de rechtsstatelijke aspecten van de machtigingsbepaling van de Verzamelwet Brexitwet (Kamerstuk 35084)
Schriftelijke vragen
Nummer: 2018D58547, datum: 2018-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2018Z23178).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: M.J. van Rooijen, Tweede Kamerlid (Ooit 50PLUS kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R. Bisschop, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. van Raan, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: V. Maeijer, Tweede Kamerlid (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F. Azarkan, Tweede Kamerlid (Ooit DENK kamerlid)
- Mede ondertekenaar: K. Verhoeven, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.F. Asscher, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. van Ojik, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.H.P. Baudet, Tweede Kamerlid (Ooit FVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z23178:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. van Ojik, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F. Azarkan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: V. Maeijer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.J. van Rooijen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.F. Asscher, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K. Verhoeven, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.H.P. Baudet, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2018Z23178
Vragen van de leden Omtzigt (CDA), Verhoeven (D66), Van der Graaf (ChristenUnie), Leijten (SP), Van Ojik (GroenLinks), Maeijer (PVV), Asscher (PvdA), Van Rooijen (50PLUS), Van Raan (PvdD), Bisschop (SGP), Azarkan (DENK) en Baudet (FvD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de rechtsstatelijke aspecten van de machtigingsbepaling van de Verzamelwet Brexit (Kamerstuk 35 084) (ingezonden 6 december 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de factsheets «Verzamelwet Brexit» van professor dr. Wim Voermans en professor mr. Roel de Lange en hun toelichting in de Tweede Kamer bij de hoorzitting over de Verzamelwet Brexit op 5 december jl?
Vraag 2
Kunt u reageren op het standpunt van deze hoogleraren dat door middel van artikel X van de Verzamelwet Brexit het kernbeginsel van het primaat van de wetgever aan de kant geschoven wordt doordat ministers een heel ruime bevoegdheid krijgen om algemeen verbindende voorschriften vast te stellen en daarmee ook van bestaande – zelfs hogere regels – af kunnen wijken zonder dat het gehele kabinet, het parlement of de Raad van State daar vooraf iets over te zeggen heeft?
Vraag 3
Deelt u de mening dat, zoals artikel X van de Verzamelwet Brexit beoogt, het door het parlement achteraf meepraten over wetgeving – die ziet op fundamentele onderwerpen- die al is vastgesteld, niet voldoet aan de eisen die het primaat van de wetgever stelt?
Vraag 4
Wat is uw reactie op het gegeven dat de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar, 2.23) voorschrijft dat delegatie van regelgevende bevoegdheid zo nauwkeurig en concreet mogelijk wordt begrensd? Deelt u de mening dat dit in artikel X Verzamelwet Brexit niet het geval is?
Vraag 5
Bent u bereid met een nota van wijziging te komen waarin u fatsoenlijke rechtsstatelijke aspecten in artikel X introduceert, waarbij alleen de afwijkingsbevoegdheid in een vooraf nauwkeurig omschreven noodsituatie kan worden gebruikt en er controle is door het gehele kabinet (dus geen ministeriële regeling), de Raad van State en het parlement?
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen binnen een week te beantwoorden?