Voornaamste budgettaire mutaties van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sinds de tweede suppletoire begroting 2018
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2018D59193, datum: 2018-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-XII-69).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 XII-69 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z23490:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-12-13 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-19 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-27 10:00: Jaarverslagen Infrastructuur en Waterstaat (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019
35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019
35 000 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2019
Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2018
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris, over de voornaamste budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Infrastructuurfonds (A) en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 2018.
HXII Artikel 17 Luchtvaart
Verhoging kas- en verplichtingenbudget t.b.v. BARIN
Op 6 december 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan (zaaknummer 201703773/1/A2) over het functioneren van het Schadeschap Luchthaven Schiphol. Hierin is geoordeeld dat het aannemelijk is dat extra kosten zijn gemaakt door ondoelmatig en ontijdig functioneren van het Schadeschap Luchthaven Schiphol in het verleden. De BARIN (Board of Airline Representatives In the Netherlands) en IenW hebben overeenstemming bereikt over het totaalbedrag van € 4 miljoen aan kosten dat kan worden toegeschreven aan ondoelmatige en ontijdige besluitvorming bij het Schadeschap in de periode 2007–2011. Daarnaast zullen kosten van juridische bijstand aan de BARIN vergoed worden (€ 0,2 miljoen). De verplichting wordt in 2018 aangegaan, waarvan de helft in 2018 betaald wordt en de andere helft in 2019. Dit leidt op artikel 17 in 2018 tot een overschrijding van het verplichtingenbudget van € 3,6 miljoen en een overschrijding van het kasbudget van € 1,5 miljoen.
HXII Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Verhoging kas- en verplichtingenbudget zeehaven Sint Eustatius
Voor het goed functioneren van de haven op Sint Eustatius zijn aanpassingen noodzakelijk. Hiervoor wordt een bijdrage verleend van € 1 miljoen in het kader van impuls zeehaven en wederopbouw. Hiervan staat € 0,6 miljoen op het opdrachtenbudget voor Zeehavens Caribisch Nederland binnen artikel 18 Hoofdstuk XII. € 0,4 miljoen wordt vanuit de reservering Havenimpuls op het Infrastructuurfonds overgeboekt naar artikel 18 op Hoofdstuk XII.
Correctie verplichtingenbudget Zeehavens Caribisch Nederland
Bij de 2e suppletoire begroting is onterecht € 1,45 miljoen verplichtingenbudget afgeboekt. Bij Slotwet wordt dit gecorrigeerd. Deze correctie leidt tot een verhoging van het verplichtingenbudget op artikel 18.
HXII Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal
Opdrachtverstrekking RIVM/RVO
De opdrachtverstrekking aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wordt op de begroting van IenW centraal gecoördineerd vanuit artikel 19. Voor een aantal projecten worden opdrachten verstrekt en daarom wordt er vanuit diverse artikelen voor in totaal € 0,9 miljoen aan kasbudget en € 1,2 miljoen aan verplichtingen met kaseffect in 2018 en 2019 overgeboekt naar dit artikel.
HXII Artikel 21 Duurzaamheid
Correctie verplichtingenbudget Demonstratieregeling Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport (DKTI-transport)
Bij de 2e suppletoire begroting is onterecht € 1,6 miljoen verplichtingenbudget afgeboekt. Bij Slotwet wordt dit gecorrigeerd. Deze correctie leidt tot een verhoging van het verplichtingenbudget op artikel 21.
HXII Artikel 25 Brede Doeluitkering
Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor jaar 2019
Volgens de BDU-systematiek op de begroting Hoofdstuk XII worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2019 wordt eind 2018 afgegeven aan de twee vervoersregio’s. Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet in alle gevallen bekend welke afspraken met welk kaseffect in 2019 moeten worden vastgelegd.
Om voor het programma Beter Benutten de bijdrage aan BDU regio’s te kunnen verstrekken in 2019, wordt in 2018 een verplichting van € 12,5 miljoen aangegaan. De dekking is voorzien op het Infrastructuurfonds vanuit artikel 12 Hoofdwegennet.
Deltafonds
Ten laste van artikel 1 Investeringen in Waterveiligheid wordt in 2018 € 56 miljoen aan verplichtingen en € 1,6 miljoen aan betalingen meer gerealiseerd dan in de tweede suppletoire begroting is voorzien. Ten laste van artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit wordt in 2018 € 4,4 miljoen aan verplichtingen meer gerealiseerd.
Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet duidelijk of onderstaande mutaties ook daadwerkelijk zouden optreden. Derhalve zijn ze buiten de tweede suppletoire begroting gebleven. Via de verwerking van het saldo 2018 zal het projectbudget in het jaar 2019 met hetzelfde bedrag worden verlaagd.
Artikel 1 Investeren in Waterveiligheid
De hogere verplichtingenrealisatie heeft betrekking op het hoogwaterbeschermingsprogramma-2.
– Markermeerdijk (€ 51 miljoen)
Op 31 oktober 2018 hebben gedeputeerde staten van Noord-Holland het projectplan waterwet Markermeerdijken vastgesteld, waardoor verplichtingen eerder dan verwacht worden aangegaan. Het project betreft de versterking van de afgekeurde dijkvakken van dijkring 13 tussen Hoorn en Amsterdam inclusief 9 kunstwerken.
– HWBP-2 projecten < € 25 miljoen (€ 5,2 miljoen)
Betreft het uitvoeren van een programma zijnde verlaging grondwaterpeil. Het project kustversterking Noordwijk kan nu meeliften met een groot gemeentelijk werk, waarbij deze versnelling van het aangaan van verplichtingen een kostenvoordeel oplevert.
Op basis van de meest actuele inzichten in de realisatie van het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt een beperkte overschrijding van € 1,6 miljoen voorzien. Deze overschrijding doet zich voor bij het project Houtribdijk waar de uitvoering van de zandige versterking IJsselmeerkant voorspoediger verloopt dan was voorzien.
Artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit
De hogere verplichtingenrealisatie (€ 4,4 miljoen) heeft betrekking op Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). Eén van de afspraken van de Delta-aanpak is het vormgeven van de kennisimpuls, via samenwerking tussen Kennisinstellingen, bedoeld om waterkwaliteitskennis beter te ontsluiten, beschikbaar te stellen en waar nodig nog te creëren. Het totale programma van de kennisimpuls omvat circa € 13 miljoen, waarvan IenW € 5 miljoen bijdraagt. De (STOWA) fungeert als penvoerder en stelt hiervoor ook de juridische en financiële kennis en mankracht ter beschikking. IPO en de waterschappen dragen allen bij via STOWA. De verplichting met STOWA wordt aangegaan in 2018, het kasritme loopt over de jaren 2018 tot met 2021 van artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga