Voorstel van wet
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs
Voorstel van wet
Nummer: 2018D58055, datum: 2018-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35104-2).
Onderdeel van kamerstukdossier 35104 -2 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs .
Onderdeel van zaak 2018Z22938:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-12-06 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-13 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-01-24 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-02-13 14:00: Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-07-04 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-07-04 14:10: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-05 11:15: Wet afschaffing fusietoets in het funderend onderwijs (35104) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-09-10 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 104 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap op scholen aan te passen in verband met het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In hoofdstuk I, titel III vervallen de opschriften «Afdeling 1. Fusietoets» en «Afdeling 2. Overige bepalingen».
B
In artikel 64, eerste lid, wordt «In deze afdeling» vervangen door «In artikel 64a».
C
Artikel 64a komt als volgt te luiden:
Artikel 64a Fusie-effectrapportage
1. Het bevoegd gezag dan wel de betrokken bevoegde gezagsorganen stellen een fusie-effectrapportage op voor iedere institutionele of bestuurlijke fusie.
2. De fusie-effectrapportage bevat ten minste een weergave van:
a. de motieven voor de fusie;
b. de alternatieven voor de fusie;
c. het tijdsbestek waarbinnen de fusie zal worden gerealiseerd;
d. de met de fusie te bereiken doelen;
e. de effecten van de fusie op de keuzevrijheid, in het bijzonder de effecten van de fusie op de spreiding en omvang van de rechtspersonen en scholen in het voedingsgebied, de onderwijskundige en bestuurlijke diversiteit van het onderwijsaanbod in het voedingsgebied;
f. de effecten van de fusie op de menselijke maat;
g. de financiële en personele gevolgen en de gevolgen voor leerlingen van de fusie, waaronder begrepen de gevolgen voor de voorzieningen;
h. de wijze waarop over de fusie wordt gecommuniceerd;
i. de wijze waarop de fusie wordt geëvalueerd; en
j. een advies van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente of gemeenten over de wenselijkheid van de voorgestelde fusie.
3. Bij ministeriële regeling wordt een modelformulier voor de fusie-effectrapportage vastgesteld.
D
De artikelen 64b, 64c en 64d vervallen.
ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In titel II, afdeling I, vervalt het opschrift «Hoofdstuk V. Fusies».
B
In artikel 53e, eerste lid, wordt «In deze afdeling» vervangen door «In artikel 53f».
C
Artikel 53f komt als volgt te luiden:
Artikel 53f. Fusie-effectrapportage
1. Het bevoegd gezag dan wel de betrokken bevoegde gezagsorganen stellen een fusie-effectrapportage op voor iedere institutionele of bestuurlijke fusie.
2. De fusie-effectrapportage bevat ten minste een weergave van:
a. de motieven voor de fusie;
b. de alternatieven voor de fusie;
c. het tijdsbestek waarbinnen de fusie zal worden gerealiseerd;
d. de met de fusie te bereiken doelen;
e. de effecten van de fusie op de keuzevrijheid, in het bijzonder de effecten van de fusie op de spreiding en omvang van de rechtspersonen en vestigingen van scholen in de gemeenten waarin de huidige leerlingen van die scholen woonachtig zijn, de onderwijskundige en bestuurlijke diversiteit van het onderwijsaanbod in de betreffende gemeenten;
f. de effecten van de fusie op de menselijke maat;
g. de financiële en personele gevolgen en de gevolgen voor leerlingen van de fusie, waaronder begrepen de gevolgen voor de voorzieningen;
h. de wijze waarop over de fusie wordt gecommuniceerd;
i. de wijze waarop de fusie wordt geëvalueerd; en
j. een advies van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente of gemeenten over de wenselijkheid van de voorgestelde fusie.
3. Bij ministeriële regeling wordt een modelformulier voor de fusie-effectrapportage vastgesteld.
C
De artikelen 53g, 53h en 53i vervallen.
D
Artikel 72 komt als volgt te luiden:
Artikel 72. Samenvoeging scholen of scholengemeenschappen
1. Met inachtneming van artikel 53f kan Onze Minister een school of scholengemeenschap die is ontstaan door samenvoeging van scholen of scholengemeenschappen voor bekostiging in aanmerking brengen, indien:
a. voor alle bij de samenvoeging betrokken scholen of scholengemeenschappen geldt dat ten minste een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van de leerlingen van een vestiging van die school of scholengemeenschap afkomstig is uit dezelfde postcodegebieden als de leerlingen van een vestiging van een andere bij de samenvoeging betrokken school of scholengemeenschap; of
b. voor ten minste een van de bij de samenvoeging betrokken scholen of scholengemeenschappen sprake is van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 108, vierde lid.
2. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister met inachtneming van artikel 53f een school of scholengemeenschap die is ontstaan door samenvoeging van scholen of scholengemeenschappen voor bekostiging in aanmerking brengen indien de bij de samenvoeging betrokken vestigingen van de scholen of scholengemeenschappen zijn gelegen in dezelfde gemeente dan wel in aangrenzende gemeenten.
3. Na een samenvoeging kan op een vestiging in elk geval onderwijs worden verzorgd in dezelfde schoolsoorten, in dezelfde profielen als bedoeld in de artikelen 10b en 10d en in dezelfde leerjaren als op de desbetreffende vestiging voor de samenvoeging werd verzorgd.
4. Een samenvoeging kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 augustus van enig kalenderjaar.
E
Artikel 72a komt als volgt te luiden:
Artikel 72a. Verticale scholengemeenschappen
1. Met inachtneming van artikel 53f en van de artikelen 2.1.8 tot en met 2.1.12 van de Wet educatie en beroepsonderwijs kan Onze Minister voor bekostiging in aanmerking brengen een school:
a. voor mavo, vbo of praktijkonderwijs die wordt samengevoegd met een verticale scholengemeenschap waar een regionaal opleidingencentrum onderdeel van uitmaakt, indien ten minste een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van de leerlingen van een vestiging van de bij de samenvoeging betrokken school voor mavo, vbo of praktijkonderwijs afkomstig is uit dezelfde postcodegebieden als de leerlingen van een vestiging van de verticale scholengemeenschap,
b. voor mavo of praktijkonderwijs die wordt samengevoegd met een verticale scholengemeenschap waar een agrarisch opleidingscentrum onderdeel van uitmaakt, indien ten minste een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van de leerlingen van een vestiging van de bij de samenvoeging betrokken school voor mavo of praktijkonderwijs afkomstig is uit dezelfde postcodegebieden als de leerlingen van een vestiging van de verticale scholengemeenschap; of
c. waarvoor ten minste een van de bij de samenvoeging betrokken school of verticale scholenscholengemeenschap sprake is van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 108, vierde lid.
2. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister met inachtneming van artikel 53f en van de artikelen 2.1.8 tot en met 2.1.12 van de Wet educatie en beroepsonderwijs een school of scholengemeenschap die is ontstaan door samenvoeging van scholen of scholengemeenschappen voor bekostiging in aanmerking brengen indien de bij de samenvoeging betrokken vestigingen van de scholen of scholengemeenschappen zijn gelegen in dezelfde gemeente dan wel in aangrenzende gemeenten.
3. Na een samenvoeging kan op een vestiging in elk geval onderwijs worden verzorgd in dezelfde schoolsoorten, in dezelfde profielen als bedoeld in de artikelen 10b en 10d en in dezelfde leerjaren als op de desbetreffende vestiging voor de samenvoeging werd verzorgd.
4. Een samenvoeging kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 augustus van enig kalenderjaar.
ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
In titel III, afdeling 1, vervallen de opschriften «Afdeling 1. Fusietoets» en «Afdeling 2. Overige bepalingen».
B
In artikel 66, eerste lid, wordt «In deze afdeling»» vervangen door «In artikel 66a».
C
Artikel 66a komt als volgt te luiden:
Artikel 66a Fusie-effectrapportage
1. Het bevoegd gezag dan wel de betrokken bevoegde gezagsorganen stellen een fusie-effectrapportage op voor iedere institutionele of bestuurlijke fusie.
2. De fusie-effectrapportage bevat ten minste een weergave van:
a. de motieven voor de fusie;
b. de alternatieven voor de fusie;
c. het tijdsbestek waarbinnen de fusie zal worden gerealiseerd;
d. de met de fusie te bereiken doelen;
e. de effecten van de fusie op de keuzevrijheid, in het bijzonder de effecten van de fusie op de spreiding en omvang van de rechtspersonen en scholen in het voedingsgebied, de onderwijskundige en bestuurlijke diversiteit van het onderwijsaanbod in het voedingsgebied;
f. de effecten van de fusie op de menselijke maat;
g. de financiële en personele gevolgen en de gevolgen voor leerlingen van de fusie, waaronder begrepen de gevolgen voor de voorzieningen;
h. de wijze waarop over de fusie wordt gecommuniceerd;
i. de wijze waarop de fusie wordt geëvalueerd; en
j. een advies van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente of gemeenten over de wenselijkheid van de voorgestelde fusie.
3. Bij ministeriële regeling wordt een modelformulier voor de fusie-effectrapportage vastgesteld.
D
De artikelen 66b, 66c en 66d vervallen.
ARTIKEL IV. WIJZIGING WET MEDEZEGGENSCHAP OP SCHOLEN
In artikel 10, eerste lid, onderdeel h, van de Wet medezeggenschap op scholen, wordt «bedoeld in artikel 64b van de Wet op het primair onderwijs, artikel 66b van de Wet op de expertisecentra en artikel 53f van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door «bedoeld in artikel 64a van de Wet op het primair onderwijs, artikel 66a van de Wet op de expertisecentra en artikel 53f van de Wet op het voortgezet onderwijs».
ARTIKEL V. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,