[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht 'Gaddafi verdween, maar Damen bleef geliefd in Libië'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2018D58307, datum: 2018-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-900).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z20638:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

900

Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Gaddafi verdween, maar Damen bleef geliefd in Libië». (ingezonden 9 november 2018).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 10 december 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Gaddafi verdween, maar Damen bleef geliefd in Libië»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat er in 2012 en 2013 acht patrouilleboten van type Stan Patrol (SPA) 1605, waaronder de Talil 267, naar Libië zijn geëxporteerd door Damen Shipyards?

Antwoord 2

Navraag bij Damen leerde dat in 2013 acht patrouilleboten van het type Stan Patrol (SPA) 1605 aan Libië zijn overgedragen.

Vraag 3 t/m 6

Hoe heeft u deze patrouilleboten beoordeeld, als civiele of militaire goederen? Kunt u dit nader toelichten?

Klopt het dat de acht geleverde patrouilleboten voorzien zijn van bevestigingspunten? In hoeverre zijn deze bevestigingspunten meegenomen in de afweging of het civiele dan wel militaire goederen betreft?

Hoe duidt u deze bevestigingspunten op de patrouilleboten, wanneer deze in de brochure2 zijn afgebeeld als bevestigingspunten voor wapens en voorzien zijn van machinegeweren?

In hoeverre heeft u de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen3 in het algemeen en artikel ML9a)2a) in het bijzonder geraadpleegd in de afweging of de patrouilleschepen als militaire goederen geoormerkt kunnen worden? Kunt u dit nader toelichten?

Antwoord 3 t/m 6

De patrouilleschepen van het type Stan Patrol (SPA) 1605 zoals in 2013 geleverd aan Libië vallen niet onder de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (ML-lijst). Er geldt dus geen vergunningplicht voor uitvoer.

Op de ML-lijst staat beschreven welke goederen als militair worden geclassificeerd. Het gaat daarbij altijd om de aard van de goederen, dat wil zeggen met welke technische specificaties en/of met welk oogmerk de goederen zijn ontwikkeld. Het daadwerkelijke eindgebruik bepaalt niet of een goed vergunningplichtig is.

De aanwezigheid van bevestigingspunten is destijds ook bij de beoordeling van de eventuele vergunningplicht van de patrouilleboten meegenomen. In dit specifieke geval is de vraag of de steunen zich karakteriseren als «bevestigingspunten of versterkte punten voor wapens met een kaliber van 12,7 mm of meer», waarbij bevestigingspunten zijn gedefinieerd als «affuiten voor wapens of structurele verstevigingen voor de installatie van wapens» (tekst uit ML-lijst). In het Engelstalige brondocument (Wassenaar Arrangement Munitions List) is dit gedefinieerd als «mountings’ or hard points for weapons having a calibre of 12,7 mm or greater» waarbij «mountings» zijn gedefinieerd als «mounts or structural strengthening for the purpose of installing weapons».

Omdat de steunen niet zijn doorberekend (ontworpen) voor bevestiging/ ondersteuning van wapens met een kaliber van 12,7 mm of meer, vallen de steunen niet onder de ML-lijst. Het betreft generieke steunen, die onder meer gebruikt worden voor het bevestigen van zoeklichten.

Dit is ook altijd de zienswijze van het ministerie geweest, aangezien het ministerie uitgaat van de tekst van de ML-lijst.

Vraag 7

Zijn er in de afgelopen tien jaar vaar- of voertuigen gekenmerkt als militaire goederen, op basis van de aanwezigheid van bevestigingspunten zoals bedoeld in artikel ML9a)2a) van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen? En hoe vaak is op basis hiervan geen vergunning verleend?

Antwoord 7

Bij het bepalen of een goed onder de ML-lijst valt, gaat het ministerie zorgvuldig te werk. Vaartuigen met bevestigingspunten zoals bedoeld in ML9a.2a van de ML-lijst vallen onder de vergunningplicht. Wanneer de bevestigingspunten echter niet voldoen aan de omschrijving zoals bedoeld in ML9, geldt er geen vergunningplicht.

Bedrijven hoeven geen vergunning aan te vragen voor de uitvoer van niet-vergunningplichtige goederen. Net als andere EU-lidstaten houdt de Nederlandse overheid geen overzichten bij van de uitvoer van niet-vergunningplichtige goederen.

Vraag 8

Hoe duidt u het feit dat de door Damen geleverde patrouilleboten voorzien zijn van zware machinegeweren? Hoe duidt u het feit dat in de praktijk deze bevestigingspunten uitstekend dienen voor het gebruik van machinegeweren op de geleverde patrouilleboten? Kunt u dit nader toelichten?

Antwoord 8

In 2016 ontving het Ministerie van Buitenlandse Zaken informatie dat door Damen geleverde onbewapende patrouilleschepen achteraf door Libische entiteiten van zware wapens waren voorzien op het voordek. De generieke steunen («mountings») op het voordek die door Damen waren voorzien, zijn ongeschikt voor dergelijke zware wapens.

Het ministerie heeft in juli 2016 contact gehad met Damen en zorg uitgesproken over de bewapening van deze schepen. Ook heeft het ministerie met Damen afgesproken dat voor de levering van niet-vergunningplichtige patrouilleschepen aan Libië voortaan eerst contact met het ministerie moet worden opgenomen, omdat was gebleken dat Libië deze ongewapende patrouilleschepen achteraf van zware wapens heeft voorzien.

Sindsdien heeft Damen geen niet-vergunningplichtige patrouilleschepen aan Libië geleverd. Indien Damen dit wel zou overwegen, zou het ministerie Damen een ad hoc vergunningplicht opleggen. In dat geval zou Damen ook voor de uitvoer van niet vergunningplichtige patrouilleschepen naar Libië een uitvoervergunning moeten aanvragen. Hierdoor zou het ministerie eveneens in de gelegenheid zijn gesteld om per geval een afweging te maken of uitvoer gewenst is of niet. Aangezien Damen zich aan de afspraak houdt, bestaat hier geen noodzaak toe.

Vraag 9

Hoe valt uw reactie in het NRC-bericht, dat het erom gaat voor welk eindgebruik de goederen ontworpen zijn, te rijmen met de wetgeving die van toepassing is op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik? Kunt u dit nader toelichten?

Antwoord 9

De bevestigingspunten staan niet vermeld op bijlage I van de EU dual-use verordening (428/2009). Er geldt dus ook geen vergunningplicht voor export van deze goederen op basis van de dual-use regelgeving.

Vraag 10

Bent u bereid om scherper te toetsen of goederen op basis van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen en ML9a)2 militair dan wel civiel zijn? Zo ja, op welke wijze bent u bereid dit tot uitvoering te brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Nee. Zoals aangegeven toetst het Ministerie van Buitenlandse Zaken reeds zeer zorgvuldig aan de ML-lijst.


  1. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/10/26/gaddafi-verdween-damen-bleef-geliefd-a2752912↩︎

  2. https://products.damen.com/en/ranges/stan-patrol/stan-patrol-1605/deliveries/spa-1605-burdi-sloug-besherizreg↩︎

  3. https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2012:085:0001:0036:NL:PDF↩︎