Motie van het lid Westerveld c.s. over duidelijk onderscheid tussen de rollen van de onderwijsinspectie
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2018D58207, datum: 2018-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VIII-142).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.R.J. Rog, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R. Bisschop, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VIII-142 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z23012:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.R.J. Rog, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2018-12-05 11:00: VSO Bijgestelde onderzoekskaders en het ontwerp van het jaarwerkplan 2019 van de Inspectie van het Onderwijs (35000-VIII-113) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2018-12-11 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
Nr. 142 MOTIE VAN HET LID WESTERVELD C.S.
Voorgesteld 5 december 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat, conform de initiatiefwet-Bisschop c.s., de onderwijsinspectie toezicht houdt op de wettelijke deugdelijkheidseisen en een stimulerende rol heeft ten aanzien van eigen aspecten van kwaliteit van de besturen en scholen zelf;
overwegende dat in de inspectiekaders een onderscheid wordt gemaakt tussen deze rollen, maar dat dit niet altijd gebeurt in de rapportages;
overwegende dat onder meer voorkomen moet worden dat anderen dan de beroepsgroep zelf het pedagogisch-didactisch handelen van de leraar gaan beoordelen;
verzoekt de regering, ook in de rapportages duidelijk onderscheid te maken tussen de twee rollen van de onderwijsinspectie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
Bisschop
Van Meenen
Rog