Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 10 december 2018
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2018D59316, datum: 2018-12-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-1939).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-1939 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2018Z23550:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2018-12-18 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-20 12:30: Procedurevergadering GEANNULEERD (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-01-16 13:30: Raad Buitenlandse Zaken (Algemeen overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-01-24 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-01-30 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 1939 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2018
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 december 2018.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 10 DECEMBER 2018
Raad Buitenlandse Zaken
Sancties
Mensenrechtensanctieregime
Tijdens de Raad heeft Nederland opnieuw aandacht gevraagd voor het Nederlandse initiatief voor een EU-mensenrechtensanctieregime. Er bleek brede steun bij de EU-lidstaten om het Nederlandse voorstel verder uit te werken in Brussel. De komende maanden zal dit dan ook in EU-verband op het niveau van raadswerkgroep verder worden uitgewerkt om te komen tot een slagvaardig instrument dat door alle lidstaten wordt gedragen. Een dergelijk thematisch sanctieregime kan alleen worden aangenomen als alle lidstaten daarmee instemmen.
Seksueel geweld tegen vrouwen en uithongering als oorlogswapen in Jemen (moties Ploumen en Karabulut cs.)
Tijdens het seminar over de oprichting van een EU-mensenrechtensanctieregime op 20 november jl. in het Vredespaleis is o.a. gesproken over de definitie van grove mensenrechtenschendingen waarbij de mogelijkheid is genoemd om seksueel geweld tegen vrouwen in conflictsituaties (conform motie van het lid Ploumen, ref. Kamerstuk 35 000 V, nr. 32) en uithongering als oorlogswapen (conform motie van het lid Karabulut cs., ref. Kamerstuk 35 000 V, nr. 27) hieronder te scharen. Het seminar was niet bedoeld om hierover al een standpunt in te nemen; deelnemers hebben zich hier dan ook nog niet over uitgelaten. Nederland zal deze punten de komende tijd mee blijven nemen in discussies in EU-verband over de verdere uitwerking van dit sanctieregime.
Ook binnen de VN-Veiligheidsraad vraagt Nederland aandacht voor implementatie van resolutie 2417 over de relatie tussen conflict en honger. Deze resolutie adresseert tevens het verbod op uithongering. Hongersnood is een realistisch scenario in Jemen; het kabinet spant zich in om dat te voorkomen. Nederland heeft langs dezelfde lijnen geïntervenieerd tijdens de VNVR-zittingen van 24 oktober en 16 november jl.
Cybersanctieregime
Naar aanleiding van de opdracht van de Europese Raad in oktober wordt in EU-verband gewerkt aan restrictieve maatregelen waarmee effectief kan worden opgetreden tegen cyberactiviteiten die een bedreiging vormen voor de belangen op het gebied van veiligheid en buitenlands beleid van de Unie en haar lidstaten. Nederland heeft dit in Raadskader opnieuw onder de aandacht gebracht en daarbij het belang van snelle voortgang van het opzetten van een thematisch cybersanctieregime onderstreept.
Desinformatie
De Hoge Vertegenwoordiger wees op het belang van het gezamenlijke Actieplan Desinformatie dat op 5 december werd gepubliceerd. De Commissie en de EDEO zullen, in nauwe afstemming met de lidstaten, de komende maanden de implementatie ter hand nemen. Het kabinet heeft er met succes op aangedrongen dat het belang van subsidiariteit en respect voor fundamentele vrijheden in het actieplan zijn gewaarborgd conform motie Kwint/Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 21 501-34, nr. 290).
Iran
De Raad sprak over het belang van het in stand houden van het nucleaire akkoord, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) en tegelijkertijd bredere zorgen ten aanzien van Irans rol in de regio, het ballistische raketprogramma, ongewenste inmenging in Europa en de mensenrechtensituatie in Iran. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini refereerde onder meer aan de vierde high-level politieke dialoog tussen de EU en Iran die op 26 november jl. plaatsvond waarbij ook werd gesproken over regionale kwesties en mensenrechten. Tijdens de Raad werd door een aantal lidstaten het belang onderstreept om ten aanzien van deze bredere zorgen de samenwerking met de Verenigde Staten te blijven zoeken.
De «E3» (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland) lichtten toe te werken aan het zo spoedig mogelijk opzetten van een Special Purpose Vehicle (SPV) om het betalingsverkeer met Iran in stand te kunnen houden, zolang Iran zich houdt aan de verplichtingen onder het JCPOA. Er was brede steun van EU-lidstaten, inclusief Nederland, voor het opzetten van een dergelijke faciliteit.
Westelijke Balkan
De Raad sprak over recente ontwikkelingen in de Westelijke Balkan. Het afgelopen jaar is de EU zich blijven engageren met de Westelijke Balkan, door middel van de Westelijke Balkan strategie (zie Kamerstuk 23 987, nr. 219), de Sofia Top (zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1341) en diverse bezoeken.
Ministers noemden als positieve ontwikkelingen de totstandkoming van de Prespa-overeenkomst tussen Griekenland en Macedonië over de naamkwestie, de terugkeer van de oppositie in het parlement van Montenegro en het voortschrijdende hervormingsproces in Albanië en Macedonië.
Lidstaten waren het eens dat het belangrijkste zorgpunt in de regio momenteel de impasse in de dialoog tussen Belgrado en Pristina is. Door unilaterale acties wordt het wederzijds vertrouwen verder ondermijnd en verschillende lidstaten, waaronder Nederland, betoogden dat de EU zich hier duidelijk tegen moet uitspreken. Ministers waren eensgezind dat een alomvattende overeenkomst over normalisatie van relaties tussen beide landen de enige weg naar een duurzame oplossing is.
Diverse lidstaten benadrukten daarnaast het belang van een spoedige regeringsformatie in Bosnië-Herzegovina en herstart van het hervormingsproces. Enkele lidstaten uitten zorgen over de toenemende invloed van derde landen in de regio en noemden het belang van strategische communicatie. Hoewel enkele lidstaten stelden nadrukkelijk te streven naar visumliberalisatie voor Kosovo bleken andere lidstaten, waaronder Nederland, eerst extra garanties te willen waaruit blijkt dat het land duurzaam voldoet aan de gestelde ijkpunten.
Verschillende Ministers bepleitten dat er stappen moeten blijven worden gezet in het EU-toetredingsproces om de Westelijke Balkan bij de les te houden. Andere lidstaten gaven aan dat onverkort aan de voorwaarden moet worden vastgehouden. De EU hecht daarbij in het bijzonder aan rechtsstaatshervormingen en de bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie. Nederland oordeelde in dat kader dat vanwege gebrek aan politieke wil in Westelijke Balkanlanden, de noodzakelijke hervormingen slechts langzaam worden doorgevoerd.
Zee van Azov
De Raad sprak over de situatie in de Zee van Azov. De focus van de gezamenlijke inzet ligt op de-escalatie. Duitsland en Frankrijk voeren hierover op hoog niveau overleg met Rusland en Oekraïne. Aanvullende restrictieve maatregelen zijn daarom op dit moment niet aan de orde. De Raad was eensgezind over het feit dat Rusland opgeroepen moet blijven worden om vrije doorvaart door de Straat van Kertsj te garanderen en de gevangen genomen Oekraïense bemanningsleden onmiddellijk vrij moet laten.
Tijdens de lunch met de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken Klimkin werd verder gesproken over de situatie in de Zee van Azov, de veiligheidssituatie in Oekraïne en over mogelijke steun van de EU aan de economisch getroffen gebieden rond de Zee van Azov. Bij deze bespreking herbevestigde de EU-Ministers hun steun aan Oekraïne, zoals vastgesteld in de EU-verklaring van 28 november1.
Venezuela
Tijdens de Raad sprak de Hoge Vertegenwoordiger over de verslechterde situatie in Venezuela en de impact daarvan op de regionale stabiliteit. De situatie raakt naast de Europese economische en handelsbelangen ook een groot aantal burgers van verschillende lidstaten die in Venezuela woonachtig zijn. Het kabinet heeft, met het oog op de gevolgen van de Venezolaanse crisis voor het Caraïbisch deel van het Koninkrijk, voor de Raad contact gehad met de Ministers-Presidenten van Aruba en Curaçao over de Koninkrijkspositie.
Naar aanleiding van de discussie over Venezuela tijdens de Raad van oktober is EDEO gestart met de oprichting van de International Contact Group ter ondersteuning van het politieke proces. De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte dat dit orgaan geen bemiddelende rol zal spelen in Venezuela, maar enkel tot doel heeft politieke voorwaarden te creëren die de politieke impasse kunnen doorbreken. Ondanks het initiatief van de International Contact Group zal de druk van de EU op de Venezolaanse overheid worden gecontinueerd. Het opvoeren van druk door persoonsgerichte sancties zoals de EU afgelopen jaar heeft gedaan, moet altijd gepaard gaan met ruimte voor onderhandelingen om daadwerkelijke verandering te bewerkstelligen. Nederland verwelkomde het ICG initiatief mits dient voldoende gesteund door landen in de regio.
Tot slot is tijdens de Raad gesproken over de inauguratie van president Maduro op 10 januari 2019. De EU heeft de presidentsverkiezingen niet erkend en kan de inauguratie om die reden niet ongezien voorbij laten gaan waarbij de Hoge Vertegenwoordiger het belang van een gecoördineerde EU-positie onderstreepte. Nederland sprak tijdens de Raad zijn steun voor deze aanpak uit. Om de belangen van het Caribisch deel van het Koninkrijk en de consulaire belangen van de vele Europeanen woonachtig in Venezuela te behartigen, staat Nederland een krachtige maar gebalanceerde reactie voor.
EU-AU
De Raad sprak over het versterken van de relatie van de EU met Afrikaanse landen en de Afrikaanse Unie. Dit met het oog op de recent door de Commissie gelanceerde Afrikaans-Europese strategische partnerschap gericht op duurzame investeringen en banen, het High-Level Forum in Wenen op 18 december aanstaande en de EU-AU Ministeriële die plaatsvindt op 21 en 22 januari 2019. De lidstaten toonden zich eensgezind over de relevantie van een versterkt partnerschap en het op elkaar afstemmen van de verschillende sporen.
De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte het belang van een brede EU-Afrika relatie, een geïntegreerde benadering en eigenaarschap aan zowel Afrikaanse als Europese zijde. Zij pleitte voor een brede discussie tijdens de aankomende EU-AU ministeriele, die zich niet alleen op migratie richt. Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking Neven Mimica vulde aan dat de Afrikaans-Europese alliantie een coherente benadering op economisch vlak beoogt om zodoende handel en investeringen te stimuleren, de private sector te betrekken en banen te creëren. Nauwe afstemming met en tussen lidstaten is hierbij van belang.
Verschillende lidstaten onderschreven deze benadering en gaven aan tijdens de EU-AU Ministeriële ook de opvolging van de AU-EU Top in Abidjan in november 2017 te willen bespreken. Hierbij werd ook het belang van zichtbaarheid van de EU-inspanningen benadrukt. Lidstaten spraken verder over de agenda van de EU-AU Ministeriële, die zich richt op 1) vrede, veiligheid en bestuur, 2) handel, investeringen en economische integratie en 3) multilateralisme. Ten aanzien van vrede en veiligheid wees de Hoge Vertegenwoordiger op het belang van voortgang op het gebied van de naleving van mensenrechten, mede in het kader van vredesoperaties. Een aantal lidstaten benadrukte daarnaast het belang van bijzondere aandacht voor jeugd en vrouwen, zowel in het kader van conflictpreventie als met betrekking tot onderwijs en banen.
Meerdere lidstaten verwezen ook naar uitdagingen op het gebied van irreguliere migratie en zorgen omtrent de demografische groei op het Afrikaanse continent. Hierbij werd veelal steun uitgesproken voor een brede benadering waarbij op meerdere terreinen met derde landen wordt samengewerkt.
VNVR – laatste ontwikkelingen
December
De laatste maand van het Koninkrijk in de Veiligheidsraad vindt plaats onder Voorzitterschap van Ivoorkust. Op 4 december vond de eerste briefing plaats van het hoofd van het VN-onderzoeksteam voor ISIS Accountability (UNITAD). Het team, dat begin 2019 volledig operationeel zal zijn, doet onderzoek naar misdrijven door ISIS in Irak, met het oog op vervolging en berechting van ISIS-strijders. Nederland steunde UNITAD met een bijdrage Euro 500.000. Het Koninkrijk benadrukte het belang van een inclusieve aanpak, met speciale aandacht voor het leed van vrouwen en religieuze minderheden, alsook het belang van getuigen- en slachtofferbescherming en psychologische zorg. Ook werd onderstreept dat de bewijzenverzameling over misdaden van ISIS niet mag worden ingezet in zaken waarvoor de doodstraf kan worden opgelegd.
Op 5 en 6 december vonden de signature events van de Ivorianen plaats. Op 5 december lichtte Minister Kaag tijdens een high-level briefing over peacebuilding en post-conflict wederopbouw de inzet van het Koninkrijk toe op preventie van conflict, o.a. door investeringen in duurzame (economische) ontwikkeling en het adresseren van grondoorzaken van conflict (klimaat, waterschaarste en voedselonzekerheid). Op 6 december vond een open debat plaats over de samenwerking tussen de VN en (sub)regionale organisaties, waarin het Koninkrijk onder meer de nadruk legde op het belang van EU-VN-samenwerking bij vredesoperaties.
Minister Blok zal op 13 december deelnemen aan een briefing over Syrië, tevens onderwerp van de eerste sessie die de Minister bijwoonde in maart van dit jaar. Inzet is om tijdens deze briefing de resolutie te verlengen die grensoverschrijdende humanitaire hulp voor Syrië mogelijk maakt. Ook zal naar verwachting op die dag de door het Koninkrijk geïnitieerde resolutie over Police, Justice and Corrections in vredesoperaties worden aangenomen. Deze zwaarbevochten resolutie moet de Rule of Law keten in missiemandaten versterken en is in lijn met de prioriteiten van het Koninkrijk. Tijdens een bijeenkomst over het belang van bestrijding en berechting van ISIS voor stabiliteit in Irak zal de Minister van gedachten wisselen over dit onderwerp met onder meer Speciaal Gezant voor de VN-missie in Irak Jeanine Hennis.
De Veiligheidsraad spreekt deze maand eveneens over Iran. Het Koninkrijk zal steun voor het JCPOA uitspreken en tegelijkertijd ook de aanhoudende zorgen benadrukken over het Iraanse ballistische raketprogramma en de rol van Iran in de regio.
Het Verenigd Koninkrijk werkt met steun van het Koninkrijk aan een resolutie over de humanitaire situatie in Myanmar. Het Koninkrijk zal inzetten op een sterke verwijzing naar het belang van gerechtigheid, bij voorkeur met verwijzing naar het Internationaal Strafhof. Met name van China wordt echter veel weerstand verwacht.
De Afrikaanse leden van de Veiligheidsraad (Ethiopië, Equatoriaal-Guinea en Ivoorkust) hopen deze maand een resolutie ter stemming te brengen waarin wordt voorgesteld dat toekomstige vredesoperaties van de Afrikaanse Unie op «case-by-case basis» uit het VN-budget kunnen worden gefinancierd. Onder dreiging van een Amerikaans veto werd de voor 10 december voorziene stemming vooralsnog uitgesteld tot volgende week. Het Koninkrijk steunt het principe van deze resolutie, mits voldaan wordt aan compliance standaarden op het gebied van internationaal humanitair recht, mensenrechten en financiën.
Met het oog op de geplande verkiezingen in de DRC op 23 december zal de Veiligheidsraad op 18 december naar verwachting spreken over de situatie in het land.
Verder op de agenda onder meer het Midden-Oosten Vredes Proces, Zuid-Soedan, Guinee-Bissau, de Sahel, Centraal Afrika, Afghanistan en Haïti.
Overig
Verlenging Nederlandse deelname aan missies EUMM Georgië EUAM Oekraïne
Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over het besluit de Nederlandse personele bijdrage aan European Union Monitoring Mission to Georgia (EUMM Georgië) en European Union Advisory Mission to Ukraine (EUAM Oekraïne) te verlengen tot en met 31 juli 2021. De Nederlandse personele bijdrage aan EUMM Georgië wordt voortgezet met tien personen. De Nederlandse personele bijdrage aan EUAM Oekraïne wordt voortgezet met acht personen. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief Toekomstige Nederlandse Inzet in Missies en Operaties van 15 juni jl. (Kamerstuk 29 521, nr. 363) wordt waar nodig en mogelijk ingezet op meerjarige mandaten. Voor beide missies geldt dat de meerjarige verlengingen van het Nederlandse mandaat onder voorbehoud zijn van de EU-mandaatverlengingen. De deelname aan EUMM Georgië en EUAM Oekraïne is onderdeel van de bredere inzet en draagt bovendien bij aan de informatiepositie van Nederland ten aanzien van de situatie ter plaatse.
Landonteigening Zuid-Afrika
Het kabinet maakt tevens van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de opvolging van de toezegging, gedaan tijdens het notaoverleg Mensenrechtenbeleid op 5 november 2018 (Kamerstuk 32 735, nr. 228), om landonteigening op de agenda te zetten van de EU-Zuid-Afrika-top op 15 november. Mede dankzij Nederlandse inzet is dit inderdaad aan de orde gesteld, zoals blijkt uit paragraaf 16 van de slotverklaring van de top2.