De felle kritiek van de Europese Rekenkamer op het EU-noodfonds voor Afrika
Schriftelijke vragen
Nummer: 2018D58541, datum: 2018-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2018Z23173).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid (Ooit Groep Van Haga kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z23173:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2018Z23173
Vragen van het lid Van Haga (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de felle kritiek van de Europese Rekenkamer op het EU-noodfonds voor Afrika (ingezonden 6 december 2018).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de kritiek van de Europese Rekenkamer op het noodfonds voor Afrika van de Europese Unie (EU)?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de kritiek van de Europese Rekenkamer op het EU-noodfonds voor Afrika, in het bijzonder de opmerkingen over het gebrek aan focus, de zwakke implementatie en de beperkte mogelijkheid om resultaten te meten?2
Vraag 3
Kunt u zich herinneren dat diverse deskundigen twee jaar geleden verklaarden dat het noodfonds alleen effectief kan zijn als ook de Afrikaanse landen zelf hun eigen migratiebeleid aanscherpen?3 Wordt daar op dit moment – al dan niet met het noodfonds als drukmiddel – over gesproken?
Vraag 4
Welke zichtbare resultaten, in het bijzonder op het tegengaan van irreguliere migratie, hebben de bestedingen reeds opgeleverd? Welke resultaten verwacht u de komende tijd te zien?
Vraag 5
Welke financiële bijdrage heeft Nederland tot nu toe geleverd aan het EU-noodfonds voor Afrika?
Vraag 6
Klopt het dat een deel van de middelen uit het fonds wordt geïnvesteerd in duurzame energie, infrastructuur en bedrijven? Op welke wijze zorgt u ervoor dat, in het kader van de hulp- en handelsagenda, ook Nederlandse bedrijven betrokken worden bij de uitvoering?
Vraag 7
Hoe garandeert u complementariteit van de bestedingen via dit EU-noodfonds ten opzichte van Nederlandse (bilaterale) inspanningen met dezelfde doelstellingen? Op welke wijze worden doublures concreet voorkomen?