[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 28 november 2018, over Nucleaire Veiligheid

Opwerking van radioactief materiaal

Verslag van een algemeen overleg

Nummer: 2018D58062, datum: 2019-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25422-250).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25422 -250 Opwerking van radioactief materiaal.

Onderdeel van zaak 2018Z13064:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 250 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 9 januari 2019

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 28 november 2018 overleg gevoerd met mevrouw Van Veldhoven, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, over:

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 2 juli 2018 inzake resultaten van de zesde toetsingsconferentie van de Joint Convention (Kamerstuk 25 422, nr. 225);

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 29 augustus 2018 inzake tweede nationale rapportage Richtlijn 2011/70/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval (Kamerstuk 25 422, nr. 226);

de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 20 juli 2018 inzake fiche: MFK – Verordening financieel programma ontmanteling nucleaire faciliteiten en beheer kernafval (Kamerstuk 22 112, nr. 2671);

de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 17 augustus 2018 inzake fiche: MFK – Verordening tot vaststelling van een Europees instrument voor nucleaire veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 2683);

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 11 september 2018 inzake reactie op het verzoek van het lid Thieme, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 5 juli 2018, over de ontdekking dat de kerncentrale van Tihange 3 constructiefouten bevat (Kamerstuk 25 422, nr. 228);

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 24 september 2018 inzake reactie op het verzoek van het lid Laçin, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 21 juni 2018, over het bericht «Vier verdachten opgepakt voor verhandelen grote hoeveelheid radioactief afval» (Kamerstuk 25 422, nr. 229);

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 18 oktober 2018 inzake verschillende nucleaire en stralingsbeschermingsonderwerpen (Kamerstuk 25 422, nr. 238);

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 19 november 2018 inzake reactie op verzoek commissie op het nieuwsbericht van de VRT «Extra problemen vastgesteld bij kernreactor Tihange 2: betonijzer blijkt niet op de juiste plaats te zitten» (Kamerstuk 25 422, nr. 239);

de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 26 november 2018 inzake belangrijkste bevindingen Integrated Regulatory Review Service (IRRS) Follow Up-missie (Kamerstuk 25 422, nr. 240).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder

De griffier van de commissie,
Israel

Voorzitter: Ziengs

Griffier: Koerselman

Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Van Aalst, Beckerman, Dik-Faber, Van Eijs, Kröger, Von Martels, Wassenberg en Ziengs,

en mevrouw Van Veldhoven, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

Aanvang 14.30 uur.

De voorzitter:

Hartelijk welkom bij het algemeen overleg van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat met als onderwerp nucleaire veiligheid. Ter linkerzijde zijn inmiddels de volgende leden aangeschoven: mevrouw Van Eijs namens D66, de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren, mevrouw Beckerman namens de SP, de heer Van Aalst namens de PVV, de heer Von Martels namens het CDA en mevrouw Kröger namens GroenLinks. Ik mag uw voorzitter zijn vandaag, maar ik zal straks als lid van deze commissie ook een inbreng doen namens de VVD. Ter rechterzijde is de Staatssecretaris inmiddels aangeschoven met haar staf. Welkom aan het publiek op de publieke tribune en ook welkom aan de mensen die dit online volgen. Er staat ongeveer drie uur voor dit overleg. Ik zie dat de heer Wassenberg daar al een opmerking over wil plaatsen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Niet over de duur, voorzitter. Maar ik maak formeel geen deel uit van deze commissie, dus volgens mij moet ik even aan mijn collega's vragen of ik hier bij mag zijn.

De voorzitter:

Het is goed dat u dat even meldt. Ik zie allemaal nee schudden... O nee. De heer Von Martels heeft hierover vast een woordgrap.

De heer Von Martels (CDA):

Ik zou graag zien dat het voortaan in drievoud wordt ingediend.

De voorzitter:

Ik wist dat er wat kwam. Volgens mij is er instemming dat u hier namens de Partij voor de Dieren aan tafel plaats neemt en ook uw inbreng gaat doen. Ik stel voor: vier minuten spreektijd en daarnaast twee interrupties in tweeën. Ik geef het woord aan mevrouw Van Eijs namens D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

«Je ruimt je eigen rotzooi op.» Voorzitter. Ik kan het hierover alleen maar eens zijn met mijn collega's. De vervuiler betaalt. Daarover moeten we het vandaag hebben. 500 proefballonnen werden dit weekend opgelaten en daar waren mensen terecht verontwaardigd over. Maar dan hebben we het nog niet gehad over de grootste proefballon van de afgelopen maand: kernenergie. Er is in debatten stilgestaan bij de kosten en het rendement – dat er niet is – van de bouw van een nieuwe centrale. In deze debatten ging het wat mij betreft te weinig over de rotzooi die kernenergie met zich meebrengt. Kernafval blijft namelijk honderdduizenden jaren actief, met grote risico's voor milieu en de volksgezondheid. De kosten van kernafvalopslag blijven onzeker. Het lijkt wel op hozen in een lekke boot. Misschien hebben de voorstanders het idee dat onze kleinkinderen het wel oplossen. Zonder nieuwe kerncentrale zitten we straks al met 170.000 vaten kernafval waarvan zo'n 1.200 vaten hoogradioactief afval bevatten. Dat afval, afkomstig van onder andere Borssele en het al gesloten Dodewaard, kan tot tienduizenden jaren radioactief blijven. Dus schuiven we dit door naar de volgende generaties. Laten we nu verantwoordelijkheid nemen.

Voorzitter. Kerncentrales zijn net als het oplaten van ballonnen niet meer van deze tijd, dus moeten we onze verantwoordelijkheid nemen als het gaat om kernafval en de ontmanteling van kerncentrales en moeten we met duurzame oplossingen komen. Dat betekent vooruitdenken en daadwerkelijk stappen nemen. Eind mei vond de zesde toetsingsconferentie plaats in Nederland. Ik wil vandaag twee uitdagingen adresseren die tijdens deze conferentie zijn benoemd. De eerste uitdaging: de route naar de eindberging van radioactief afval en het opzetten van een klankbordgroep. De tweede uitdaging: beleid op ontmanteling, of eigenlijk de vraag waar dit beleid blijft. In landen zoals Frankrijk en Duitsland zien we dat er doordachte ontmantelingsplannen zijn voor kerncentrales en dat kerncentrales daadwerkelijk ontmanteld zijn. Een goed voorbeeld is de kerncentrale Niederheimbach. Van 1987 tot 1995 vond de demontage en verwijdering plaats, met succes. Dit was destijds Europa's eerste complete ontmanteling van een kerncentrale tot aan het groene veld. In Nederland hebben we de kerncentrale Dodewaard, die pas in 2040 wordt ontmanteld. We zien nu een stillegging voor 45 jaar, waarmee er allerlei risico's ontstaan. Is het niet verstandig om nu al te beginnen met de ontmanteling of het opstellen van een gedegen ontmantelingsplan? Neem de ontmanteling van de Duitse kerncentrale Niederheimbach als voorbeeld. Daar was een stillegging voor dertien jaar, waarna de centrale in twee fases geheel werd ontmanteld. Waar is ons plan voor ontmanteling?

Voorzitter. Dan over de route naar de eindberging van radioactief afval. In mei dit jaar, bij het vorige AO, gaf de Staatssecretaris aan dat zij dit najaar meer duidelijkheid zou kunnen geven over hoe het onderzoek van de kwartiermaker eruit zou komen te zien en welke aspecten er allemaal bij het onderzoek zouden komen kijken. Er was al geadviseerd om een klankbordgroep te vormen om de maatschappij erbij te betrekken. Kan de Staatssecretaris meer duidelijkheid geven over de vraag wie allemaal betrokken worden bij die klankbordgroep? Hoe gaat de route naar eindberging eruitzien? Hoelang gaat het duren?

Wat D66 betreft ruimen we inderdaad onze eigen rotzooi op en schuiven we die niet door naar volgende generaties. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Ruim binnen de tijd, maar er is nog een interruptie van de heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Ik gaf mevrouw Van Eijs even de gelegenheid om haar verhaal af te maken. D66 zegt vandaag weer heel duidelijk nee tegen kernenergie. Er zijn ook allerlei technologische ontwikkelingen. We hebben onder andere thorium. Is de uitspraak die vandaag wordt gedaan, een uitspraak die geldt tot in lengte der jaren? Of is dit alleen met de kennis van vandaag?

Mevrouw Van Eijs (D66):

De oproep in eerste instantie was om nu een nieuwe kerncentrale te gaan bouwen, op basis van de huidige technologische stand van zaken dus. Dat is geen kernfusie- en dat is geen thoriumreactor. De uitspraak die ik nu doe gaat over de kernenergie die nu mogelijk is.

De voorzitter:

De heer Von Martels in tweede instantie.

De heer Von Martels (CDA):

Ik proef in de woorden van mevrouw Van Eijs dat ze het niet uitgesloten acht dat het onderwerp ooit weer op de agenda wordt geplaatst en dat D66 dan op een constructieve manier wil meedenken over de mogelijkheden van deze of andere vormen van kernenergie.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik heb gehoord dat het volgens de laatste inschattingen nog 30 jaar kan duren voordat we iets werkends op thoriumgebied hebben. Ik zou niet willen spreken voor degenen die over 30 jaar namens D66 in de Kamer zitten.

De heer Van Aalst (PVV):

We zien wel vaker dat binnen een coalitie de meningen wat verdeeld zijn. Als we naar de realiteit kijken, zien we in de Kamer een meerderheid voor kernenergie. Wat betekent dat volgens D66 voor dit kabinet, mocht er een meerderheid zijn om kernenergie verder te ontwikkelen?

Mevrouw Van Eijs (D66):

Het is leuk om zetels te tellen en dat is ook heel belangrijk, net als de politieke wil, maar de realiteit gebiedt te zeggen dat behalve wat ik net zei – er is een hoop rotzooi en er is nog steeds geen oplossing voor het kernafvalprobleem – er nu geen goede businesscase voor te maken is. Niemand wil het ding verzekeren. Het ding is onbetaalbaar om te bouwen. Je moet dat laten doen door Chinezen. Ik kan zo nog wel even doorgaan. U kunt wijzen op een meerderheid in de Kamer, maar ik wijs graag op de realiteit.

De heer Van Aalst (PVV):

De realiteit? U bent het in ieder geval met mij mee eens dat er een meerderheid in de Kamer is. Is er een kabinet mogelijk met D66 en kernenergie, als die meerderheid er is?

Mevrouw Van Eijs (D66):

Het is een beetje een meervoudige vraag. Ik denk dat het nu echt niet aan de orde is. Wat dat betreft vind ik het jammer dat we het daar heel veel over hebben en minder over het oplossen van de problemen met het ontmantelen van kerncentrales en het zoeken naar een duurzaam alternatief. Dat is ook mijn grootste probleem met die hele discussie. Het is een heel theoretische discussie, terwijl er heel praktische problemen liggen. We kunnen het hebben over de vraag of D66 ooit in de toekomst in een kabinet et cetera, maar wat mij betreft kunnen we het beter hebben over de vraag hoe we deze rotzooi opruimen en hoe we zorgen voor een duurzaam alternatief.

De voorzitter:

Dank u wel. Inmiddels is ook mevrouw Dik-Faber aangeschoven namens de ChristenUnie. Ik geef vervolgens graag het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga het vandaag hebben over Petten en Borssele, maar ik begin met Tihange. Bij het laatste debat over kerncentrales in België werd door de PVV en het CDA gezegd dat mensen in Limburg, Brabant en Zeeland zich niet ongerust hoefden te maken over de veiligheid, want het FANC, de Belgische nucleaire waakhond, zou erbovenop zitten. Maar het FANC kan alleen controleren wat zichtbaar is. Tijdens het geplande onderhoud van Tihange 3 werd duidelijk dat mankementen lang verborgen kunnen blijven. De Staatssecretaris schrijft op 11 september dat het beton in het gebouw van het back-upnoodsysteem van Tihange 3 beschadigd is. Nader onderzoek toont aan dat er fouten zijn gemaakt in de bewapening van het beton. Die fouten zijn gemaakt tijdens de bouw van de kerncentrale, schrijft de Staatssecretaris. Tihange 3 draait al sinds 1985 en al die tijd dus met een ernstige constructiefout die nooit eerder was opgemerkt. Tihange 3 heeft dus 33 jaar lang gedraaid op een manier waarvan het FANC nu zegt: op deze manier kan de veiligheid niet gegarandeerd worden. Een kerncentrale kan dus ook draaien zolang de fout nog niet ontdekt is.

Voorzitter. Bij het plenaire debat in september over nucleaire veiligheid zei de Staatssecretaris: Borssele is veilig, want anders zou Borssele ook niet draaien. Maar een kerncentrale kan dus ook draaien zolang een fout nog niet ontdekt is. Begrijpt de Staatssecretaris dat ik me met andere Limburgers zorgen maak over wat we weten van Tihange en vooral over wat we niet weten van Tihange?

Voorzitter. Vorige week zegde de Staatssecretaris toe aan de Vereniging Stop Tihange Nederland om een bijeenkomst te organiseren waar de nucleaire waakhonden van Nederland, België en Duitsland in gesprek gaan met experts van de Vereniging Stop Tihange Nederland. Zal deze bijeenkomst openbaar zijn? Zal er een evenwichtige vertegenwoordiging van alle belangen zijn, want er zijn ook andere betrokken ngo's die experts willen aandragen?

Voorzitter, dan de grensoverschrijdende samenwerking bij mogelijke kernongevallen. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft daar begin dit jaar harde noten over gekraakt en vond een halfjaar later, in juli, dat de Staatssecretaris onvoldoende had gedaan om verbeteringen aan te brengen. We hebben daarover gedebatteerd in september. Toen zei de Staatssecretaris dat verbeteracties wel op de rol stonden maar nog niet waren doorgevoerd, dus dat de OVV daar niet over kon oordelen. Mijn vraag: is de OVV inmiddels op de hoogte gesteld van deze verbeteracties en, zo ja, kan de OVV hierover een beoordeling geven?

Dan wil ik nog iets weten over de afvoer en de opslag van hoogradioactief afval van NRG in Petten. In de huidige opslag zijn de vaten gaan roesten, waardoor een aantal klem is komen te zitten en alleen met heel veel moeite en met heel veel geld – 117 miljoen euro belastinggeld – is dat afval nu boven de grond te halen. Het afval wordt nu afgevoerd naar Dessel in België. Daar wordt het tot platte schijven samengeperst. Die hoogradioactieve schijven worden dan naar Zeeland gebracht, waar ze tot 2130 worden opgeslagen bij de COVRA. Daar heb ik een paar vragen over. Kan de Staatssecretaris garanderen dat er bij het transport gekozen wordt voor de allerveiligste manier van transport en niet voor de goedkoopste manier? Hoe kan de Staatssecretaris daar toezicht op houden? Hoe wordt voorkomen dat er opnieuw grote problemen ontstaan in de opslag van het samengeperste materiaal? Immers, als er iets misgaat, kan het moeilijker en kostbaarder zijn om de vaten te herstellen als het materiaal is samengeperst. Graag een reactie.

Als allerlaatste Borssele. Inmiddels lijkt ook de houdbaarheidsdatum van deze Nederlandse kerncentrale ruim gepasseerd. De centrale lag dit jaar een aantal keer stil. Bij het plenaire debat over nucleaire veiligheid zei de Staatssecretaris: Borssele is veilig, want anders zou Borssele niet draaien. Maar goed, we zagen bij Tihange dat het mogelijk is dat gebreken niet worden opgemerkt en dat een centrale dus ook niet wordt stilgelegd. Hoe vaak moet Borssele nog uitvallen, voordat de sluitingsdatum van die kerncentrale heroverwogen wordt?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Beckerman namens de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Het is altijd heerlijk om na de heer Wassenberg te zijn, want dan weet je dat je je betoog, dat misschien te lang is, toch binnen de tijd kunt afronden omdat hij al veel vragen heeft gesteld.

Voorzitter. De SP wil geen nieuwe kerncentrale in Nederland. Inmiddels is de discussie opgelaaid en al even snel weer gaan liggen. Maar wat er nog wel ligt zijn drie locaties in Nederland die al sinds 1977 in beeld zijn als plaats voor een mogelijk nieuwe kerncentrale: de Maasvlakte, Borssele en de Eemshaven. Zijn deze locaties, gelet op de veiligheid, wel geschikt of nog wel geschikt? Groningen heeft door de gaswinning al enkele jaren veel last van aardbevingen. Rekening moet worden gehouden met een grotere beving. Cynisch genoeg weten we sinds gisteren dat de NAM al plannen klaar heeft liggen voor als die klap komt en er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Maar wat betekent dat voor een mogelijke centrale in de Eemshaven? Kan dat wel veilig?

In 2015 beloofde Minister Kamp dat bij een evaluatie in 2016 er meer aandacht zou worden besteed aan de aardbevingen in relatie tot de reservering van grond voor een kerncentrale. Heeft die evaluatie plaatsgevonden en, zo ja, wat waren de uitkomsten? Wat de SP betreft wordt deze locatie geschrapt. Groningen heeft al zo veel ellende gehad.

Mevrouw Van Eijs zei het al, we hebben het over een nieuwe centrale terwijl we nog de rotzooi van die oude aan het opruimen zijn. Dat probleem is nog niet opgelost. Ik wil aansluiten bij de vragen die gesteld zijn door mevrouw Van Eijs en de heer Wassenberg over de eindberging en ook over de instelling van een klankbordgroep. Daarover zou nu meer duidelijkheid zijn, zo werd gezegd.

Voorzitter. Ook ik ga nog even naar België. De problemen in België door de verouderde rommelreactoren duren voort. Doel 1 blijft nog langer dicht dan al gepland was. Na een lek in een koelsysteem waarbij radioactief water vrijkwam, moest de centrale stil worden gelegd. Hij kan echter niet opnieuw worden opgestart omdat er weer een nieuw lek is ontdekt. Al eerder bleken de problemen bij Doel 1 en 2 groter dan verwacht en werd de heropstart uitgesteld. Is de oorzaak van het lek inmiddels bekend, vraag ik de Staatssecretaris. Op dit moment draaien twee van de zeven reactoren. België heeft zijn taskforce bijeen geroepen. Op dit moment helpt Nederland België de winter door. Als we kijken naar het probleem met elektriciteit in België, zien we dat hun buurland Frankrijk nauwelijks of minimaal helpt en dat een groot deel uit Nederland komt. In relatie daarmee vraag ik of de Staatssecretaris ook betrokken is bij taskforce in België.

Mag ik vragen hoe lang ik nog heb, voorzitter?

De voorzitter:

Een minuut.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ah, een minuut. Dan heb ik nog twee onderwerpen. Het eerste is dat ik samen met de heer Wassenberg een motie aangenomen heb gekregen over een website, waar de Staatssecretaris heel netjes op terugkomt in haar brief. Die website ziet er goed uit. Via de website moet je kunnen doorklikken naar de lokale plannen voor als een ramp plaatsvindt. Ik zie dat die website van alles samenbrengt. Het ziet er ook duidelijk en overzichtelijk uit. Maar als je op die website doorklikt naar Groningen – dan kom ik daar weer even op – zie je dat er nog steeds geen plan is. Dat wilde ik noemen.

Ik zie nu de hand van het voorzitter naar het knopje gaan, dus dan moet ik naar Petten. Mijn vraag is of er, gelet op de problemen die daar zijn ontstaan, ook gekeken wordt of die reactor sneller ontmanteld moet worden. Ik denk dat ik nu moet stoppen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Keurig binnen de tijd. Dan de heer Van Aalst namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Ik ga netjes binnen de tijd blijven. Maakt u zich niet druk.

Het gaat goed met de opwekking van kernenergie in Nederland. Als je de 68 landen mag geloven die net als wij zijn aangesloten bij het Internationaal Atoomenergieagentschap, zijn er voor Nederland geen verbeterpunten vast te stellen. De enige echte uitdaging die blijft staan, is de eindberging, bijvoorbeeld voor het historisch afval in Petten. Kan de Staatssecretaris ons bijpraten over de situatie rondom dat historische afval? Hoe is het daar nu mee gesteld? Verloopt alles volgens de planning? Hoe zit het met de klankbordgroep voor de eindberging? Welke aanvullende maatregelen gaat de Staatssecretaris nog nemen om in 2021 de toetsingsconferentie opnieuw glansrijk te doorstaan?

In deze Kamer is inmiddels een meerderheid te vinden voor kernenergie. Het moet dus maar eens afgelopen zijn met die bangmakerij. In Nederland staat de veiligheid voorop en onze kerncentrales moeten bestand zijn tegen mogelijke vliegrampen, aardbevingen en overstromingen en in alle rampscenario's blijkt de kerncentrale veilig te opereren. Maar om het zekere voor het onzekere te nemen, wordt ieder incident serieus genomen in Nederland. Eerder dit jaar was er sprake van een elektronische storing in het reactorbeveiligingssysteem in de kerncentrale Borssele. Dat lijkt heel erg, maar dat is het niet. Want er zijn automatische systemen die meteen de kerncentrale stilleggen. Volgens het agentschap was dit zelfs een INES 0-melding, ofwel een incident dat totaal irrelevant is voor de veiligheid van het personeel en de omgeving. Onze strikte veiligheidssystemen werken dus feilloos.

Voorzitter. Kerncentrales dragen bij aan mooie schone energievoorziening waar nog heel veel generaties na ons van kunnen genieten. Deelt de Staatssecretaris de opvatting van de PVV dat kernenergie een prachtig product is en dat we trots mogen zijn op onze veilige opwekking daarvan?

Dank u wel.

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Van Aalst zegt dat kernenergie prachtig is en dat heel veel generaties ervan kunnen genieten, maar ik denk dat vooral heel veel generaties kunnen genieten – en dan bedoel ik dat in sarcastische zin – van het afval, want dat blijft echt honderdduizenden jaren actief. Daar kunnen we ons geen voorstelling van maken, want zaken van bij wijze van spreken 200 jaar geleden zijn al bijna niet begrijpelijk voor ons. 200.000 jaar geleden, daar kunnen ons werkelijk geen enkele voorstelling van maken. Dat zijn 10.000 generaties. Is de heer Van Aalst het niet met mij eens dat dat kernafval een gigantisch probleem aan het worden is of al heel lang is?

De heer Van Aalst (PVV):

Kernafval is een probleem. Daar zijn wij volop mee bezig. Daar is de Staatssecretaris volop mee bezig. Het mooie van kernafval is alleen dat het fantastisch goed beheersbaar is, in tegenstelling tot al die duurzame varianten van u en alle andere varianten die we de lucht in pompen die totaal niet beheersbaar zijn. We hebben het dus volgens mij hartstikke goed in de hand en dat maakt het juist zo interessant. Sterker nog, er komen wat nieuwe ontwikkelingen aan in de komende jaren wat betreft thorium en die bieden zelfs mogelijkheden om het oude kernafval te gebruiken als grondstof voor de nieuwe thoriumcentrales. Dus volgens mij gaan we nog heel veel winnen in de komende jaren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Laat ik de vraag dan iets specifieker maken. De heer Van Aalst zegt dat het allemaal heel prachtig is. Het is goedkoop en hij vindt het schoon. Laat ik even kijken naar het opruimen van de rotzooi. We zien nu in Petten dat het 117 miljoen euro belastinggeld kost. De ondernemer gaat dat niet betalen, maar de belastingbetaler. Kijk dan bijvoorbeeld naar Duitsland, waar in Asse ook een opslag in zoutkoepels is. Daar is het heel erg misgegaan, want de vaten zijn daar gaan lekken en het heeft – ik zeg het even uit mijn hoofd – 4,5 miljard euro gekost om die rotzooi op te ruimen. Dat is ook allemaal geld dat door de belastingbetaler wordt opgehoest en niet door de exploitant. Ziet de heer Van Aalst dan niet een heel groot probleem waar het gaat om bijvoorbeeld die opruimkosten? Het gaat veel te vaak mis. We hebben nu al die opruimkosten voor de opslag van nog minder dan 50 jaar. Dan gaat het al over meer dan 100 miljoen euro en over 4,5 miljard euro. Wie moet volgens de heer Van Aalst de opruimkosten betalen?

De heer Van Aalst (PVV):

Schijnheiliger wordt het niet vandaag. Als je toch kijkt naar het klimaatakkoord: honderden miljarden gaan we er doorheen pompen. Onze mensen wordt een oor aangenaaid met dat klimaatgeneuzel van jullie en dan gaat u nu beginnen over het bedrag dat gemoeid is met dit afval.

De voorzitter:

Via de voorzitter, graag.

De heer Van Aalst (PVV):

De duurzame energie zorgt ervoor, uw elektrische auto's zorgen ervoor, dat de kindjes in Congo licht geven in het donker. Dus u gaat mij verwijten dat wij slecht omgaan met volgende generaties, terwijl u er dus een puinhoop van maakt daar.

Voorzitter. Ik zou nog wel een wedervraag willen stellen aan mijn collega.

De voorzitter:

Nee, meneer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Namelijk hoeveel doden er gevallen zijn door duurzame energie in Nederland en hoeveel doden er gevallen zijn door kernenergie.

De voorzitter:

Meneer Van Aalst, we gaan hier geen vragen aan elkaar stellen. Er is een interruptie gepleegd door de heer Wassenberg en een vervolginterruptie. Zo noteren we ze. U had ook kunnen interrumperen op de heer Wassenberg. Dan nu allereerst mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben gewoon heel erg benieuwd waar de heer Van Aalst de kerncentrales en de thoriumcentrales wil gaan bouwen en hoe hij denkt dat hij daar draagvlak voor gaat organiseren.

De heer Van Aalst (PVV):

Dat is volgens mij geen enkel probleem. We waren – ik weet niet of mevrouw Faber daarbij was, maar ik denk het niet – in Zeeland en die mensen waren dolenthousiast over hun kerncentrale en zouden er nog graag eentje bij zetten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Als ik de PVV-fractie zo hoor, gaan we onze volledige energiebehoefte afdekken met kerncentrales en dan komen we er niet met Zeeland. Dus ik hoor graag welke andere locaties de PVV-fractie voor ogen heeft. Krijgen we dan bij de Statenverkiezingen allemaal mooie verkiezingsprogramma's in provincies die zeggen: hoera, in onze provincie komt ook een kerncentrale? Dat is mijn vervolgvraag en misschien mag ik er zo meteen nog een tweede interruptie aan wijden.

De voorzitter:

U mag uw interrupties gebruiken zoals u zelf wilt. We hebben er twee afgesproken, in tweeën. Ik geef het woord weer aan de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik ben blij dat de ChristenUnie in ieder geval al wil praten over waar we ze neer gaan zetten, want dan zijn we alweer een stap verder wat dat betreft. We hadden al een meerderheid, maar als ook de ChristenUnie nog mee gaat praten over de plaatsing... Maar laten we eerst eens met één beginnen. Zeeland heeft zich gemeld, maar ook in Petten hebben ze aangegeven dat ze heel trots zijn op hun gebied en op wat daar gebeurt met kerncentrales. Ik ben dus nog niet zo bang. Volgens mij zijn er, zoals ik net al zei, meer doden gevallen door duurzame energie, dus het lijkt me tegenwoordig veiliger om met een kerncentrale te werken dan met duurzame energie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan doen we eerst even mevrouw Kröger en dan geef ik daarna u weer het woord, mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Toch even over die beheersbaarheid. Dat afval zou beheersbaar zijn. Maar hoe beheersbaar is iets wat over 20.000 jaar speelt? Hoeveel garanties hebben we daarop?

De heer Van Aalst (PVV):

We hebben nu meerdere werkbezoeken afgelegd, als commissie en ik met mijn fractie, en we hebben gezien hoe fantastisch ze het voor elkaar hebben. Alles staat volledig onder controle. Het beeld dat geschetst wordt in die tekenfilms, die we vroeger altijd al zagen en die tegenwoordig nog steeds door GroenLinks gepromoot worden, is dat met die lekkende vaten waar alle vloeistof uitloopt. Het is geen vloeibare substantie. Het zit hartstikke goed verpakt in die vaten en die worden continu in de gaten gehouden. Wat niet goed is, komt omhoog en wordt opnieuw verpakt. Als je praat over beheersbaarheid, ziet het er hartstikke goed uit.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat is nog niet eens een begin van een antwoord op mijn vraag. Mijn vraag was welke garanties wij hebben dat over 20.000 jaar – want daar hebben we het over – die vaten daar nog steeds liggen, zelfs als het elke keer opnieuw weer veilig wordt verpakt. Ik wil het antwoord wel in de vraag leggen: wij als Kamerleden hier kunnen geen enkele garantie bieden voor over 20.000 jaar. Of u wel? Pardon, via de voorzitter.

De voorzitter:

Het antwoord is in ieder geval voor de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Dat is helemaal niet nodig. Ik heb net al aangegeven dat met de ontwikkeling van bijvoorbeeld thorium zo meteen ons kernafval de grondstof wordt voor de nieuwe centrales. Ik ben dus helemaal niet van mening wat wij over 20.000 jaar nog kernafval hebben.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De PVV durft zich nog niet uit te spreken over waar die kerncentrales moeten komen. Ondertussen worden wel een centrale voor elektriciteitsproductie die we hebben en een centrale voor medische isotopen verward. Of gaan we er nu ineens in Petten ook eentje voor elektriciteitsproductie neerzetten? Mijn vraag aan de PVV is waar ze het geld vandaan gaan halen. Want er mag nu al een kerncentrale gebouwd worden, maar de markt pakt het niet op omdat het 10 miljard euro kost. Waar gaat de PVV die 10 miljard of, omdat we er misschien wel zes nodig hebben, 60 miljard – vandaan halen in de begroting om die kerncentrales te bouwen?

De heer Van Aalst (PVV):

Laten we er nou eerst eens mee beginnen dat de ChristenUnie zich ook achter ons schaart en zegt: oké, we hebben een goede meerderheid en we gaan er echt actie op ondernemen. Ja, er staat inderdaad een centrale voor medische isotopen in Petten, maar Petten geeft duidelijk aan wat betreft kernenergie dat het geen discussie is. Ze pakken het juist op. In Zeeland hebben we een mogelijkheid. Ik vraag me dus een beetje af of de ChristenUnie niet ook gewoon haar standpunt zou moeten gaan wijzigen en eens zou moeten gaan kijken naar een heel mooie schone vorm van energieopwekking die geen CO2-uitstoot heeft. Ik dacht dat de ChristenUnie daar altijd zo voor was.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb niet gehoord waar de PVV de centrales wil neerzetten. Ik heb niet gehoord waar ze de 60 miljard vandaan halen voor de zes kerncentrales die er moeten komen. En ik hoor ook niet van de woordvoerder van de PVV – dat is het laatste wat ik van hem wil horen, hoewel ik daar waarschijnlijk ook geen antwoord op krijg – of hem bekend is dat intussen de productie van een kilowattuur kernenergie ruim twee keer zo duur is als die van een kilowattuur zon of wind.

De heer Van Aalst (PVV):

Als we het over duurzame energie hebben: dat is net als een windpark op zee dat rendabel zou zijn. Als we de hele infrastructuur ervoor niet meenemen, dan lijkt het allemaal heel interessant. Laten we nou eerst zorgen dat we het eens worden over die kernenergie. We hebben het net even over de budgetten gehad. Volgens mij is het vele malen goedkoper dan al die honderden miljarden die u zelf als ChristenUnie in dat klimaatakkoord pompt. Ik denk dat we daar zeker met de markt uit gaan komen, omdat het een fantastische mooie schone vorm van energie is.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Von Martels namens het CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb mijn collega's al een aantal vragen horen stellen over Petten, over Doel en over Tihange, en ik ben benieuwd hoe de Staatssecretaris daarop gaat reflecteren. Ik probeer nog een aantal punten in te brengen die misschien nog niet genoemd zijn.

We hebben afgelopen mei al met elkaar gesproken over het inrichten van een klankbordgroep Eindberging. De Staatssecretaris gaf aan de Kamer dit najaar te informeren over de stand van zaken. Recent heeft de Staatssecretaris een brief gestuurd waar alleen in staat dat ze ernaar streeft de klankbordgroep medio 2019 ingesteld te hebben. Graag wil ik weten wat de problemen zijn rondom het instellen van deze klankbordgroep, wat medio 2019 is en wat we dan precies kunnen verwachten. Want volgens mij zijn we al aan het eind van dit jaar.

Enkele dagen geleden was het Internationaal Atoomenergieagentschap op bezoek om de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen en suggesties van hun bezoek in 2014 te beoordelen. Het agentschap gaf aan dat er opvallende verbeteringen in de wettelijke kaders voor nucleaire veiligheid en stralingsbescherming bij de onafhankelijke ANVS te zien zijn op samenwerking, deskundigheid, crisisbeheersing en het op orde hebben van de systemen en planning van vergunningen. Dat is fijn om te horen en ook een compliment voor de ANVS. Ik heb er nog wel een aantal vragen over. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe deze uitkomsten zich verhouden tot de uitkomsten van de toetsingsconferentie die op 1 juni jongstleden heeft plaatsgevonden en de uitkomsten van de peer review van de ENSREG van oktober jongstleden? Wanneer kunnen we een integrale reactie van het kabinet op de uitkomsten van al deze onderzoeken verwachten?

Een van de positieve reacties die we hebben ontvangen, is die op de scheiding van de regulerende autoriteit van het ministerie en de verantwoordelijkheid voor het energiebeleid. Toen moest ik denken aan het overdragen van de verantwoordelijkheid voor PALLAS aan VWS. Hoe logisch is die overdracht?

In de toetsingsconferentie zijn vier uitdagingen voor Nederland benoemd, waaronder het verder ontwikkelen van beleid rond ontmanteling. Kan de Staatssecretaris aangeven waar dit precies over gaat? Gaat dit over «de vervuiler betaalt», dat de verantwoordelijke bedrijven op tijd moeten beginnen met het aanleggen van de voorziening voor ontmanteling, of betreft het andere vraagstukken? Hoe gaat de Staatssecretaris deze aanbeveling oppakken?

De ANVS beschikt niet over bevoegdheden om alle wettelijke taken op het gebied van stralingsbescherming zelf uit te oefenen. Wel is er tussen de elf partijen een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Kan de Staatssecretaris, al dan niet in een brief, uiteenzetten wat de reden is dat niet alle wettelijke taken met betrekking tot stralingsbescherming bij de ANVS liggen? Kan zij een overzicht geven van welke wettelijke taken door welke partijen worden uitgevoerd? Wordt voor stralingsbescherming ook gewerkt met ongewone gebeurtenissen? Daarnaast zouden we ook graag willen weten of de samenwerkingsovereenkomst geëvalueerd wordt en, zo ja, wanneer. Is het mogelijk dat de Kamer hierover wordt geïnformeerd?

Ten slotte. Recent begrepen wij dat naar aanleiding van twee incidenten in een crematorium waarbij radioactiviteit vrijkwam de ANVS de richtlijnen opnieuw onder de aandacht heeft gebracht. Van uitvaartverzorgers begrijpen we dat deze richtlijnen niet goed werken. Ze vragen zich af of dit hun taak is en of ze deze informatie in verband met privacy wel mogen opvragen. Zij vinden het belastend voor nabestaanden. Herkent de Staatssecretaris deze signalen? Is het een idee om niet alleen de oude richtlijnen weer onder de aandacht te brengen, maar om ze ook te herzien en om bijvoorbeeld te kijken of schouwartsen een rol kunnen spelen?

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Een interruptie van mevrouw Van Eijs.

Mevrouw Van Eijs (D66):

De heer Von Martels stelde heel veel logische vragen. Deels heb ik ze ook zelf gesteld. Dat brengt bij mij de vraag naar boven of het CDA vindt dat dit soort vragen en issues opgelost zouden moeten zijn, voordat je überhaupt gaat nadenken over nieuwe kerncentrales. Volgens mij heeft het CDA daar eerst andere uitspraken over gedaan.

De heer Von Martels (CDA):

We moeten sowieso antwoord krijgen op de vragen die gesteld worden, maar dat weerhoudt ons er niet van om ook na te denken over hoe de toekomst voor nucleaire energie eruit moet gaan zien.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Misschien moet ik de vraag duidelijker stellen. Dat betekent dus dat het CDA zegt: we hebben hier ontmanteling, we hebben hier kernafval dat verwerkt moet worden; de stralingsbescherming is misschien nog niet helemaal goed geregeld, maar dat is allemaal mooi en dat kan allemaal nog wel een keer opgelost worden en ondertussen gaan we voort op de weg die we eerder hebben bewandeld?

De heer Von Martels (CDA):

Wij hebben altijd vertrouwen in de technologische ontwikkelingen die we iedere keer weer kunnen aanschouwen. Daarom zeg ik: het is en-en-en. Dus graag een antwoord op de vragen die wij zelf stellen en die u ook al gesteld heeft, en daarnaast moeten we heel goed kijken wat er in de toekomst mogelijk is. Daar moeten we onze ogen niet voor sluiten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Aan mijn collega van het CDA dezelfde vraag als ook eerder aan de PVV is gesteld. Gegeven die fantasie over nog een kerncentrale erbij, waar in Nederland zou die moeten staan?

De heer Von Martels (CDA):

Ik moet mijn collega mevrouw Kröger teleurstellen. Daar is inderdaad nog geen antwoord op te geven, want in die fase verkeren we nog niet. Er is ook helemaal niet gezegd dat we dat in de toekomst gaan doen. Dat wil niet zeggen dat we ons helemaal moeten onthouden, dat we er überhaupt niet over willen nadenken. Dat is een ding dat vooropstaat. Als we dan besloten hebben dat het tot de mogelijkheden gaat behoren, dan gaan we de vraag beantwoorden wáár die dan moet komen te staan.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Uw partij werpt zich erg op voor draagvlak voor de energietransitie. Hoe kijkt mijn collega dan aan tegen die toch grote zorg dat eigenlijk geen één provincie volgens mij een kerncentrale zou willen?

De heer Von Martels (CDA):

Nee, dat heeft er inderdaad mee te maken dat de provincies niet staan te juichen en niet in de rij staan om dat nu meteen te omarmen. Maar nogmaals, laten we niet de ogen sluiten voor het feit dat er nog allerlei ontwikkelingen zijn. We hebben thorium, ik weet niet of dat vandaag al genoemd is. Dat is ook nog weer een mogelijkheid om in de toekomst naar te gaan kijken. Dus laten we in ieder geval de mogelijkheid open houden om steeds te kijken waar we staan. Wat is de stand van de techniek? Hoe veilig is het allemaal? Als die vragen allemaal positief beantwoord kunnen worden, dan is het CDA bereid om mee te denken over de toekomst van kernenergie.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Von Martels en het CDA willen nadenken. Daar is niks op tegen. Alleen kom je, als je over kernenergie nadenkt, heel snel tot de conclusie – althans wij doen dat – dat je dat niet moet doen. Maar ik wil ook dat de heer Von Martels misschien eens nadenkt over de uiteindelijke gevolgen van kernenergie, op het moment dat je afval hebt. Je ziet in Petten dat dat heel veel geld kost, 117 miljoen belastinggeld, en in Asse, wat ik zei in Duitsland, meer dan 4 miljard. Wie zou dat volgens het CDA moeten betalen onder ideale omstandigheden?

De heer Von Martels (CDA):

Een interessante vraag. Ik denk dat de heer Wassenberg maar één vraag mocht stellen, maar hij stelt zo veel vragen dat we bijna een hele middag over dit onderwerp door zouden kunnen praten.

De voorzitter:

Probeer het kort en inhoudelijk te doen.

De heer Von Martels (CDA):

Ik ben niet bereid om op al deze vragen in te gaan, maar wel met het antwoord dat het een enorme toer zou zijn om antwoord te geven op al die vragen die nu gesteld zijn. Die vragen hebben wij natuurlijk ook, maar ze moeten allemaal positief beantwoord kunnen worden voordat we denken dat er überhaupt een toekomst is voor kernenergie.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat is natuurlijk heel flauw. Ik heb eigenlijk één belangrijke vraag gesteld. Wie zou het opruimen van afval moeten betalen? Kennelijk heeft het CDA geen antwoord daarop.

De heer Von Martels (CDA):

Wat dat betreft laat ik mij niet verleiden tot definitieve uitspraken. Ik vind het een gezamenlijke opdracht om te kijken wie dat moet doen. Dat zijn de afwegingen die we moeten maken in dit land. Wie is waarvoor verantwoordelijk en wie gaat dat betalen? Maar ik kan daar op dit moment geen antwoord op geven. Het heeft er ook mee te maken wie in eerste instantie de verantwoordelijkheid heeft. Zijn dat de bedrijven, zijn dat de provinciale overheden, is dat de landelijke overheid? Dus ik kan daar op dit moment geen antwoord op geven.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst de constatering dat het met die «meerderheid voor kernenergie» waar collega Van Aalst het over had, volgens mij wel meevalt, maar goed.

Bij het vorige debat over het onderwerp nucleaire veiligheid had ik met de Staatssecretaris een goed gesprek over de veiligheid van Borssele. De Staatssecretaris zei dat Borssele veilig is, maar dat er toch nog een stresstest wordt gedaan om te kijken of Borssele ook Fukushimaproof is. Ik blijf dit een ingewikkelde logica vinden. We kunnen ons niet veroorloven dat er een ramp zoals in Fukushima gebeurt. Dat is simpelweg onacceptabel. Borssele is wel of niet veilig, en als het niet veilig is, heeft dat consequenties. Het kan niet zijn dat je zegt dat een kerncentrale veilig is, maar dat er wel nog een schepje bovenop zou moeten. Zolang er nog schepjes zijn die bovenop de veiligheid kunnen worden gedaan, zijn er niet genoeg veiligheidsmaatregelen genomen. Heel graag een reactie.

De commissie-Aarhus heeft Nederland op de vingers getikt. Het is niet goed gegaan bij het besluit om de levensduur van Borssele te verlengen. Wat blijkt? Er was onvoldoende inspraak bij dit besluit. Ik heb er samen met mijn collega Ton van der Lee schriftelijke vragen over gesteld en de Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord, maar wuifde eigenlijk in die antwoorden alles weg. Ik ben ontevreden over die beantwoording. Allereerst zegt de Staatssecretaris in haar brief dat Nederland wél voldoet aan het Verdrag van Aarhus. Ik heb niet de tijd om die gehele uitspraak van de commissie hier voor te lezen, maar in punten 82 en 88 van die uitspraak staat toch echt twee keer «failed to comply». Er is nog geen publieke inspraak geweest over de levensduurverlenging van Borssele, dus Nederland voldoet niet aan dat verdrag.

Je kunt als land niet «een beetje voldoen» aan dat verdrag. Je voldoet eraan of niet. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat we er dus niet aan voldoen? De Staatssecretaris antwoordt ook dat de bevindingen van de commissie niet rechtsgeldig zijn. Die bevindingen zijn echter rechtsgeldig vanaf het moment dat ze in hun uiteindelijke vorm zijn vastgesteld middels een virtuele meeting op, naar ik begrijp, 4 oktober. Rond de MER staat er in de wet dat er voor de wijziging van een windpark wel een MER nodig is, maar dat deze eis er niet is bij een kerncentrale. Is de Staatssecretaris het met mij eens dat dit vreemd is?

Eigenlijk vind ik verder het juridisch geharrewar minder interessant dan de vraag hoe we dit gaan oplossen. Is de Staatssecretaris het met mij eens dat de bevindingen van de commissie serieus moeten worden genomen? Ze wil de komende maanden, zo begrijp ik, nog studeren op de aanvullende maatregelen die getroffen moeten worden om inspraak van burgers te vergroten, in aanvulling op de bestaande mogelijkheden van wettelijke inspraak en internetconsultatie. Ik ben heel benieuwd waar ze dan precies aan denkt.

Er is op dit moment een vergunningswijziging gaande om te voldoen aan die internationale verplichtingen. Dit is eigenlijk het moment om alsnog die MER uit te voeren, zodat we netjes voldoen aan het Verdrag van Aarhus, zoals de commissie-Aarhus ook aanbeveelt. Is de Staatssecretaris hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet? De Staatssecretaris is toch ook voor transparantie, inspraak en draagvlak?

Over Tihange zijn al een aantal vragen gesteld. Sneller opgestart dan verwacht. Wat veel scheelt in de bizarre maatregelen die België gedwongen was te nemen om de hoeveelheid energie op peil te houden. Het vervroegd opstarten komt dus in die zin mooi uit. Een Duitse kernenergie-expert waarschuwde echter in het Europees Parlement dat Tihange 1 is afgeleefd en dat de verdere uitbating ervan uiterst gevaarlijk is. Wat vindt de Staatssecretaris van deze uitspraak?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Dik-Faber namens de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. De discussie over nieuwe kerncentrales is losgebarsten en het is duidelijk dat de ChristenUnie daarover niet enthousiast is, alleen al vanwege de enorme kosten, niet alleen om de centrale rendabel te maken, maar ook om het afval op te slaan en de centrale in de toekomst ook te kunnen ontmantelen. Vandaag zitten we echter nog opgescheept met de huidige generatie kerncentrales, waar ik ook niet heel vrolijk van word.

De zorgen over de kerncentrales net over de grens blijven overeind. Er lijken ook telkens weer nieuwe problemen te zijn. De zorgen gaan nu over betonschade bij vier reactoren in Doel en Tihange, die van dezelfde aard lijken te zijn. Het is dus niet incidenteel, maar structureel. Het zou goed zijn als Nederland nogmaals aandringt op het definitief sluiten van deze reactoren. De Staatssecretaris heeft onlangs in Maastricht toegezegd dat de toezichthouders in overleg gaan met wetenschappers en experts van de Vereniging Stop Tihange Nederland. Wanneer vindt dit overleg plaats?

Voorzitter. In september hebben we een debat gehad over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de zorgen van de onderzoeksraad over het overnemen van de aanbevelingen. De Staatssecretaris meldt in haar brief dat de verbeteracties nu zijn ingezet. Heeft de Staatssecretaris inmiddels opnieuw met de OVV overlegt of de aanbevelingen nu voldoende zijn overgenomen?

De voorzitter:

Ik heb een interruptie van de heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Mevrouw Dik-Faber heeft het over de hoge kosten van een kernreactor, het bouwen daarvan. Over welke kosten heeft zij het dan? In welke orde van grootte? Ik heb daar misschien een ander beeld bij dan u.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Berichten die ik heb gelezen spreken allemaal over 10 miljard per centrale en over productiekosten per kWh die op dit moment twee keer zo hoog zijn als bij wind of zon.

De heer Von Martels (CDA):

In die orde van grootte heb ik ook altijd de cijfers tot mij gekregen. Maar ik hoor ook weleens een ander geluid, dat men het heeft over 50 tot 60 miljard aan kosten. Ik ben blij dat u in ieder geval ook op het netvlies hebt staan dat die kosten 8 tot 10 miljard zijn. Dan kunnen we, als we die discussie voeren, dat in ieder geval op basis van de juiste cijfers doen. Dat is meer een mededeling dan een vraag.

De voorzitter:

Dat begreep ik. Er zat geen vraag in. Mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Nee, daar zat geen vraag in, maar ik heb toch behoefte om te reageren. We moeten inderdaad de discussie voeren op basis van de juiste cijfers, en het gaat niet om 60 miljard, maar 10 miljard. Toch is ook dat natuurlijk een heel groot bedrag en ik constateer maar even dat er op dit moment geen marktpartijen zijn die bereid zijn om dat te investeren, al was het maar omdat zo'n centrale dan met verlies gaat draaien.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u doorgaat met uw inbreng.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat ga ik doen, voorzitter. In het plenaire debat heb ik de vraag gesteld of de Euratom niet vaker onderzoek kan uitvoeren, ook op eigen initiatief. Nu is dat eens in de tien jaar. Weet de Staatssecretaris hier al meer over? Onlangs kwam naar buiten dat de levensduurverlenging van de kerncentrale in Borssele mogelijk in strijd is met het Verdrag van Aarhus. Mijn collega's van GroenLinks hebben hierover Kamervragen gesteld. Volgens de Staatssecretaris voldoet Nederland aan het verdrag, maar daar heb ik nog wel wat vragen bij. Zo staat er nogal stevig dat Nederland in non-compliance is met delen van het verdrag. Hoe wil de Staatssecretaris weer in compliance komen met het verdrag? En klopt het dat er wel degelijk een MER verplicht moet zijn als er veranderingen aan kerncentrales plaatsvinden, bijvoorbeeld in het kader van de levensduur? Zou er dan geen publieksconsultatie moeten plaatsvinden? Is hier het Verdrag van Aarhus wel goed omgezet in Nederlandse wetgeving?

Voorzitter. In ieder geval is duidelijk dat de inspraak een stuk beter geregeld moet worden. De Staatssecretaris gaat hiervoor de mogelijkheden bestuderen. Hoe wil ze dat gaan doen? Komt er ook een publieksconsultatie en zo ja, gaat dit volgens de MER-procedure? Voor zover ik weet is er geen andere mogelijkheid.

Voorzitter. Nederland heeft vanuit de Joint Convention vier uitdagingen meegekregen, waarvan twee op het terrein van berging en eindberging. Een van de locaties die daarbij aan de orde worden gesteld, is Petten. 2026 is nu het jaar dat het afval afgevoerd moet zijn. Dat is later dan voorzien. Oorspronkelijk zat 2022 in de planning. Daar heeft het kabinet ook geld voor beschikbaar gesteld. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is of we bij de volgende conferentie in 2021 als het gaat om Petten een wat betere rapportage kunnen krijgen. Dat zou mooi zijn.

Dan de eindberging. Ik sluit mij aan bij de vragen die zijn gesteld over de kwartiermaker en de klankbordgroep. Ook de ChristenUnie vindt dat we zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor het afval. We kunnen dat niet doorschuiven naar volgende generaties.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Een interruptie van de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb het verhaal even aangehoord. De ChristenUnie is al zo blij met het klimaatakkoord, want die CO2, dat is allemaal een ramp. 10 miljard, geeft mevrouw Dik van de ChristenUnie aan, kost een nieuwe kerncentrale. Dat vindt ze wel heel erg veel geld, zeg maar. Maar ze vindt het wel prima om honderden miljarden te besteden aan duurzame energie, die zonder subsidie niet rendabel is en ook niet de energie zal kunnen leveren om onze totale energievoorziening te kunnen regelen? Dat vindt ze geen enkel probleem. Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Onze subsidies voor duurzame energie zijn bedoeld om tot een opschaling te komen van innovatieve technieken. Zodra die opschaling plaatsvindt, zie je de kosten aanzienlijk dalen. Dan is subsidie ook niet meer nodig. Dat zie je bijvoorbeeld bij wind op zee. Dat wil ik in de eerste plaats zeggen. Een kerncentrale zal in het huidige beeld nooit zonder subsidie kunnen draaien, omdat ze verliesgevend is. Kijk wat er nu in Borssele gebeurt.

Het tweede wat ik wil zeggen: als we de kosten van energie eerlijk gaan beprijzen op basis van CO2, dan zal biomassa of dan zullen in ieder geval kolencentrales ontzettend snel afvallen. Laat de PVV-fractie nou alsjeblieft een keer meedenken over de werkelijke kosten van energie. En inderdaad, voorzitter, CO2-uitstoot heb je niet met een kerncentrale, maar dan heb je wel de kosten van het afval. Laten we daar ook eerlijk over zijn.

De heer Van Aalst (PVV):

Ja, voorzitter, het blijft bijzonder. De tweede vraag is dan eigenlijk dit. Er zijn wat collega's die twijfelen aan die meerderheid, maar goed, ik zit hier met een collega van de SP naast me. Zelfs de SP sluit tegenwoordig kernenergie niet meer uit. Volgens mij wil zo langzamerhand iedereen er wel over praten. Dus voorzitter, los daarvan zie ik dat het CDA nog zeker niet afgevallen is. Dat geloof ik niet. Het is ook campagnetijd wat dat betreft. Maar ik wil dit weten: nog steeds constaterend dat er een meerderheid is in de Kamer voor kernenergie, wat betekent dit dan voor het kabinet-Rutte III? Is Rutte III met kernenergie acceptabel voor de ChristenUnie, of zegt u: nou, dan is het mooi geweest?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik dacht toch een mooi antwoord gegeven te hebben aan de PVV-fractie, anders dan de fractie zelf doet. Maar dat triggert de heer Van Aalst niet tot nadere vragen. We gaan het in een groot plenair debat nog hebben over kernenergie. Ik ben helemaal niet overtuigd van een meerderheid. Als wij het over één ding allemaal wel met elkaar eens zijn, is het dat we, op het moment dat we centrales kunnen bouwen die kennelijk zo mooi zijn dat ze geen afval meer hebben, de transitie al met elkaar hebben geregeld. Er wordt bijvoorbeeld veel gesproken over thoriumcentrales, die veel minder afval hebben. Ik vind dat uit oogpunt van rentmeesterschap niet verdedigbaar. Maar goed, stel dat dat een route zou zijn waar wel een meerderheid voor te krijgen is in de Kamer. Ook daarvan zeg ik dan: daar gaan we nu niet op inzetten, want die zullen pas draaien vanaf 2050 en dan moeten we de transitie al met elkaar hebben doorgemaakt. Voor de korte termijn is het zeker geen oplossing en voor de lange termijn voor de ChristenUnie ook niet, juist vanwege het rentmeesterschap dat bij de ChristenUnie hoog in het vaandel staat.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zag een interruptie van mevrouw Beckerman, maar is dat op mevrouw Dik-Faber?

Mevrouw Beckerman (SP):

Nee, voorzitter. Ik werd aangesproken in een interruptie.

De voorzitter:

Het was eigenlijk wel een beetje uitlokking, hè? Dus geeft u dan heel kort even een reactie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Precies, dus ik wil daar wel even op reageren, al was het met een persoonlijk feit. Er werd hier heel makkelijk iets gezegd wat haaks staat op wat ik heb gezegd. De PVV beweert dat de SP voor kerncentrales is, of die niet uitsluit. Ik kom uit de wetenschap. Ik zou het ontzettend dom vinden als we de wetenschap stil zouden zetten. Het denken moet nooit stilstaan. Ik zou het ook ontzettend dom vinden als we nu een kerncentrale zouden bouwen. Dat is veel te duur. De publieke kosten zijn veel te hoog en de veiligheid is niet gegarandeerd.

De voorzitter:

Uw statement is helder.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat even in reactie op de heer Van Aalst.

De voorzitter:

Ik denk dat de heer Van Aalst de boodschap begrepen heeft. We kunnen daar lang en breed over gaan discussiëren, maar het is kennelijk zo dat ik nu inbreng ga leveren namens de VVD. Dat betekent dat ik even een voorzitter moet aanwijzen. Normaliter gaat dat volgens anciënniteit, zegt de griffier tegen mij. Dat is dus mevrouw Dik-Faber. Ik wist dat ik haar daar een enorm plezier mee ging doen. Mevrouw Dik-Faber, ik geef u nu even het voorzitterschap in handen, zodat ik in ieder geval mijn inbreng kan leveren.

Voorzitter: Dik-Faber

De voorzitter:

Dan neem ik nu het voorzitterschap over, en ik wil heel graag de heer Ziengs van de VVD de gelegenheid geven voor zijn inbreng.

De heer Ziengs (VVD):

Dank u wel voorzitter. Er zijn al heel veel dingen gezegd door degenen die voor mij het woord voerden. Dat is altijd het voordeel als je als spreker aan het eind van de rij zit. Wellicht zijn er nog wat vragen overgebleven en die zal ik dan ook gaan stellen aan de Staatssecretaris. In vergelijking tot het vorige algemeen overleg heeft de Staatssecretaris heel veel stappen gezet om de onrust omtrent de veiligheid van kerncentrales waar we het vandaag over hebben weg te nemen. We zijn blij als VVD dat de rust terug lijkt te keren, nu er ook echt maatregelen worden genomen. Maar dat betekent natuurlijk niet dat we achterover kunnen leunen, want nucleaire veiligheid blijft een onderwerp dat constant onze aandacht verdient. Uit de huidige gegevens kan namelijk niet worden geconcludeerd dat Belgische kerncentrales veiliger of onveiliger zijn dan de kerncentrale Borsele. Graag wil ik van de Staatssecretaris weten waarom incidenten in België niet een-op-een kunnen worden vergeleken met incidenten in Nederland.

Voor de VVD staat veiligheid eigenlijk altijd op nummer één. De VVD is ook van mening dat wij als politici de onrust niet moeten voeden door de veiligheid omtrent kerncentrales in twijfel te trekken. Daarover is een uitgebreid rapport uitgebracht en daaruit blijkt dat we in ieder geval qua veiligheid bovenin het rijtje staan. De veiligheid is ook nog nooit in gevaar geweest, zo blijkt uit de gegevens die de Kamer krijgt. Een melding van een incident staat niet direct gelijk met een onveilige situatie. Dit zou betekenen dat nieuwe kerncentrales geen extra gevaar hoeven op te leveren voor Nederland, aangezien eventueel nieuw te bouwen centrales aan de hoogste veiligheidseisen zullen moeten voldoen en van de modernste technologieën moeten zijn voorzien.

De Staatssecretaris schrijft ook over de rampenoefening. Wij hebben daar in een vorig AO aandacht voor gevraagd. Die rampenoefening is ook gehouden. In mijn beleving zou dat ergens in het begin van het jaar zijn geweest. Ik begrijp dat wij bijna een jaar moeten wachten op de uitslag van een dergelijke rampoefeningen. Het lijkt de VVD dat je binnen een maand na een dergelijke rampoefening toch in staat moet kunnen zijn om die resultaten in ieder geval kenbaar te maken, zodat we ervan kunnen leren.

Verder zijn er opmerkingen gemaakt over de klankbordgroep. Ik meen een brief voorbij te hebben zien komen waarin staat dat de kwartiermaker, die daarover kennelijk in mei of juni een rapport heeft opgesteld, gemeld heeft dat er in ieder geval eind dit jaar een klankbordgroep benoemd zou zijn. Ik hoorde net iemand zeggen dat dit in 2019 het geval zou zijn, maar in de brief staat toch echt eind dit jaar, en dat duurt niet lang meer, zo geef ik de Staatssecretaris mee.

Ik sluit mij aan bij de vragen die gesteld zijn over veiligheid qua opslag et cetera en hoor graag de antwoorden van de Staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ziengs. Er is een interruptie van mevrouw Van Eijs.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik heb eigenlijk dezelfde vraag voor mijn collega van de VVD als ik eerder aan het CDA heb gesteld. Door mij, maar ook door mijn collega's, zijn een aantal punten genoemd, zoals de eindberging, veilig vervoer en vooral ook de ontmanteling van drie nucleaire installaties in Nederland. Is mijn collega van de VVD het met mij eens dat wij op al die punten eerst duidelijk zouden moeten hebben wie het gaat betalen en hoe wij een en ander veilig gaan doen, voordat we überhaupt kunnen gaan nadenken over het creëren van weer nieuwe problemen in de vorm van kerncentrales?

De heer Ziengs (VVD):

De VVD-fractie is van mening dat je kernenergie natuurlijk niet moet uitsluiten en dat het ook past in de energietransitie. Dat is ook door onze fractievoorzitter al geuit. Maar het betekent uiteindelijk wel dat het een zorgvuldig proces moet zijn. Het betekent ook dat je bij al die zaken die nu spelen stap voor stap moet kijken hoe je die problemen gaat oplossen. Eigenlijk was dat ook min of meer het antwoord dat de heer Von Martels op dat punt gaf. Want veiligheid, zo gaf ik al aan, staat op nummer één. Dat betekent dat je voor al die dingen goed in beeld moet hebben hoe je daar oplossingen voor creëert. Bovendien hebben wij als VVD in eerdere uitingen altijd gezegd dat kernenergie eigenlijk ook inderdaad een onderdeel kan zijn van die energietransitie.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik ben blij om te horen dat de VVD in ieder geval nadenkt over dingen als ontmanteling en kernafval, dus dat is positief. Maar ik maak mij toch wel zorgen als ik hoor dat het één zo ruimhartig lijkt te worden omarmd, terwijl wij aan de andere kant nog veel vragen hebben, zoals: waar moet die eindberging dan plaatsvinden? Hoe zorgen we ervoor dat we voor over 1.000 jaar duidelijk maken dat er ergens nucleair afval ligt dat niet moet worden aangeraakt? Ik zou graag van de VVD horen dat er een bepaalde volgordelijkheid in zit: eerst zorgen dat we het veilig kunnen doen en dan pas een nieuwe situatie creëren.

De heer Ziengs (VVD):

Mijn laatste vraag was ook inderdaad gericht op met name de veiligheid. Ik heb ook gesteld dat ik graag wil weten of de klankbordgroep die moet worden ingesteld inderdaad dit jaar zal worden benoemd. Die klankbordgroep gaat namelijk ook kijken waarvoor oplossingen te creëren zijn. Ik denk dat het goed is dat we de dingen in die volgorde bekijken, maar ik heb al aangegeven hoe wij denken over kernenergie.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ziengs. Als er verder geen interrupties zijn, en die zijn er niet, geef ik het voorzitterschap weer aan u terug.

Voorzitter: Ziengs

De voorzitter:

Ik dank u wel. Ik heb begrepen dat de Staatssecretaris ongeveer een kwartier nodig heeft om de beantwoording voor te bereiden.

De vergadering wordt van 15.24 uur tot 15.40 uur geschorst.

De voorzitter:

Het is inmiddels twintig voor vier. Wij gaan door met de beantwoording in eerste termijn. Mevrouw Van Eijs zal om vijf voor vier vertrekken in verband met een ander algemeen overleg waar zij aanwezig moet zijn. Dan weten we in ieder geval waarom ze vertrekt. Ik stel voor twee interrupties op de Staatssecretaris in eerste instantie.

Het woord is aan de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de leden voor de vragen. We spreken vandaag over nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Dit betekent dat ik me niet zal uitlaten over een aantal van de overigens heel interessante wisselingen tussen de leden over de wenselijkheid van kernenergie als onderdeel van de energiemix. Ook een aantal andere vragen hadden betrekking op het terrein van de Minister die verantwoordelijk is voor energiepolitiek. Maar dat waren details, dus ik denk niet dat dit de beantwoording zal schaden in deze ronde. Ik probeer maar te zeggen, in de breedte van alle vragen die zijn gesteld, dat het niet zo is dat ik op veel vragen geen antwoord zal kunnen geven, want de allermeeste vragen gingen echt gewoon over veiligheid en stralingsbescherming.

Ik begin met het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Er is een rapport gekomen en wij hebben daar een reactie op gegeven. De heer Wassenberg vroeg of de OVV nu op de hoogte is van de verbeteracties. Wat is de reactie? De verbeteracties heb ik aan de Kamer gemeld in de verzamelbrief van 18 oktober. Deze brief heb ik toen natuurlijk ook aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid gestuurd. Zij hebben mij laten weten dat zij daarmee tevreden zijn. Het is denk ik belangrijk om te weten dat de OVV zegt dat hij tevreden is met de manier waarop de verbeteracties zijn ingezet. Daarmee hoop ik de vraag van de heer Wassenberg te hebben beantwoord. er waren anderen die vroegen: komt de OVV misschien nog apart met een reactie? Dit was de reactie die ze hebben gegeven. Verder is het natuurlijk aan de OVV om te beoordelen of zij nog ergens nader op willen terugkomen. Wij zien ook allemaal dat er dossiers zijn als ze dat doen. In dit geval hebben ze aangegeven tevreden te zijn.

Dan ga ik naar de vraagstukken rondom afval en ontmanteling. Mevrouw Van Eijs vroeg naar het beleid voor ontmanteling. Hoe voorkom je nu dat de rekening uiteindelijk terechtkomt bij de belastingbetaler? Dat is een vraag die we vaak die ook in andere milieudebatten zien terugkomen. Het is een vraag die breed gedeeld wordt in de Kamer. Ook de richting wordt breed gedeeld in de Kamer, namelijk: degene die ervoor verantwoordelijk is moet ook de kosten dragen. Het beleid voor ontmanteling is dus ook aangescherpt. Het is na Dodewaard ook niet meer mogelijk gemaakt om te zeggen: ik doe een veilige insluiting, dan ga ik een tijdje sparen en daarna gaan we wel een keer ontmantelen. Om de vijf jaar moet er een ontmantelingsplan worden ingediend, met ook de financiële zekerheidstelling, zodat we gaandeweg zien en ervoor zorgen dat de partijen voor wie zo'n ontmantelingsplan aan de orde is, ook sparen. Het geld moet er dus zijn. De vergunninghouder moet betalen, niet de belastingbetaler. Alle reactoren hebben zo'n goedgekeurd ontmantelingsplan en de ANVS ziet toe op die plannen. Alle zeg ik, behalve Dodewaard. Want daarover loopt nu nog de discussie. Die discussie wordt ook door Financiën en IenW gevoerd. Juist naar aanleiding van de casus Dodewaard is een en ander aangescherpt.

Mevrouw Van Eijs (D66):

In de laatste brief die u over de missie heeft gestuurd, kwamen vier verbeterpunten naar voren. Een daarvan was de ontmanteling. U geeft net aan dat er wel ontmantelingsbeleid is. Hoe kan het dan dat zij aangeven dat het er moet komen?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik kom zo meteen nog even terug op de vier verbeterpunten, dat zit verderop in de beantwoording.

Voorzitter. Mevrouw Van Eijs en anderen hebben vragen gesteld over de klankbordgroep. Wat doet de klankbordgroep nu precies? Waar zijn ze mee bezig? Wanneer komen ze? We weten allemaal dat alles wat met nucleair te maken heeft met veel waarborgen moet worden omgeven. Dat is wat mij betreft inclusief maatschappelijke waarborgen. De rol van de klankbordgroep zal dan ook zijn «het doordenken van een mogelijk participatief besluitvormingsproces, gericht op een maatschappelijke overeenstemming over eindberging van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen, en daarover relevante partijen te adviseren.» Zo staat het mooi omschreven in de brief. Wat zegt dat nu eigenlijk? We willen ervoor zorgen dat in dat proces iedereen die daarin moet worden meegenomen ook wordt meegenomen. We willen ervoor zorgen dat iedereen die daarin moet kunnen meepraten daarin ook kan meepraten. Daarom bereiden we dat maatschappelijke proces om te komen tot een zorgvuldig besluit apart voor. Dat is wat de klankbordgroep doet. Zij bereidt het maatschappelijke proces voor: wie moet nu gehoord worden en op welke manier? Wat voor soort vragen moeten we onszelf stellen en hoe gaan we het inrichten? Dat is dus nog geen inhoudelijk plan voor de eindberging. Het is ook nog geen locatiekeuze. We hebben dat afval in Nederland en we hebben een verplichting om te komen tot die eindberging. Hoe zorgen we er nu voor dat we de besluitvorming zo zorgvuldig mogelijk doen, met inspraak van iedereen die daarin inspraak moet hebben?

De voorzitter:

Voordat de Staatssecretaris verdergaat, wil ik even vragen of de beantwoording is ingedeeld in blokjes. Dat is misschien ook makkelijk voor de leden hier aan tafel, zodat zij hun interrupties kunnen afwegen.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, excuus, dat had ik eerst moeten doen. Ik ben nu bij het blokje Onderzoeksraad voor Veiligheid. Eindberging en Joint Convention zitten daarin; een aantal van dat soort vragen. O nee, sorry: ik zit nu bij afval en ontmanteling. Dan ga ik naar locaties voor het al dan niet bouwen van een kerncentrale: wat ik daarover kan zeggen. Dan ga ik naar België, Borssele en HFR. Dan is er nog een heel blokje «overig».

De voorzitter:

Is dat helder, mevrouw Kröger?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Vallen al mijn vragen over de MER en het Verdrag van Aarhus onder «overig»?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, dat denk ik. Die zitten in het laatste blokje.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat de Staatssecretaris verdergaat met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

We hadden er bijna een apart blok van kunnen maken.

Voorzitter. De klankbordgroep maakt zelf dus geen inhoudelijk plan en stelt ook geen locatiekeuzes voor. Dat is een traject daarna. De klankbordgroep heeft maximaal vijf jaar de tijd om dat proces vorm te geven en komt dan met een advies. Daarna zal dat advies moeten gaan lopen. In de laatste brief heb ik aangegeven dat de klankbordgroep medio 2019 moet zijn ingericht. Dat is de laatste berichtgeving die ik daarover aan de Kamer heb gestuurd. Dat duurt zo lang, omdat we de totstandkoming van dat proces ook gebruiken om goed na te denken wat nu rollen en verantwoordelijkheden van alle partijen zijn. En om ervoor te zorgen dat we dit doen op een manier waarbij alle partijen zeggen: dit heeft ons commitment. Het heeft geen zin om er snel een participatief traject doorheen te fietsen, waarvan dan vervolgens de helft van de partijen zegt: hier voelen we ons niet bij betrokken en hier voelen we ons niet in thuis. Dus medio 2019 wordt de klankbordgroep ingericht, en die gaat dan op een goede manier daarmee aan de slag.

De heer Van Aalst vroeg wat de voortgang was van wat hij noemde het afvalproject, maar ik denk dat hij daarmee bedoelt het opruimen van afval van de Hoge Flux Reactor bij NRG. Dat ligt op schema. Het is een heel lang en ingewikkeld traject geweest, dat vele tegenslagen heeft gekend. Volgens de huidige planning zou dat te realiseren zijn voor eind 2026. Naarmate we dichter bij die einddatum komen, zien we dat de onzekerheden in de planning en in de kostenramingen die er in het verleden waren sterk verkleind zijn. Er is een beter inzicht in en er wordt echt geïnvesteerd in verbetering. Dat heet ketenoptimalisatie en het gaat eigenlijk over de samenwerking tussen Petten, NRG en COVRA. Er is zelfs een speciale aanjager aangesteld om te kijken waar het nu misgaat of waar er afstemming nodig is om ervoor te zorgen dat er een werkplanning is afgestemd, dat de doelen gehaald worden en dus dat de problemen niet tussen wal en schip blijven hangen.

Mevrouw Dik-Faber had vragen over de Joint Convention. Bij de volgende Joint Convention in 2021 verwacht ik dat we de stappen kunnen laten zien van het afval in Petten. Dat is dan nog niet voltooid. In 2021 zal ook nog niet de eindberging gereed zijn. Daarvoor heb ik net het traject van de klankbordgroep geschetst. Maar daar hebben we dan natuurlijk wel stappen in gezet, dus daarover zal ook in 2021 kunnen worden gerapporteerd.

Over de berging en het transport van het afval had de heer Wassenberg vragen. Bij verwerking van de vier gecorrodeerde vaatjes wordt de oorzaak van de corrosie, pvc, weggenomen. COVRA is goed ingericht voor de veilige opslag van afval dat op deze manier is verwerkt.

Het is misschien ook goed om te zeggen dat bij het transport van dit afval gebruik wordt gemaakt van specifiek ontworpen en gecertificeerde containers. Dat gebeurt allemaal op basis van nationale en Europese regelgeving. Daar is ook toezicht op door zowel het FANC als de ANVS.

Misschien is het ook belangrijk om te weten dat bij de recente missie van het atoomagentschap nog eens expliciet naar het transport is gekeken. Laat ik vanaf deze plaats nog even zeggen dat ik natuurlijk heel trots ben op de resultaten van die missie, waar eigenlijk uit bleek dat de ANVS ontzettend hard gewerkt heeft en heel goed heeft gepresteerd. Een heel internationaal team van experts heeft dit allemaal heel zorgvuldig doorgelicht en kwam eigenlijk tot de conclusie dat Nederland de zaken goed op orde heeft. Dus heel erg hartelijk dank aan jullie, aan alle mensen die daarvoor het werk doen bij onze onafhankelijke toezichthouder. Daar moeten vooral zij dus de eer voor krijgen. Ook op het punt van het transport van dit soort materiaal is het oordeel dat Nederland aan alle eisen voldoet.

De voorzitter:

Alvorens het gebak gepresenteerd wordt wegens de felicitaties...

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dat zou bijna waar zijn, want zo'n oordeel krijg je niet elke dag.

De voorzitter:

... geef ik het woord aan de heer Van Aalst voor een interruptie.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik was natuurlijk al enthousiast, maar ik word wat dat betreft alleen maar enthousiaster van de antwoorden. Ik heb nog een controlevraag aan de Staatssecretaris. Als ik het goed begrijp, staat Nederland er fantastisch voor, kan Nederland rustig gaan slapen en hoeft Nederland zich geen zorgen te maken over lekkende vaten en nucleaire rampen wat de opslag van ons afval betreft. We staan er goed voor, de planning is op orde en we zitten er volgens mij gewoon altijd bovenop. Ik krijg graag de bevestiging dat ik dat helemaal goed heb begrepen.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, Nederland heeft de zaken goed op orde. Dit is misschien wel meteen een mooi bruggetje naar de reactie op de opmerking van de Ziengs en de heer Kröger over Fukushimaproof. Dat heeft eigenlijk betrekking op de hele breedte van het beleid. De heer Ziengs zegt terecht dat we het bij nucleaire veiligheid over continuous improvement hebben. Je bent dus nooit klaar. Je blijft altijd kijken of het nog veiliger kan. Dat was eigenlijk de kern van het compliment dat de internationale missie aan Nederland gaf. Heel kort door de bocht zeiden ze: continuous improvement is bijna een dogma in de nucleaire wereld, maar jullie menen het echt. We blijven dus steeds kijken waar het nog beter kan. Dat vond ik zelf een heel mooi compliment, omdat dat niet alleen iets zegt over de technische staat maar met name ook over de cultuur binnen de nucleaire gemeenschap in Nederland, die er echt op is gericht om steeds weer te blijven werken aan het nog veiliger maken van het nucleaire landschap in Nederland.

De voorzitter:

De Staatssecretaris kan doorgaan met de beantwoording. Nee, ik zie toch nog een interruptie van de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Toen het over ontmanteling ging, zei de Staatssecretaris dat die kosten in principe gewoon voor de exploitant moeten zijn, dat daar ook een potje voor gemaakt moet worden en dat daar een plan voor moet zijn. Maar het opruimen van het radioactief afval en de opslag bij NRG gaan ongeveer 117 miljoen kosten, ook door de lekken. De Staatssecretaris heeft gezegd dat de lekkage door pvc komt, maar is de Staatssecretaris het niet met mij eens dat ook die kosten eigenlijk zouden moeten worden betaald door de vervuiler?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Hier hebben we het natuurlijk over een heel ingewikkelde kwestie, die te maken heeft met historisch afval. Daarom is er tussen allerlei partijen heel lang gesproken over de vraag wat een evenredige kostenverdeling is. Daarbij wordt uiteraard ook naar de partij gekeken die nu de opbrengsten van de Hoge Flux Reactor heeft, NRG. Het is een hele ingewikkelde kwestie, maar er wordt uiteraard ook gekeken naar de partij die de baten heeft.

De heer Wassenberg (PvdD):

Toch nog een vraag die hierop doorgaat. Dat afval is enkele decennia opgeslagen geweest. In die tijd leefden we niet in de steentijd. We moeten ook toen ongeveer geweten hebben hoe die vaten zich op de iets langere termijn zouden gaan gedragen. Hoe voorkomen we dat dit – ik zou zeggen: de komende duizenden jaren – weer opnieuw gaat gebeuren? Want nu is er een fout met pvc, waardoor die vaten zijn gaan lekken. Hoe voorkomen we dit soort calamiteiten in de toekomst?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik denk dat we dat niet alleen via de techniek moeten voorkomen maar ook door een cultuur te hebben van continuous improvement, waarbij je continu blijft kijken naar de laatste stand in de wetenschap. Dat doe je niet alleen zelf; je laat je ook reviewen. Een van de vragen, volgens mij van mevrouw Dik-Faber of anders van mevrouw Kröger, was waarom dat maar één keer in de tien jaar gebeurt. Het mooie is dat er in 2014 een missie is geweest – daar zijn aanbevelingen uit gekomen – en dat ze er vijf jaar later alweer zijn om de follow-up van die aanbevelingen opnieuw te bekijken. In 2024 zijn ze er weer. In de praktijk is het dus niet maar één keer in de tien jaar. Je ziet dat er eigenlijk regelmatig inspecties zijn: één keer in de tien jaar die verplichte inspectie, maar met zo'n follow-upmissie zit je eigenlijk op een pad dat regelmatiger is. Dat betekent dat je ook continu gebruikmaakt van de meest actuele kennis, en niet alleen van de meest actuele kennis in Nederland. Ik heb het team ontmoet. Het was echt een wereldwijd team. Kennis vanuit alle hoeken van de wereld wordt dus benut om die continuous improvement te blijven doorzetten.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat door met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Even nog een puntje naar aanleiding van de vraag van mevrouw Van Eijs over de ontmanteling. Voor niet-nucleaire toepassingen wordt momenteel een handreiking ontwikkeld voor het opstellen van het ontmantelingsplan. Dat zijn stralingstoepassingen in de olie- en gasindustrie. Daar ligt dus nog een aandachtspunt, maar voor nucleaire toepassingen is het op orde, zoals ik zojuist heb gemeld.

Er was een vraag van mevrouw Beckerman over ruimtelijke reservering voor kerncentrales in Groningen. Ruimtelijke reserveringen zijn een dossier van de Minister van BZK. Mochten ze ooit een ruimtelijke reservering willen inzetten, dan moet er natuurlijk goed gekeken worden naar de veiligheid. Dan komt ook de ANVS weer kijken, maar dit is dus een dossier van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Mevrouw Beckerman (SP):

Mijn vraag richtte zich heel specifiek op de combinatie van aardbevingen en die ruimtelijke reservering. Het maakt vanuit energieoogpunt misschien minder uit, maar vanuit veiligheidsoogpunt maakt het wel degelijk uit. Ik zou dus toch willen vragen of de Staatssecretaris daar misschien een begin van een antwoord op heeft.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Er is nu geen aanvraag voor een mogelijke plaatsing van een kerncentrale ergens. Als dat ooit wel zo is, dan zal op dat moment natuurlijk direct gekeken worden of er reden is om die locatie snel uit te sluiten op basis van veiligheidsrisico's.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik vind het natuurlijk toch een klein beetje gek, want we houden drie plekken gereserveerd. We weten nu dat in Groningen de omstandigheden veranderd zijn en dat daar aardbevingen zijn. In 2015 beloofde Minister Kamp dat bij een evaluatie van die locaties in 2016 aandacht zou worden besteed aan die aardbevingen. Ik vroeg me simpelweg af of die evaluatie er is geweest. Mocht de Staatssecretaris daar echt niet veel over kunnen zeggen, dan zou ik in ieder geval die evaluatie willen zien, zodat wij dit met de Minister zouden kunnen oppakken.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Laat mij in ieder geval even navragen bij de Minister van EZK of die evaluatie er is geweest en op welke manier deze toezegging gestand is gedaan. Dat zullen we dus even navragen.

De voorzitter:

Allereerst meld ik dat ook mevrouw Dik-Faber de bijeenkomst heeft verlaten in verband met algemeen overleg waar ook mevrouw Van Eijs naartoe moest. Dan weet iedereen waarom ze vertrokken is. Het woord is weer aan de Staatssecretaris voor de verdere beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Dan ga ik naar België. Er was een vraag over een bijeenkomst over Tihange. Net zoals ik op werkbezoek ben geweest in Bergen op Zoom en het belangrijk vond om met de mensen in die regio te spreken over waar hun ongerustheid zat, ben ik ook naar Maastricht gegaan. Daar heb ik gesproken met de mensen die de trekkers zijn van de werkgroep Stop Tihange, niet zozeer over het stoppen van Tihange maar vooral over hun bezorgdheid en waar die in zit. Ze hadden een goed rapport voorbereid, waarin ze dat netjes uiteen hebben gezet. Ik heb hen daar ook voor bedankt. Daarin kwamen ze met de argumenten van een paar experts, waarvan ze niet zeker weten of die voldoende zijn meegenomen. Ik heb tegen hen gezegd: dan lijkt het me goed dat we een keer een gesprek organiseren, zodat we zorgen dat we alle relevante punten ook hebben meegenomen in de uiteindelijke afweging; dat doet de ANVS dan natuurlijk, want ik maak die afweging niet. Toen werd er gevraagd of misschien ook het FANC en Duitsland daarbij betrokken kunnen worden. Ik heb gezegd dat ik graag bereid ben om te kijken of die bereidheid er is. Ik kan hun natuurlijk niet verplichten om dat te doen, maar ik vind het belangrijk dat mensen weten dat zij gehoord worden en dat, als er punten zijn die we onvoldoende zouden hebben meegenomen, daar steeds een check op is. Het is niet de bedoeling om daar een hele openbare publieksbijeenkomst van te maken, maar als ze een paar mensen willen meenemen, is dat geen probleem. Als andere organisaties zeggen dat ze echt nog een punt hebben waarvan ze echt denken dat dat onvoldoende is meegenomen, zou mijn suggestie zijn: laat het even weten, meld het bij de AVS en geef daarbij ook specifiek aan om welk punt het gaat. Dan kunnen we kijken of het inderdaad nuttig is om ook nog andere experts bij dat gesprek te betrekken. Dat is allemaal in de context van de continuous improvement, maar ik laat het aan de ANVS over om te beoordelen welke technische vragen al wel of nog niet zijn meegenomen en wat nog relevant zou zijn om in die expertmeeting – het is natuurlijk een expertmeeting – met elkaar te wisselen.

Het is misschien ook aardig om te melden dat we volgende week de Belgische parlementscommissie op bezoek krijgen in Nederland, want het is natuurlijk belangrijk dat er naar twee kanten sprake is van helderheid en transparantie. Volgende week komt de Belgische parlementscommissie op bezoek bij onze ANVS om eens te zien hoe wij in Nederland de zaken op orde hebben.

Mevrouw Beckerman vroeg naar de lekkage in Doel: is al duidelijk waardoor de lekkage is ontstaan? Nee, dat is nog niet duidelijk. Er is ook nog geen herstart mogelijk voordat het lek boven is en ook is aangepakt.

Zij vroeg ook – dat was zo'n energievraag – of Nederland België gaat bijstaan. Ze zei eigenlijk: Nederland gaat België bijstaan om de winter door te komen, maar zitten jullie in die taskforce en wat doet Frankrijk? Dat zijn echt vragen die op het terrein van de Minister van EZK liggen, want die vragen gaan over de gesprekken over de stroomleverantie.

De voorzitter:

Een interruptie of een verduidelijking?

Mevrouw Beckerman (SP):

Niet per se een interruptie maar een verduidelijkende vraag. De vraag was wel echt anders gesteld dan zoals de Staatssecretaris de vraag interpreteert.

De voorzitter:

Ik zal dat straks beoordelen. Gaat uw gang.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik heb niet gevraagd naar stroomleveranties. Ik stelde simpelweg vast dat we nu weten dat Frankrijk weinig doet. Ik dacht: zijn we, omdat Nederland heel veel doet, ook betrokken bij die gesprekken over hoe dit verdergaat? Het gaat mij dus niet om de stroomleveranties an sich, maar om de taskforce.

De voorzitter:

Helder, maar we hebben straks ook nog een tweede termijn. Ik geef dat maar even mee in verband met het aantal interrupties, maar ik geef dit nu door aan de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dit is echt een energiebeleidsvraagstuk. Het is misschien goed als mevrouw Beckerman even zorgt dat ze bij de Minister van EZK vraagt hoe dit zit. Anders geef ik misschien een half antwoord. Het lijkt mij dus beter dat zij dat met de verantwoordelijke bewindspersoon wisselt.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat door met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Mevrouw Kröger vroeg nog of ik een mening van een Duits lid van De Groenen in het Europees Parlement ken. Ik heb inderdaad begrepen dat daar een uitspraak over is gedaan, maar ik heb geen aanwijzing dat Tihange 1 niet zou voldoen aan de internationale of Belgische veiligheidseisen. Het FANC ziet daar ook op toe. We hebben dit natuurlijk regelmatig met elkaar gewisseld.

Mevrouw Kröger had ook vragen over Aarhus. Volgens mij komen we daar nu aan toe.

De voorzitter:

Er is toch nog een interruptie van de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, dat is mijn tweede interruptie. Ik neem aan dat het kopje België nu is afgesloten, maar ik heb daar ook een andere vraag over gesteld. De Staatssecretaris zei dat een kerncentrale die draait, daarmee inherent veilig is, maar in België is 33 jaar geleden een constructiefout gemaakt. Ik kan me nog herinneren dat die kerncentrales werden gebouwd. Ik woonde toen echt in het uiterste zuiden van Zuid-Limburg. In 1975 was ik nog te jong; toen was ik 9 en verkeerde ik in zalige onwetendheid, maar ik kan me nog wel herinneren dat die centrales in 1983 en 1985 in dienst of in gebruik werden genomen. Als blijkt dat er al 33 jaar lang een fout is die nooit is gezien en als pas nu wordt ontdekt dat die fout ernstig genoeg is om de boel lam te leggen, kun je dan niet zeggen dat die kerncentrales eigenlijk 33 jaar niet hebben voldaan aan de huidige veiligheidseisen?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Over iets wat je niet kunt zien of weten, kun je ook nooit een garantie afgeven. Heel simpel gezegd is dat zo, maar daarom is dat hele proces van continuous improvement zo belangrijk. Met de inzichten die er nu zijn over deze constructiefout, die 33 jaar geleden werd gemaakt bij deze kerncentrale, toen de stand van zaken natuurlijk ook nog echt anders was, zou die fout nu niet meer gemaakt worden, omdat je nu weet welke fout je niet meer moet maken. Daarom is het belangrijk dat continuous improvement, niet alleen technisch maar ook echt van de cultuur, echt een onderdeel is, zodat we zorgen dat het veiligheidsniveau steeds hoger is. Maar op wat je niet weet, kun je ook niet handelen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Het was een fout die ook 33 jaar geleden niet gemaakt had mogen worden. De bouwtekeningen zijn kwijt. Het is dus heel moeilijk om te zien of het een fout was in een bouwtekening of dat het gewoon verkeerd is aangelegd, maar ik bedoel iets anders. De Staatssecretaris zei in het vorige debat: op het moment dat een kerncentrale draait, is hij daarmee veilig. Ik bedoel dat mensen – in ieder geval ikzelf – zich natuurlijk ook heel erg ongerust maken over dingen die we niet weten. Met de kennis van nu heeft die kerncentrale met terugwerkende kracht gewoon niet voldaan aan de veiligheidseisen. Dat geldt niet alleen voor de veiligheidseisen anno 2018 maar ook voor de veiligheidseisen van 1985, want toen zou die kerncentrale ook al niet hebben mogen draaien.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De heer Wassenberg citeert mij, maar hij vergeet de komma en het zinnetje daarna te noemen. Ik heb hem gezegd: hij is veilig, anders draait hij niet; daar houdt de inspectie toezicht op. De inspectie geeft natuurlijk altijd een oordeel op basis van de kennis die zij heeft. Op feiten waar zij geen kennis van kan hebben, en die alleen maar aan het licht komen wanneer er betonrot ontstaat waardoor je uiteindelijk zicht krijgt op een constructiefout, kan de inspectie ook niet acteren. Ik heb steeds gezegd dat de inspectie bepaalt. Dat gebeurt ook, want daarom ligt in België het grootste gedeelte van die kerncentrales ook stil. Wanneer een situatie onvoldoende veilig is, zeggen zij: er mag niet gedraaid worden. Die komma en die bijzin moet de heer Wassenberg dan wel meenemen. Dat neemt niet weg dat je constructiefouten zo veel mogelijk moet voorkomen en dat er naar de toekomst toe geleerd zal moeten worden van wat hier nu ontdekt is.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat door met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan komen we bij de vragen over de Aarhusbevindingen. Op 12 oktober hebben we inderdaad de bevindingen van het Aarhuscomité ontvangen. Ik heb de Kamer hierover geïnformeerd. Mevrouw Kröger vroeg of ze al rechtsgeldig zijn. Dit waren de aanbevelingen van het comité; de uiteindelijke beslissingen zullen worden genomen door de meeting of the parties. Dat is waar de beslissingen worden genomen. Dit is dus de aanbeveling; de beslissing wordt genomen in 2021. Daarnaast geldt dat als dat in 2021 bekrachtigd wordt, het alleen maar gevolgen heeft voor de toekomst. Ze hadden ook kunnen zeggen: we doen met terugwerkende kracht nog een aanbeveling. Dat hebben ze niet gedaan. Ze hebben gezegd: in de toekomst zou Nederland het anders moeten doen. Het heeft dus ook geen rechtsgevolgen voor reeds genomen besluiten, zoals de LTO-vergunning van Borssele, maar uiteraard ga ik niet wachten tot 2021 om de bevindingen serieus te nemen. De bevindingen zeggen ook niet dat er een MER moet zijn. De bevindingen zeggen dat er inspraak moet zijn. Dus moeten we er goed over nadenken wat we doen wanneer er in de toekomst een keer een vraag zou komen die er mogelijk wel aanleiding toe zou geven of die onder deze uitspraak zou vallen. Ik wil er dus over nadenken hoe we er dan voor zorgen dat die consultatie goed geregeld is. Dat kan een MER zijn, maar we hebben natuurlijk richtlijnen wanneer een MER verplicht is. Daarnaast kun je denken aan internetconsultatie, gesprekken in de regio en dat soort dingen. Daar wordt dus over nagedacht en ik verwacht de Kamer daarover begin volgend jaar te informeren.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Er zitten een aantal onderdelen in het antwoord van de Staatssecretaris waar ik vragen over heb. Het is toch eigenlijk heel gek dat we zo'n besluit nemen dat zo groot is, en dat daar niet de accurate inspraak die bij een MER hoort op plaats heeft gevonden?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Het comité heeft inderdaad geoordeeld dat het anders had gemoeten, dat je het bij dit soort beslissingen op een andere manier moet doen. Daarom zeggen ze ook: in de toekomst moet je dat anders doen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Maar nu speelt die vergunningswijziging om te voldoen aan internationale verplichtingen. Zou het nu alsnog uitvoeren van een MER dan niet een heel goed idee zijn? Als we die MER alsnog goed zouden doen, zouden we een systematiek hebben die we ook bij een heleboel andere dingen hebben, lees: bij windparken et cetera.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

We moeten twee dingen uit elkaar houden. Als je de wijziging die nu voorligt, langs de meetlat van «moet hier een MER over plaatsvinden?» legt, dan blijkt dat je op basis van het MER-kader geen MER hoeft te doen. Het is overigens de ANVS die daar zelfstandig over beslist. De wijziging die nu voorligt, geeft, gelet op de MER-kaders, geen aanleiding om dat te doen. Mevrouw Kröger stelt eigenlijk de volgende vraag: wil je niet alsnog een MER doen voor de LTO-beslissing die in het verleden is genomen? Het comité had ook kunnen zeggen: met terugwerkende kracht moet je het alsnog doen. Dat hebben ze niet gezegd. De aanbeveling is om het te doen bij toekomstige wijzigingen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Het wordt wat juridisch geharrewar. Uiteindelijk gaat het om het volgende. De Staatssecretaris trekt zich de kritiek van het comité aan. Ze zegt: dat hebben we niet goed gedaan. Er ligt nu een kans om bij een nieuwe vergunningswijziging alsnog een MER te doen, een vergunningswijziging die wellicht niet juridisch MER-plichtig is maar waarbij je het wel zou kunnen doen omdat je het eerder niet hebt gedaan. Dus als de Staatssecretaris zich die kritiek aantrekt, waarom zou ze dan niet nu die MER uitvoeren?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Het moet dan wel zinvol zijn om een MER uit te voeren op de vergunning waarover het gaat. Ik ga daar overigens ook niet over. De ANVS besluit zelfstandig of in de context van dat MER-kader een MER aan de orde is. Dat is dus wat anders dan de vraag of je met terugwerkende kracht alsnog een MER op die LTO-beslissing zou willen uitvoeren. Van zo'n beslissing heeft het Aarhuscomité gezegd: daar kunnen wel degelijk consequenties aan zitten en dus moet je ook inspraak regelen wanneer zo'n beslissing voorligt. Zo'n beslissing ligt nu niet voor, dus heeft het ook niet zoveel zin om nu een MER daarop uit te voeren. Mevrouw Kröger vraagt eigenlijk om het met terugwerkende kracht voor de LTO-beslissing te doen. Daarvan zeg ik: het comité heeft niet de aanbeveling gedaan om het alsnog te doen voor die LTO-beslissing uit het verleden, maar wel om het in de toekomst te doen. Dat zullen we ook doen, en dus zijn we aan het nadenken over hoe we die inspraak zouden moeten regelen. Daar komen we binnenkort bij u op terug.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, het tweede gedeelte van uw tweede interruptie.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, dat realiseer ik me. Het is erg dunnetjes langs de lijnen van wat precies, verplicht, juridisch moet: als Aarhus niet heeft gezegd dat het met terugwerkende kracht moet, dan doen we het dus niet. Maar het zou wel kunnen, dus waarom doen we niet alsnog die MER?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Omdat de vergunning inmiddels rechtskracht heeft. Het is dus nogal wat. Bovendien voeren we keurig de uitspraak uit, en daarvan zegt mevrouw Kröger: dat vind ik nogal dunnetjes. We voeren hem keurig uit. De aanbeveling is alleen gericht op de toekomst, en dat voeren we keurig uit.

De voorzitter:

Ik stel voor dat de Staatssecretaris doorgaat met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dat er kritiek is op het keurig uitvoeren van een uitspraak, is ook weer nieuw.

De voorzitter:

Dat is bijna uitlokking. Ik stel voor dat de Staatssecretaris doorgaat met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Die indruk zou ik niet willen wekken. Ik ga door met de beantwoording.

De heer Wassenberg vroeg naar het uitvallen van de kerncentrale. De uitval van de reactor is niet abnormaal. Het veiligheidssysteem werkt en er is ook geen toename van het aantal afschakelingen.

Mevrouw Beckerman vroeg hoe het staat met de veiligheid bij de Hoge Flux Reactor. De ANVS ziet toe op de veiligheid van de reactor en het naleven van de vergunning door NRG. De ANVS heeft toestemming verleend voor de heropstart van de Hoge Flux Reactor, omdat NRG heeft aangetoond dat de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming niet in het geding zijn. Van veroudering is natuurlijk sprake bij alle kerncentrales en installaties waar we het over hebben, en daarom is het nadrukkelijk een speerpunt in het toezicht van de ANVS, ook specifiek gericht op de HFR. Lessen die uit deze gebeurtenis worden getrokken, worden ook weer meegenomen in het toezicht.

Ik kom nu bij het blokje overig. Meneer Von Martels zei dat er eigenlijk één aanbeveling is overgebleven bij de IRRS-missie, die zulke mooie resultaten heeft opgeleverd. Men zei dat één aanbeveling niet was opgevolgd. De uitwerking van deze aanbeveling was reeds gestart, maar was onvoldoende gevorderd om de aanbeveling te kunnen sluiten. Het gaat daarbij over de vrijgavegrenzen voor terreinen na ontmanteling of na gebruik van radioactieve stoffen op dit terrein. Het gaat om het opheffen van het controleregime na sanering. Deze aanbeveling kon pas na de implementatie van de Europese richtlijn verder worden uitgewerkt. De reden dat we daar nog niet zo ver mee waren, is dus omdat we gewacht hebben op de Europese richtlijn, die er ook kwam. Op dit moment worden hiervoor door de ANVS algemene eisen ontwikkeld. Daar zijn we dus mee aan de slag.

Dan kom ik bij de vraag over het verouderingsbeheer. Nederland heeft daarvoor vier aanbevelingen van ENSREG gekregen. Een aanbeveling was voor de onderzoeksreactoren en had betrekking op het systematisch implementeren en drie aanbevelingen waren voor de kerncentrale Borssele. Die aanbevelingen waren soms zeer technisch van aard, zoals het vastleggen van inspecties van verdekte pijpleidingen. Alle punten worden door de ANVS onderschreven. Het zijn aandachtspunten bij de verdere ontwikkeling van het ageing management. Verbetermaatregelen zijn al in gang gezet onder toezicht van de ANVS.

De heer Von Martels vroeg naar die twee verschillende trajecten: aan de ene kant IRRS, de toetsing door de regulatory body aan de standaarden die door het Internationaal Atoomenergieagentschap worden voorgeschreven. Daarnaast is er ENSREG, met de topical peer review van het ageing management van de installaties. Dus waar de IAEA vooral kijkt naar de regulatory body – heb je je hele toezichtsysteem op orde, is het onafhankelijk, heb je de inspecties en de monitoring goed gepland? – gaat ENSREG over het ageing management van de installaties. Beide zijn goed verlopen. Ik heb net al gezegd dat alle vier aanbevelingen worden opgevolgd.

De heer Von Martels vroeg ook nog naar de verdeling van taken over andere ministeries en organisaties dan de ANVS. Dan hebben we het over de bescherming van patiënten en de patiëntveiligheid. Logischerwijs ligt dat bij VWS. Voor de werknemersveiligheid speelt natuurlijk SZW een belangrijke rol. Bevolking en milieu zijn beide ook bij de ANVS belegd. Ik kan dit eventueel nog wat uitwerken in de volgende verzamelbrief, als de heer Von Martels daar prijs op stelt.

De heer Von Martels vroeg ook nog naar PALLAS. Hoe past het feit dat PALLAS naar VWS gaat, bij die verantwoordelijkheidsverdeling? De ANVS is en blijft verantwoordelijk voor de veiligheid, ook die van PALLAS. Bij VWS ligt het initiatief om PALLAS tot ontwikkeling te brengen.

De heer Ziengs van de VVD had nog gevraagd waarom het rapport over de rampenoefening zo lang uitblijft. Twee adviesbureaus hebben de oefening begeleid: één van de regio en één van het Rijk. Er is natuurlijk ook over de grenzen heen samengewerkt. Het verzamelen van data, het verifiëren van de feiten, de analyse et cetera zijn een complex proces. De rapporten zijn pas recent afgerond. Het zijn er twee. We zullen de resultaten nog voor het eind van het jaar aan de Kamer doen toekomen, want we willen natuurlijk ook iets kunnen zeggen over de lessen die we daaruit trekken. Omdat die rapporten pas onlangs aan ons zijn gestuurd, komt die brief zo snel mogelijk.

De heer Ziengs vroeg nog naar een vergelijking tussen België en Nederland. Het aantal laag ingeschaalde incidenten kan fluctueren en is van veel land- en installatiespecifieke aspecten afhankelijk. Een kwantitatieve vergelijking is dus niet helemaal passend; ook internationaal wordt dat niet per se als zinvol gezien. Kwalitatief wordt er natuurlijk wel altijd vergeleken en wordt ook dezelfde INES-schaal gebruikt. Daarom is er aan de ene kant niet en aan de andere kant wel een vergelijking mogelijk langs de lijnen van bijvoorbeeld de INES-schaal.

De heer Von Martels vroeg nog naar de crematoria en of mij de signalen daarover bekend zijn. Die signalen zijn bekend. De ANVS pakt dit op samen met de medische beroepsgroep. Daar worden ook de crematoria bij betrokken. Ik was laatst zelf op bezoek bij URENCO en bij hun tak medische toepassingen. Daar gaven ze mij een voorbeeld van een behandeling tegen een bepaalde vorm van kanker, waarbij kleine staafjes in het lichaam worden gebracht. Die staafjes zijn wel bestraald. Het is een effectieve vorm van kankerbestrijding, maar in een crematorium vraagt dat wel om speciale waarborgen. Het is dus heel belangrijk voor de gezondheid van mensen dat dit soort toepassingen er zijn, maar dan moeten we ook een goede oplossing vinden voor de crematoria. Er wordt dus samen met de beroepsgroep en de crematoria gewerkt aan een oplossing.

De heer Von Martels (CDA):

Ik twijfelde heel erg, want mijn inbreng is vaak een kruising tussen een vraag en een opmerking. We hebben het net ook met de collega's gehad over het radioactieve afval dat je kunt verwachten bij een kernreactor. Maar we zien bijvoorbeeld ook dat in ziekenhuizen radioactief afval wordt verwerkt. Ik heb bij de collega's de vraag gemist of we de ziekenhuizen dan ook maar moeten sluiten, maar zo ver wil ik niet gaan, zeker nu niet. Het is dus meer een opmerking, maar ik stel dit punt niet voor niets aan de orde, omdat het natuurlijk toch een risico met zich meebrengt.

De voorzitter:

Helder. Ik noteer het als een opmerking zijnde toch een interruptie in dit geval.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Het antwoord op deze heldere opmerking is natuurlijk: ja.

Dan was er nog een laatste vraag van mevrouw Beckerman over de website. We hebben het net nog even gecheckt. Ik dank haar voor het compliment dat de website er zo goed uitziet. Je kunt zelf hopen dat hij gebruiksvriendelijk is, maar als mevrouw Beckerman zegt dat hij gebruiksvriendelijk is, dan komt dat uit onafhankelijke hoek. Dat is dus fijn. We zien inderdaad dat er nog niet doorgelinkt kon worden – we hebben het ook even geprobeerd – naar het plan van Groningen. Ik spreek begin december weer met de veiligheidsregio's om te kijken of het algemene plan voor Groningen daarop kan worden gezet. Groningen heeft zelf geen nucleaire installatie, maar, zo zegt mevrouw Beckerman terecht, het betreft natuurlijk wel een gebied waar je algemene voorbereidingsplannen voor evacuaties zou moeten hebben. We zullen met hen bespreken of dat soort plannen ook kunnen worden opgenomen. Daar komen we dus na dat overleg met de veiligheidsregio's nog op terug.

Voorzitter. Daarmee hoop ik de vragen van de leden in eerste termijn te hebben beantwoord.

De voorzitter:

Dat lijkt er in ieder geval op. We gaan nog een tweede termijn in. Ik stel één minuut voor. Is dat voldoende voor de leden?

De heer Wassenberg (PvdD):

Als u daar flexibel mee omgaat, dan...

De voorzitter:

Flexibel tot anderhalve minuut. Akkoord? Gaan we doen! De heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, misschien red ik het zelfs wel in die minuut. Ik heb nog twee vragen aan de staatssecretarissen. Zij zegt dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft gereageerd en tevreden is. Een heel eenvoudige vraag: kan de Kamer een afschrift van die brief krijgen?

Mijn tweede vraag gaat nog even over die constructiefout. Ik heb daarmee geen kritiek op de inspectie willen geven, want inderdaad: wat je niet weet, daar kun je niet op handhaven. Wat ik bedoelde is het volgende: is de Staatssecretaris het met mij eens dat als die kennis over het ontbreken van de bewapening in dat beton in 1985 al aanwezig zou zijn geweest, als het FANC daarvan toen al op de hoogte was geweest, het besluit niet genomen had mogen worden om die kerncentrale in gebruik te nemen? Ik heb dus geen kritiek op het feit dat het FANC niet gehandhaafd heeft op iets wat het niet wist. Ik wil iets weten over een hypothetisch geval. Als we dat toen, volgens de toenmalige veiligheidsvoorschriften, hadden geweten, zou de kerncentrale dan met die kennis in gebruik zijn genomen?

In de laatste paar seconden die ik heb, zou ik een VAO willen aanvragen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Wat ik altijd heel slim vind... Nu hoopt iemand natuurlijk dat ik die persoon heel slim noem; ik vind de heer Wassenberg heel slim. Wat ik heel slim vind bij nucleair, is dat we de veiligheidskant hebben losgekoppeld van de economische kant en van de energiekant. Dat hadden we eigenlijk bij veel meer energie moeten doen. De OVV heeft dat bijvoorbeeld bij de gaswinning OVV ook geadviseerd. Maar dat betekent wel dat debatten net iets lastiger zijn. Want er zijn punten die ík echt essentieel vind op het vlak van de veiligheid, maar de Staatssecretaris misschien niet. Ik wil echt benadrukken dat de veiligheid voorop moet staan, juist bij de zoeklocaties. Ik vind dat juist de Eemshaven, een gebied dat nu al zulke grote veiligheidsproblemen heeft, echt niet kan qua locatiekeuze nu dat zo in het aardbevingsgebied ligt.

Mijn laatste vraag gaat over België. Uiteraard heeft de Staatssecretaris gelijk als ze stelt dat de stroomleveranties die Nederland nu doet aan België, onder energie vallen. Dat is volkomen logisch. Maar wat ik min of meer bedoelde – dat is natuurlijk een beetje sneaky – is dat wij België de winter door helpen. Frankrijk doet dat niet. Dat levert veel minder. Nederland doet dat wel. Dat levert ons meer CO2-uitstoot op. Dat is heel vervelend, maar het is nodig. Ik dacht dat we in ruil daarvoor met België mee zou moeten kunnen praten over de toekomst, want we kunnen dit niet heel lang blijven doen. Maar de veiligheid moet wel vooropstaan.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Het is een fantastische dag. Wat mij betreft kan die niet meer stuk. De veiligheid van kernenergie in de kerncentrales in Nederland is top. Complimenten nogmaals aan de Staatssecretaris! Geen bangmakerij meer, geen lekkende vaten: Nederland is voor wat betreft kernenergie helemaal op orde. Er is inmiddels een meerderheid in de Kamer voor kernenergie, dus mijn dag kan niet meer stuk.

Voorzitter. Ik geef een voorbeeld: als links Nederland begint te schuimbekken, betekent dat dat ik het PVV-geluid vandaag weer goed heb verwoord. Ik hoop dat links Nederland nu rustig kan gaan slapen en ik kijk alweer uit naar het volgende AO Nucleaire veiligheid. Dank u wel.

De voorzitter:

Ik zie gelukkig nog geen schuim verschijnen aan deze tafel, dus ik geef het woord aan de heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Volgens mij zijn wij tot de kern gekomen vanmiddag. Het valt wel op dat een landelijk vraagstuk toch wel weer een sterk internationaal karakter heeft, want we hebben het over Doel, Tihange, Aarhus en Fukushima. Het lijkt soms wel of we bij een buitenlands parlement zitting hebben. Ik ben blij dat ik in ieder geval heb kunnen verwoorden dat het CDA kernenergie, nucleaire energie, nog steeds ziet als een belangrijk onderdeel van de totale energiemix, ook in de toekomst. De Staatssecretaris had het over continuous improvement. Daar geloven wij ook in. Daarom blijft het voor ons interessant om na te denken over de ontwikkelingen voor de toekomst en om kansen te zien ten aanzien van nucleaire energie.

Er blijft wel één vraag over. Daar ben ik in de eerste ronde niet aan toegekomen. In de Verordening financieel programma ontmanteling nucleaire faciliteiten en beheer kernafval lijkt de Europese Commissie aan te sturen op het overdragen van de verantwoordelijkheid voor de ontmanteling van de HFR in Petten aan de rijksoverheid. Graag willen we van de Staatssecretaris weten of dit klopt. Voor zover ik weet, is daar na 2026 sprake van. Accepteren wij dat? Kan de Staatssecretaris hierbij aangeven wie de financiële verantwoordelijkheid voor de ontmanteling draagt? Die vraag had ik nog in petto.

Dank.

De voorzitter:

Ik dank u. Mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga toch nog even door over die MER en de vraag waarom we dat niet alsnog gaan doen. Ik begrijp dat we zonder de vergunningswijziging die nu speelt, niet voldoen aan de internationale verplichtingen. Het gaat wel degelijk over de veiligheid. Als je niet voldoet aan de internationale verplichtingen, is dat wel degelijk van invloed op de levensduur van de centrale. Dan is dit toch het moment om die MER te doen? Ik hoop dat de Staatssecretaris daar toch toe bereid is, want dat is het moment waarop we het Verdrag van Aarhus wel naleven.

Een tweede vraag. De Staatssecretaris geeft aan dat ze de inspraak beter wil organiseren en dat zij zich de kritiek aantrekt. Wanneer krijgen we een plan van hoe dat er uit gaat zien?

De voorzitter:

Dank u wel. Nu is het aan mij om het voorzitterschap even over te dragen.

Voorzitter: Wassenberg

De voorzitter:

Ik neem dat graag over. Dan geef ik nu het woord aan de heer Ziengs van de VVD-fractie voor zijn tweede termijn.

De heer Ziengs (VVD):

Ik dank u, voorzitter. Op een paar vragen die door mij zijn gesteld, heeft de Staatssecretaris wel een antwoord gegeven. Ik wil allereerst ingaan op de oefening die heeft plaatsgevonden. In mijn beleving is dat een proces geweest dat zeer lang heeft geduurd. Voorafgaande aan een dergelijke oefening kun je ook onderzoeksvragen gaan vaststellen en daarna kun je rapporteren. Ik heb namens mijn fractie de indruk dat hier in ieder geval een aantal rapporten verschenen zijn waar heel veel werk en kosten in zitten. Ik zou de Staatssecretaris willen verzoeken om dit soort processen in de toekomst wat sneller te laten plaatsvinden, omdat we daarvan kunnen leren.

Het tweede punt is de klankbordgroep. Die heeft een vertraging opgelopen. Ik heb dit goed gelezen. We zouden die eind van dit jaar in werking kunnen stellen. Ik hecht daar heel veel belang aan, ook in het kader van het vervolgproces. Medio 2019 heeft de Staatssecretaris gemeld. Ik zou daar in ieder geval graag van op de hoogte worden gehouden. Ik denk namens de commissie dat dat voor 1 juli 2019 kan gaan plaatsvinden. Dat zou wel fijn zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ziengs. Dan geef ik nu het woord weer terug aan de heer Ziengs als voorzitter.

Voorzitter: Ziengs

De voorzitter:

Dank u wel. Wat is dit toch een mooi spel. U geeft het stokje weer terug. Ik kijk even naar de Staatssecretaris. Staatssecretaris, wenst u een korte schorsing of kunt u gelijk overgaan tot de beantwoording?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik orden even de vragen en dan kan ik meteen antwoorden.

De voorzitter:

We wachten even totdat de vragen geordend zijn en dan hervatten we de beantwoording zo.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De beantwoording in tweede termijn van de Staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. De heer Wassenberg vroeg aan mij of de Kamer een afschrift kan krijgen van de brief, maar de OVV heeft de ANVS dat mondeling laten weten, dus daar is helaas geen afschrift van te geven. Maar ik denk dat we allebei blij zijn met dat signaal.

Dan stelde hij de vraag: als de kennis in 1985, wat dan? En ook nog «toen». Ik vind altijd dat je heel voorzichtig moet zijn met als-danvragen, en zeker met als-dan-toenvragen. Dat kan ik niet beoordelen en een uitspraak daarover leidt ook niet tot meer veiligheid nú. Wat ik belangrijk vind, is dat we ons richten op dat proces van – we moeten altijd proberen om de Nederlandse termen te gebruiken – continue verbetering. Ik ben blij dat ook de heer Wassenberg onderkent dat je niet kunt handhaven op iets wat je niet weet. Maar wij zetten met ons goede inspectieprogramma, waarvoor we ook complimenten hebben gekregen van het Internationaal Atoomagentschap, in ieder geval alles op alles om te zorgen dat we zo actief mogelijk op zoek gaan naar die kennis. En nogmaals, wij zijn blij met de complimenten die het agentschap ons heeft gegeven voor hoe Nederland dit soort dingen aanpakt.

De heer Wassenberg (PvdD):

Toch nog een vraag. Ik vroeg niet «als-dan» en «wat zou er gebeurd zijn». Het enige wat ik vraag, is het volgende. Er ontbreekt bewapening in het beton. Er waren bepaalde criteria waaraan voldaan zou moeten worden in 1985. Zou het ontbreken van die bewapening in beton in 1985 reden moeten zijn, als het bekend was geweest uiteraard, om die kerncentrale, die reactor bedoel ik, niet in gebruik te nemen? Dit is geen verwijt aan de toezichthouder, want als die kennis niet bekend was, dan kan die niet gebruikt worden. Maar als het bekend was geweest, als die kennis er toen was geweest, was die kerncentrale dan volgens de toenmalige criteria in gebruik genomen of niet?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan herhaalt de heer Wassenberg de als-dan-toenvraag, die bovendien betrekking heeft op een afweging van de FANC. Ik kan gewoon niet 33 jaar terug in de tijd kijken en nu zeggen wat de FANC dan wel of niet had moeten doen. Wat mijn opmerking daarnaast is: de afweging of er, als-dan-toen, iets anders had moeten gebeuren, draagt ook niet bij aan de veiligheid van vandaag. Wat wel belangrijk is voor de veiligheid van vandaag, is dat de FANC stelt: geen herstart tot aangetoond is dat het voldoet aan de veiligheidseisen. Het is voorlopig ingeschaald als INES 1. Dat geeft wel een indicatie van hoe de FANC de situatie nu inschat, als de heer Wassenberg terugkijkt.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat is waar, maar de FANC vindt het toch ernstig genoeg om die reactor een jaar lang stil te leggen. Want het gebrek is geconstateerd in maart 2017 en de heleboel wordt op zijn vroegst pas weer opgestart in maart volgend jaar. Sorry, geconstateerd in maart 2018, en op zijn vroegst weer opgestart in maart 2019, als het dan gebeurt. Dus het is INES 1, dat is niet de allerzwaarste categorie. Je hebt nog INES 0 en daarboven nog een aantal, maar de FANC zegt wel: het is ernstig genoeg om de boel een jaar lang stil te leggen. Dus dat is toch best ernstig.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Inderdaad, het is INES 1, dus er is een afwijking, maar er is nog voldoende veiligheidsmarge. En toch wordt die centrale stilgelegd. Omdat de veiligheid nou eenmaal voor alles gaat. Die centrale wordt dus een jaar stilgelegd om een afwijking die INES 1 is. Veiligheid is echt een conditio sine qua non. De IAEA heeft ook naar Nederland gekeken en zegt: in Nederland is dat ook echt zo. Maar het feit dat die centrale een jaar wordt stilgelegd om een afwijking waarbij er wordt geconstateerd dat er nog voldoende veiligheidsmarge is, zegt wel iets over hoe serieus dat wordt genomen. Dus naar de toekomst toe denk ik dat we blij mogen zijn met die zorgvuldigheid.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat door met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Ik snap waarom mevrouw Beckerman zegt: dit ligt eigenlijk een beetje op het snijvlak, op het grensvlak. Veiligheid gaat natuurlijk boven alles, dus als je ergens iets wilt, moet je kunnen aantonen dat het ook veilig kan. Ik snap waarom zij de link legt met de situatie in Groningen en zegt: ik heb er twijfels bij of dat veilig kan; ik kan het niet beoordelen. Ik snap waarom ze de vraag stelt en ik vind natuurlijk ook dat zo'n beoordeling te zijner tijd moet worden gemaakt, als er aanleiding zou zijn om daar echt serieus onderzoek te doen naar de bouw van een nieuwe kerncentrale. Er is een evaluatie toegezegd in 2016. Ik heb toegezegd dat ik eens bij de collega zou navragen wat die evaluatie heeft opgeleverd. In het bijzonder op dit gebied begrijpen wij allemaal waarom dit soort evaluaties plaatsvinden.

Verder zegt mevrouw Beckerman dat ze het niet wil hebben over energie, maar heel sneaky wil ze het misschien toch hebben over energie. Ik belicht eigenlijk de andere kant van de zaak. Veiligheid moet een conditio sine qua non zijn, dat moeten we niet mengen met de politieke discussie over de vraag op welke manier we België de winter door helpen. Die veiligheid moet gegarandeerd zijn, anders kunnen die centrales niet draaien. Dat is ook hoe de FANC nu redeneert. Daarom ontstaat er eigenlijk een vraagstuk in de stroomvoorziening. Maar ik zou heel erg oppassen om die twee met elkaar te gaan mengen, want je wilt dat de veiligheid door onafhankelijke regulators wordt beoordeeld.

Over de wenselijkheid ervan die centrales in de toekomst te laten draaien: als ze niet veilig zijn, draaien ze niet. Daarom wordt op basis van INES 1 ook een jaar stilgelegd. Maar de stroomleveranties aan België, dat is echt een vraag die u moet bespreken met collega Wiebes.

Mevrouw Beckerman (SP):

Natuurlijk, ik ben het er volledig mee eens dat de veiligheid voorop moet staan. Dat zal u ook niet verbazen. De SP heeft, natuurlijk samen met anderen, vaak gepleit voor het versneld sluiten van die reactoren in België. Maar als wij stroom leveren aan België, doet dat ook iets met de veiligheid van Nederland. Het is immers geen duurzaam opgewekte stroom die wij leveren, die wij extra produceren. Ik vind wel dat wij het debat moeten gaan voeren over de vraag hoe lang wij dat gaan doen en hoe dat geregeld wordt. Ook vanuit het veiligheidsoogpunt van Nederland is dat een logisch debat, vind ik.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Daar ben ik het niet helemaal mee eens, omdat die centrales alleen maar mogen draaien als ze veilig zijn. Dus als ze niet veilig zijn, mogen ze niet draaien. Als er een INES 1-afwijking is, worden ze een jaar stilgelegd. Daarnaast snap ik heel goed dat mevrouw Beckerman zegt: als wij een extra gascentrale aanzetten met CO2-uitstoot, dan moeten we wel met België het gesprek aan over die stroomleveranties, maar dat ziet dan echt op het stroomleverantiegedeelte. Ik vind dat veiligheid gegarandeerd moet zijn. Mevrouw Beckerman zegt eigenlijk, tussen de regels door: veiligheid kan alleen gegarandeerd worden door het sluiten, permanent, min of meer, want daar wil zij eigenlijk het gesprek over aan met België. En ik zeg: die veiligheid moet altijd gegarandeerd zijn, en daar zien de inspecties op toe.

Voorzitter. Dan kom ik bij de heer Von Martels die nog een keer het belang van die continue verbeteringen heeft benadrukt. Daarnaast stelde hij een vraag over een eventuele overdracht van de Hoge Flux Reactor, inderdaad voor een gedeelte samen met de Europese Commissie, aan de rijksoverheid en de financiële verantwoordelijkheid daarvoor. We vinden natuurlijk dat de financiële verantwoordelijkheid moet blijven liggen waar die lag. Op dit moment lopen gesprekken. Als de Commissie een verzoek doet, kunnen we een gesprek aangaan, maar we zijn voorlopig niet voornemens om dat te doen.

Mevrouw Kröger kwam terug...

De voorzitter:

Ik zie toch nog even de vinger van de heer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Zegt de Staatssecretaris daarmee dat dit niet gaat leiden tot extra kosten voor Nederland, op termijn?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dat willen we natuurlijk inderdaad niet. De HFR in Petten is eigendom van de Europese Commissie en Euratom. De Commissie heeft zich verplicht om de ontmantelingskosten te dekken uit het algemene ontmantelingsbudget. NRG is vergunninghouder van de HFR en daarom verantwoordelijk voor de financiële zekerheidsstelling. Uiterlijk begin volgend jaar moet NRG een geactualiseerde financiële zekerheidsstelling indienen ter goedkeuring. Dan zullen we ook kijken of die voldoende financiële zekerheid biedt. Dus NRG als vergunninghouder en verder de Europese Commissie en Euratom als de eigenaar zijn, wat ons betreft, de partijen die dit moeten verzekeren.

De heer Von Martels (CDA):

Kortom, de intentie is goed, maar de zekerheid kunt u nog niet volledig bieden?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Het hele proces van elke vijf jaar opnieuw die financiële zekerheidsstelling tegen het licht houden, is erop gericht dat juist te verzekeren. Dit soort trajecten zijn altijd heel langjarig. Daarom wordt er elke vijf jaar bekeken of het allemaal nog op orde is, zodat er ook tijdig kan worden bijgestuurd.

De voorzitter:

De Staatssecretaris gaat verder met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan kom ik bij mevrouw Kröger. Er is nu een ambtshalve wijziging van de vergunning in procedure, die leidt tot een verdere verbetering van de voorschrift van de KCB-vergunning op basis van internationale afspraken gemaakt in het kader van de WENRA, de Western European Nuclear Regulators Association. Op juridische gronden is er geen sprake van een verplichting of een noodzaak tot het opstellen van een MER gerelateerd aan deze wijziging van de vergunning. Ook de bevinding van het Aarhus-comité leidt niet tot die verplichting, want Aarhus gaat niet over de MER, maar over inspraak. Dus de een-op-eenkoppeling die mevrouw Kröger maakt tussen een vergunningswijziging en een MER, wordt door Aarhus niet gelegd. En daarnaast moeten de bevindingen van het comité ook nog worden bekrachtigd door de meeting of the parties, en die is pas in 2021. Dus het zijn eigenlijk twee redenen, voorzitter.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Vandaar dat ik eerder het woord «dunnetjes» gebruikte. Kijk, op het moment dat er gezegd wordt: de inspraak is niet goed gegaan, en de Staatssecretaris erkent dat, dan ligt er een kans om dat recht te zetten met een vergunningswijziging die wel degelijk gaat over veiligheid en over het voldoen aan internationale verplichtingen. Dan kan de Staatssecretaris dat moment aangrijpen om alsnog een MER te doen, met de volledige inspraak. Dat zou een manier zijn om te voldoen aan het Verdrag van Aarhus, wat wellicht niet juridisch verplicht is, daar heeft de Staatssecretaris vast gelijk in, maar wat wel een mogelijkheid is om gewoon voortvarend te voldoen aan het Verdrag van Aarhus. Dus ik hoop dat ze daartoe bereid is.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Het comité van Aarhus had ook de aanbeveling kunnen doen om met terugwerkende kracht alsnog een MER te laten uitvoeren, of met terugwerkende kracht alsnog die inspraak te organiseren. Dat hebben ze niet gedaan. De aanbeveling is expliciet gericht op de toekomst en die aanbeveling voer ik gewoon netjes uit. Dus dat is waar we staan, voorzitter. Het comité heeft niks anders aanbevolen dan wat ik nu doe.

De voorzitter:

Het antwoord lijkt helder. Dan stel ik voor dat de Staatssecretaris doorgaat met de beantwoording.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Er waren nog twee vragen van de heer Ziengs. Hij zei eigenlijk: die oefening duurt lang. Ja, dat ben ik met hem eens. Er zijn ook heel veel partijen bij betrokken. Ook heel veel ministeries waren bij deze oefening betrokken. We moeten maar even kijken hoe dat in de toekomst wat sneller tot uitkomsten en opvolging zou kunnen leiden. Dat is een aanbeveling die ik ter harte neem.

Over de klankbordgroep heb ik inderdaad in de laatste verzamelbrief al gemeld dat het zomer wordt, en dat is ietsje later dan we hadden gehoopt.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk nog even of er vragen zijn blijven liggen. Dat is niet het geval. Voordat we de bijeenkomst sluiten, stel ik vast dat de heer Wassenberg een VAO heeft aangevraagd. Daarin zal hij dan ook als eerste spreker gaan optreden.

Verder zijn er twee toezeggingen gedaan. Ik neem aan dat de Staatssecretaris even goed meeluistert of ze goed verwoord zijn. De overige toezeggingen staan wel in het verslag dat er uiteindelijk komt. De toezeggingen zijn geweest:

– De Staatssecretaris zal de Kamer naar verwachting begin 2019 informeren over de wijze waarop inspraak wordt geregeld naar aanleiding van de bevindingen van het Aarhus-comité.

– De Staatssecretaris zal de resultaten van de rampenoefening voor het eind van 2018 aan de Kamer doen toekomen.

Ik zie dat mevrouw Beckerman nog een vraag heeft.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik zou de collega van Economische Zaken vragen naar de evaluatie die voor 2016 was aangekondigd en of de Kamer daarover geïnformeerd kan worden.

De voorzitter:

Wordt dat een brief? Ja?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik zal dit bij de collega onder de aandacht brengen en hem vragen de Kamer daarover te informeren. Hoe, dat laat ik verder aan hem over.

De voorzitter:

Dan komt dat in het verslag weer terug. Mevrouw Beckerman, goed dat u daar even aandacht voor hebt gevraagd. Die toezegging is ook gedaan. Zo ziet u maar weer hoe moeilijk het is om de toezeggingen goed op papier te krijgen, maar ze staan er nu toch.

Sluiting 16.44 uur.