost-Oekraïne meermaals aangetoond. Het is lastig een exacte inschatting te maken van de kracht van die aanwezigheid.
Het aantal doden dat is gevallen bij een gewapend conflict speelt geen directe rol in hoe dat conflict getypeerd wordt. Het kabinet spreekt van een gewapend conflict. Dat doet niets af aan de ernst van de situatie en het grote aantal slachtoffers dat is gevallen.
Naar verwachting zal het mandaat van de SMM na afloop van de huidige periode (31 maart 2019) wederom met 12 maanden verlengd worden. De Nederlandse financiële bijdrage aan SMM bedraagt dit jaar circa 3,6 miljoen euro, waarvan 3 miljoen euro verplichte contributie en 600.000 euro vrijwillige bijdrage. Voor de volgende periode van 12 maanden wordt een bijdrage in dezelfde orde van grootte verwacht.
Wat betreft de Special Monitoring Mission in Oekraïne vragen de leden van de fractie van GroenLinks zich af of de Minister verwacht dat het mandaat, dat loopt tot 21 maart 2019, wordt verlengd. Tevens vragen genoemde leden zich af of de SSM voldoende is uitgerust om haar belangrijke taken in geheel Oost-Oekraïne te vervullen en of de veiligheid van OVSE-medewerkers voldoende is gewaarborgd. Indien dit niet zo is, is Nederland dan bereid zich met gelijkgezinden in te zetten voor uitbreiding van het aantal personen binnen de SSM?
Zij vragen zich ook af of Nederland – gezien de ambitie om tot een verklaring over de situatie in Oekraïne te komen – voornemens is de hernieuwde Russische agressie bij de zee van Azov te bespreken. De leden vragen zich af hoe deze militaire agressie zich tot het hebben van Rusland als gesprekspartner in de OVSE verhoudt en hoe hiermee wordt omgegaan in de komende OVSE-Raad. Genoemde leden vragen zich af hoe deze gebeurtenis de kans dat er een gezamenlijke verklaring over Oekraïne komt beïnvloedt. Tevens constateren de leden dat de Minsk-akkoorden nog steeds frequent worden geschonden en vragen zich af of Nederland dit ook wil bespreken.
Antwoord van het Kabinet
Naar verwachting zal het mandaat van de SMM na afloop van de huidige periode op 31 maart 2019 wederom met 12 maanden verlengd worden.
De veiligheid van waarnemers is de eerste prioriteit binnen de SMM. Gedegen veiligheidsprocedures en strikt toezicht op de naleving ervan waarborgen de veiligheid van waarnemers binnen de grenzen van het mogelijke. Er zijn geen aanwijzingen dat (de kwaliteit van) de uitrusting of het aantal waarnemers een belemmering voor de uitoefening van het mandaat vormt.
Het kabinet roept alle partijen aan het conflict in Oost-Oekraïne consequent op de Minsk-akkoorden volledig na te leven. Deze boodschap zal de Minister van Buitenlandse Zaken ook nogmaals onderstrepen in Milaan. Daarbij zal de Minister de gebeurtenissen in de Zee van Azov op 25 november ook aan de orde stellen. Conform de uw Kamer inmiddels bekende Nederlandse inzet zal de focus daarbij liggen op de-escalatie van de spanningen in het gebied. Hierbij zal de Minister Rusland oproepen de gevangengenomen Oekraïense bemanningsleden onmiddellijk vrij te laten en vrije doorvaart door de straat van Kertsj te garanderen.
Juist om deze boodschappen over te kunnen brengen blijft het kabinet van mening dat het van belang is met Rusland in gesprek te blijven, ook als er spanningen zijn in de relatie. De OVSE is daarvoor een belangrijk forum. Het ligt in de rede dat recente gebeurtenissen in de Zee van Azov hun weerslag zullen hebben op de bijeenkomst in Milaan.
Eerste dimensie (politiek-militair)
Structured Dialogue
Wat betreft de eerste dimensie (politiek-militair) hebben de leden van de GroenLinks-fractie de volgende vragen. Zij horen graag wat concrete resultaten zijn van de wapenbeheersing besprekingen met Rusland en of de Minister van mening is dat er voldoende gemeenschappelijke ruimte bestaat met Rusland om hierover afspraken te maken. Daarbij vragen zij zich af of er ook ruimte is voor het overbrengen van kritiek. Tevens vragen zij zich af of er vooruitgang geboekt is wat betreft risicobeperking en vertrouwenwekkende maatregelen. Zij vragen de Minister welke bredere agenda over de Structured Dialogue een eventuele meerderheid voor ogen heeft. Tot slot vragen genoemde leden zich af welke voorstellen voor modernisering van het Weens Document Nederland wil bepleiten en welke steun daarvoor is. Welke bezwaren verwacht het kabinet van Rusland hierbij?
Antwoord van het Kabinet
De Structured Dialogue (SD) heeft tot doel het vastgelopen debat over veiligheid in Europa weer op gang te helpen. Het betreft een informele dialoog, bedoeld om het wederzijds vertrouwen te verbeteren, als basis voor een versterkt conventioneel wapenbeheersingsregime in Europa. Concrete resultaten heeft de dialoog nog niet opgeleverd. Het belang van de SD is dat het momenteel één van de weinige fora is, waar met Rusland over aan wapenbeheersing gerelateerde onderwerpen wordt gesproken.
De bredere agenda betreft voorstellen om binnen de SD ook onderwerpen als terrorisme, migratie en hybride dreigingen te bespreken. Nederland geeft er de voorkeur aan dicht bij het oorspronkelijke mandaat te blijven en de discussie te focussen op risicobeperking, opbouw van vertrouwenwekkende maatregelen en verbetering van contacten tussen militairen van verschillende landen.
Ten aanzien van de modernisering van het Weens Document ligt een voorstel voor dat voorziet in een kleine verlaging van de drempelwaarde (aantal deelnemende manschappen) van militaire oefeningen die aangemeld dienen te worden en waarvoor inspecties mogelijk zijn. Het is het onwaarschijnlijk dat Rusland akkoord zal gaan, aangezien het land zich momenteel tegen elke aanpassing van het Weens Document verzet.
Cybersecurity
De leden van de D66-fractie menen dat de voortgang op het gebied van cybersecurity momenteel stilligt nadat de OVSE hier jarenlang juist een pionierende rol in had. Zij stellen dat met name Rusland de voortgang op de dit dossier bemoeilijkt, maar ook engagement toont zoals de leden lezen in de geannoteerde agenda. Klopt het dat de stilstand op dit dossier met name aan Rusland te wijten is? Zo ja, op welke wijze gebeurt dit? Op welke wijze worden alsnog vorderingen gemaakt? Op welke wijze toont Rusland wel het genoemde engagement en hoe wordt dit benut? Neemt de Minister zich voor een voortrekkersrol te nemen op het Cybersecurity dossier?
De leden van de fractie van GroenLinks merken met instemming op dat op het gebied van cybersecurity voor Nederland in de OVSE prioriteit ligt. Daarbij vragen deze leden zich af hoe de recente hack op de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) de daadkracht van de uitvoering van deze maatregelen beïnvloedt en of de positie van Nederland ten opzichte van vorig jaar verandert en hoe. Zij vragen zich tevens af hoe de inzet van Rusland bij de uitvoering van vertrouwenwekkende maatregelen zich verhoudt tot de recente hackpoging en of Nederland het nog opportuun acht met Rusland hierop samen te werken. In hoeverre kan de uitvoering van een deel van de vertrouwenwekkende maatregelen, zoals het uitwisselen van informatie over nationale cybersecurityactiviteiten en het faciliteren van discussies tussen nationale cybersecurity experts, de cyberveiligheid van Nederland en bondgenoten schaden? Tot slot vragen de leden zich af of de Minister de kans groot acht dat er net zoals vorig jaar weer een verklaring op dit onderwerp tot stand komt.
Antwoord van het Kabinet
Cybersecurity is een prioriteit voor het kabinet binnen de OVSE. Ook het inkomend Slowaaks voorzitterschap heeft aangegeven focus te leggen op cybersecurity. Nederland zal Slowakije hierbij waar mogelijk ondersteunen.
Er ligt dit jaar geen verklaring op het gebied van cybersecurity voor aan de Ministeriële Raad. Er kan voortgebouwd worden op de besluiten van 2016 en 2017.
De cybersecurity discussie binnen de OVSE centreert zich rond de vertrouwenwekkende maatregelen ter vermindering van de risico's op conflict door het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën. De implementatie van de maatregelen loopt nog niet optimaal. Dit komt o.a. door capaciteitsgebrek bij sommige deelnemende staten. Daarnaast worden implementatievoorstellen vaak door Rusland bemoeilijkt, waardoor consensus ontbreekt. Niettemin neemt Rusland wel actief deel aan de OVSE-vergaderingen op dit terrein, waardoor ook in moeilijke tijden dialoog blijft bestaan.
Het kabinet probeert bij implementatie vorderingen te maken door samen met Hongarije, Tsjechië en Roemenië het voortouw te nemen bij het uitwerken van één van deze maatregelen. Dit voorbeeld kan dan door de deelnemende staten gebruikt worden bij de nationale implementatie. Daarnaast ondersteunt Nederland capaciteitsopbouwprojecten om deelnemende staten bij te staan bij de implementatie van maatregelen.
De cyberoperatie tegen de OPCW laat de omvang van de cyberdreiging zien. Deze dreiging noopt Nederland niet alleen om te werken aan de digitale weerbaarheid maar ook via de multilaterale fora, zoals de OVSE, tot overeenstemming te komen over vertrouwenwekkende maatregelen en implementatie daarvan. De inzet van Nederland in de OVSE is niet specifiek gericht op Rusland, maar op alle deelnemende staten. Waar er mogelijkheden zijn binnen de cybersecurity discussie van de OVSE om ook met Rusland multilateraal samen te werken zal Nederland dit afwegen. Onze inzet binnen de OVSE heeft altijd als insteek de nationale veiligheid te bevorderen. Indien er een mogelijkheid bestaat dat een maatregel de nationale veiligheid schaadt, zal implementatie of samenwerking worden heroverwogen.
Tweede dimensie (economie en milieu)
De leden van de fractie van GroenLinks vragen zich af of de Minister kan verhelderen waarom Rusland vindt dat er meer aandacht en geld naar de tweede dimensie moet gaan en of dat naar de mening van de Minister ten koste gaat van inzet op andere terreinen. Deze leden verwelkomen het voorstel van Frankrijk over grensoverschrijdende milieumisdrijven en vragen zich af wat de inzet van Nederland hierop is.
Antwoord van het Kabinet
Het kabinet geeft geen oordeel over de beweegredenen van Rusland om meer aandacht te vragen voor de tweede dimensie.
Nederland stond open voor het Franse voorstel over de milieueffecten van grensoverschrijdende criminaliteit. Inmiddels wordt steeds duidelijker dat dit voorstel weinig kans maakt met consensus aangenomen te worden, mede als gevolg van Russisch verzet.
Derde dimensie (democratisering en mensenrechten)
De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen over de ontwikkelingen op het gebied van persvrijheid en veiligheid voor journalisten in het OVSE-gebied. De leden hebben met ontsteltenis kennisgenomen van de dood van de journaliste Galizia in Malta, de dood van de onderzoeksjournalist Kuciak in Slowakije en de bredere neerwaartse trend op het gebied van persvrijheid in het OVSE-gebied. Welke instrumenten zijn er binnen de OVSE voor handen om deze trend te keren?
De leden van de fractie van GroenLinks verwelkomen de inzet van Nederland op het gebied van de bescherming van journalisten, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en de positie van vrouwen. Kan de Minister toelichten hoe in dit kader aandacht wordt gevraagd voor de verslechterde situatie van bijvoorbeeld de persvrijheid in Hongarije? Kan de Minister toelichten of en welke projectondersteuningsmogelijkheden er vanuit de OVSE zijn voor EU-lidstaten waar de rechtsstaat en persvrijheid en onder druk staan?
Antwoord van het Kabinet
Vrije en onafhankelijke media zijn een hoeksteen van democratische samenlevingen. Mediavrijheid valt binnen de OVSE in het mandaat van de Vertegenwoordiger inzake Mediavrijheid (Representative on Freedom of the Media, RFoM), Harlem Désir. RFoM werkt nauw samen met de autoriteiten ter plekke om straffeloosheid van geweld tegen journalisten aan te pakken. Dit doet hij door het geven van advies en het oproepen tot vervolging van daders. Zo zijn in samenwerking met de autoriteiten van deelnemende staten door RFoM in het verleden werkgroepen en commissies opgezet om onderzoek te doen in zaken waar journalisten zijn vermoord. Hiervoor is wel de politieke wil en steun van de betrokken landen nodig. Ook verstrekt RFoM juridisch advies aan deelnemende staten over voorgestelde wetgeving die van invloed kan zijn op de vrijheid van meningsuiting en de regulering van media. Vanuit het kantoor van de RFoM worden bijvoorbeeld ook projecten gefinancierd gericht op trainen van rechters en officieren van justitie. Afgelopen jaar heeft RFoM verschillende keren aandacht gevraagd voor de situatie in Hongarije.
Daarnaast komen deze onderwerpen en andere, zoals mediavrijheid op het internet en media pluralisme, ook aan bod tijdens de wekelijkse Permanente Raad in Wenen. Hier worden verklaringen uitgesproken en bijeenkomsten met het maatschappelijk middenveld georganiseerd. Tijdens de jaarlijkse HDIM (Human Dimension Implementation Meeting) gaan de deelnemende staten en het maatschappelijk middenveld met elkaar in dialoog.
In beginsel kunnen in alle EU-Lidstaten, door de OVSE, projecten op het gebied van de rechtsstaat en persvrijheid worden geïmplementeerd. Zo heeft ODIHR (Office for Democratic Institutions and Human Rights) aangeboden op het gebied van rechtsstaat Hongarije bij te staan met juridische adviezen en herziening van wetsontwerpen.
Overig(e)
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister het onderwerp van regulering en praktische bescherming tegen drones en killer robots ook in de OVSE op de agenda wil zetten en of hij bereid is in de uitwerking daarvan een leidende rol te nemen.
Antwoord van het Kabinet
Het kabinet is van mening dat de discussie over internationaalrechtelijke aspecten van
autonome wapensystemen in de eerste plaats in het kader van de Conventie inzake Bepaalde Conventionele Wapens (CCW) te Genève – waar o.a. alle NAVO-landen en ook Rusland partij bij zijn – dient te worden gevoerd.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of het uitblijven van een Russische reactie omtrent het inzetten van het Moskou Mechanisme voor het beschermen van LGBTI belangen in Tsjetsjenië een belemmering vormt voor het inzetten van het Moskou Mechanisme. Als dit het geval is, hoe kan de praktische rechtsbescherming van de LGBTI’s in Tsjetsjenië dan wel gewaarborgd worden?
Antwoord van het Kabinet
Nee, dit heeft geen belemmering gevormd voor de inzet van het Moskou Mechanisme. Het rapport is door een onafhankelijke expert geschreven en aan Rusland gestuurd voor reactie. Daar heeft Rusland twee weken de tijd voor. Daarna zal het rapport in de OVSE Permanente Raad besproken worden.
Wel betreurt het kabinet dat Rusland geen toegang heeft verleend aan de expert voor zijn onderzoek en dat Rusland zelf geen expert heeft aangedragen, waarvoor het Moskou Mechanisme de mogelijkheid biedt.
De leden van de D66-fractie hebben met ontzetting kennisgenomen van de aanwezigheid van de Russische president Poetin op de bruiloft van de Oostenrijkse Minister Karin Kneissl van Buitenlandse Zaken.7 Dit terwijl de Russen tientallen jaren Oostenrijk bespioneerden.8 Hoe duidt de Minister deze gang van zaken? Is de Oostenrijkse regering zich bewust van deze Russische dreiging?
Antwoord van het Kabinet
Het kabinet laat zich niet uit over privébezoeken of bruiloften van buitenlandse regeringsfunctionarissen. Het kabinet is op de hoogte dat Oostenrijk een kolonel b.d. verdenkt van spionage voor Rusland. De Oostenrijkse bondskanselier Kurz heeft spionage door Rusland «onaanvaardbaar» genoemd en Rusland veroordeeld.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/07/17/russische-spionage-bij-ovse-missie-in-oekraine-a1610373↩︎
https://www.osce.org/special-monitoring-mission-to-ukraine/388286↩︎
https://www.osce.org/special-monitoring-mission-to-ukraine/404798?download=true↩︎
https://nos.nl/artikel/2169768-ovse-waarnemer-omgekomen-in-oost-oekraine.html↩︎
https://www.unian.info/war/10346148-osce-confirms-216-civilian-casualties-in-donbas-since-year-start.html↩︎
https://www.nd.nl/nieuws/buitenland/dodelijk-stil-over-oost-oekraine.3154423.lynkx↩︎
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/08/16/poetin-luistert-huwelijk-van-oostenrijkse-minister-op-a1613303↩︎
https://www.telegraaf.nl/nieuws/2780729/oostenrijkse-officier-spioneerde-voor-russen↩︎