Uitstel beantwoording vragen van het lid Van der Molen over een mogelijk ICT-fiasco bij het Rijk
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2018D58812, datum: 2018-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-890).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2018Z21306:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
890
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een mogelijk ICT-fiasco bij het Rijk (ingezonden 16 november 2018).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 december 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Rijksintranet komt niet van de grond»?1 2
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het intranet voor alle ministeries en uitvoeringsorganisaties, het Rijksportaal, met de ontwikkeling waarvan in 2010 is gestart, nog steeds niet goed werkt en dat de kosten gestaag oplopen?
Vraag 3
Is het waar dat organisatieadviesbureau Berenschot middels een quick-scan in oktober 2016 heeft aangetoond dat de gemiddelde kosten per gebruiker van het Rijksportaal met € 64 per jaar, twee keer zo hoog blijken als vergelijkbare voorzieningen bij andere private en publieke organisaties?
Vraag 4
Heeft dit bureau tevens geadviseerd nader onderzoek te doen naar de mogelijk niet-marktconforme kosten? Klopt het dat dit onderzoek nooit is uitgevoerd? Zo ja, om welke redenen is dat niet gebeurd en hoe kijkt u daar achteraf op terug?
Vraag 5
Welke verklaring heeft u voor de niet-marktconforme kosten en wat is uw oordeel over het feit dat dat de gemiddelde kosten tweemaal hoger zijn dan die van vergelijkbare voorzieningen bij private en andere publieke organisaties?
Vraag 6
Wilt u het rapport van Berenschot uit oktober 2016 aan de Tweede Kamer overleggen, en ook mogelijk andere rapporten die daarna, al dan niet van andere bureaus, over het Rijksportaal zijn gevolgd, tevens voorzien van een beleidsconclusie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Is het waar dat sinds voorjaar/medio 2014 drie nieuwe versies in de planning staan: Rijksportaal 1.6, 1.7 en 2.0?
Vraag 8
Moet vastgesteld worden dat release 1.6 op een mislukking is uitgedraaid en ook Rijksportaal 1.7 uiteindelijk toch afgeblazen is na aanhoudende problemen? Zo ja, wat is uw oordeel daarover?
Vraag 9
Heeft de Dienst Publiek en Communicatie in juli 2017 vastgesteld dat de huidige systemen uit controle zijn gegroeid, en zij geen basis meer voor doorontwikkeling zijn?
Vraag 10
Wat zijn de totale kosten voor de ontwikkeling van het Rijksportaal in de periode 2010 – (geprognosticeerd) 2018, tevens uitgesplitst naar de mislukte releases 1.6 en 1.7, per jaar voor die gehele periode? Kunt u daarbij tevens een specificatie van de kosten over die jaren geven voor de licenties, hosting, het functioneel en technisch applicatiebeheer, de helpdesk, de redactie en de inrichting van het Rijksportaal?
Vraag 11
Welke kosten zijn er intussen gemaakt voor de ontwikkeling van Rijksportaal 2.0 vanaf de start daarvan tot (geprognosticeerd) december 2018? Wat zijn daarvan de opbrengsten en wat is de laatste stand van zaken?
Vraag 12
Welke kosten, eveneens gespecificeerd, zoals hiervoor in vraag 10 bedoeld, zijn precies geraamd voor 2019 en de resterende jaren van deze kabinetsperiode voor de ontwikkeling van een nieuw Rijksportaal?
Vraag 13
Tot welk oordeel over de ontwikkeling van Rijksportaal brengen deze kosten u terugkijkend en ook afgezet tegen de gewenste «return on investment» en de achteraf gebleken desinvesteringen? Welke lessen trekt u daaruit?
Vraag 14
Heeft uw ministerie in een reactie op het artikel in Binnenlands Bestuur laten weten dat «de gekozen invalshoek van de verhalen in onze optiek te beperkt is en – gezien de complexiteit van Rijksportaal – niet juist. Er wordt een nogal eenzijdig beeld geformuleerd (...)»? Kunt u gemotiveerd aantonen waarin het artikel een eenzijdig beeld heeft geformuleerd en kunt u dat onderbouwd weerleggen?
Vraag 15
Wordt de werkplekdienst uitgevoerd door één organisatie, SSC-ICT, voor de hele Rijksdienst? Indien er geen sprake is van één organisatie voor de Rijksdienst, waarom is daar niet voor gekozen?
Vraag 16
Gaat het hier om een organisatie(-onderdeel), waarvan de medewerkers een aanstelling in Rijksdienst hebben? Wat is de standaardformatie in fte’s van SSC-ICT en vanuit welk ministerie worden zij aangestuurd? Welke kosten zijn gemoeid met de werkplekdienst, uitgesplitst naar ministerie per jaar voor de periode 2010 – 2018?
Vraag 17
Vindt daarnaast, al dan niet vanuit SSC-ICT, ook inhuur en opdrachtverlening plaats aan particuliere organisaties/bedrijven? Zo ja, welke kosten zijn daarmee (aanvullend) gemoeid over de jaren 2010 – (geprognosticeerd) 2018 en geraamd voor de resterende jaren van deze kabinetsperiode?
Vraag 18
Wat is de rol en verantwoordelijkheid geweest van SSC-ICT voor de (mede-)ontwikkeling van het (nieuwe) Rijksportaal en heeft deze dienst in uw ogen daarin naar behoren gefunctioneerd? Zo nee, welke verklaring heeft u daarvoor?
Vraag 19
Wat betekent het niet goed tot ontwikkeling brengen en tijdig in gebruik nemen van (de voorziene releases van) het (nieuwe) Rijksportaal concreet voor het dagelijks werk van de ambtenaren binnen de Rijksdienst? Welke (geschatte) kosten aan inefficiëncy als gevolg daarvan zijn daarmee gemoeid?
Vraag 20
Kunt u ook bevestigen dat de ministeries niet één standaard applicatie hebben voor de regulering van de zogenaamde interne stukkenstroom, zoals bijvoorbeeld voor brieven en nota’s aan de Tweede Kamer en brieven aan burgers, vanaf de directies naar de bewindslieden voor de beoordeling en ondertekening?
Vraag 21
Hoeveel verschillende systemen/applicaties voor de regulering van de interne stukkenstroom bestaan er naast elkaar binnen de Rijksdienst?
Vraag 22
Waarom is, nu de aard van werkzaamheden en die van de interne stukkenstroom nagenoeg op alle ministerie gelijk is, niet gekozen voor het ontwikkelen, gebruiken en beheren van één standaardsysteem/-applicatie binnen de Rijksdienst voor die interne stukkenstroom?
Vraag 23
Welke kosten zijn met de ontwikkeling, het gebruik en het beheer van de eigen departementale systemen/applicaties jaarlijks gemoeid, uitgesplitst per jaar vanaf 2010 per ministerie tot (geprognosticeerd) voor 2018? Wat is uw oordeel daarover?
Vraag 24
Is ooit een onderzoek gedaan naar de besparingen die mogelijk zijn indien wel gekozen zou worden voor de ontwikkeling, het gebruik en het beheer van één standaardsysteem/-applicatie voor de regulering van die interne stukkenstroom en zo ja, wat waren daarvan de uitkomsten? Zo nee, wilt u dat alsnog doen?
Vraag 25
Heeft het tijdelijk Bureau ICT Toetsing (BIT), opgericht als uitvloeisel van het rapport «Grip op ICT», opgesteld door de commissie-Elias, over de ontwikkelingen rondom het Rijksportaal zich uitgesproken? Zo ja, wat was het oordeel? Zo nee, wanneer zal dat alsnog aan het tijdelijk BIT worden gevraagd en worden de resultaten aan de Kamer overlegd?
Vraag 26
Heeft datzelfde tijdelijke BIT zich eveneens uitgesproken over het naast elkaar bestaan binnen de Rijksdienst van verschillende systemen/applicaties voor het reguleren van de interne stukkenstroom? Zo ja, hoe luidde dat oordeel? Zo nee, wanneer zal dat alsnog aan het tijdelijke BIT worden gevraagd en worden de resultaten aan de Kamer overlegd?
Vraag 27
Kunt u bevestigen dat ministeries geleidelijk aan overgaan op een nieuwe digitale werkplek? Welke ministeries betreft het dit jaar en volgende jaren?
Vraag 28
Kunt u tevens bevestigen dat met deze overgang tevens de ICT-apparatuur van de ambtenaren binnen de Rijksdienst wordt vervangen? Zo ja, om hoeveel laptops, I-pads, notebooks, etc. gaat het daarbij per ministerie? Welke kosten zijn daarmee, per ministerie voor 2017, 2018 en, geraamd, voor 2019 gemoeid?
Vraag 29
Klopt het dat tevens ICT-apparatuur, soms zelfs ver voor de technische en economische afschrijvingstermijn, zoals bijvoorbeeld verstrekt aan sinds kort in Rijksdienst aangestelde ambtenaren, wordt vervangen? Zo ja, wat is daarvan de reden en waarom is voor het moment van vervanging niet gekozen voor tenminste de technische en economische afschrijvingstermijnen?
Vraag 30
Herinnert u zich dat u eerder de Kamer via een brief d.d. 4 december 2017 heeft laten weten dat in 2016 en 2017 twee pilots zijn uitgevoerd waarin ICT-materiaal werd aangeboden voor hergebruik in plaats van vernietiging via de shredder en dat op basis van deze pilots het hergebruik van ICT Rijksbreed wordt voortgezet via een proefperiode tot 1 juni 2018?3
Vraag 31
Herinnert u zich tevens uw brief aan de Tweede Kamer d.d. 24 september 2018 waarin u zegt dat de evaluatie van de pilot naar verwachting per 1 november 2018 gereed is?4
Vraag 32
Wat waren de uitkomsten van deze evaluatie en is door u besloten dat de via de pilot opgezette methode de standaard werkwijze wordt?
Vraag 33
Welke bestemming heeft, in het licht van de bedoelingen van uw brief d.d. 4 december 2017 en uw besluit naar aanleiding van de evaluatie van de pilots, hoeveel van de totaal ingeleverde ICT-apparatuur, zoals de (nog niet technisch en economisch afgeschreven) laptops, I-pads, notebooks, etc., gekregen met de overgang naar een nieuwe digitale werkplek?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Molen (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Rijksintranet komt niet van de grond» (ingezonden 16 november 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 27 december a.s., te beantwoorden.