[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet primair onderwijs BES in verband met herijking van de bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland

Eindtekst

Nummer: 2018D59337, datum: 2018-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z12500:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

6 december 2018







Wijziging van de Wet primair onderwijs BES in verband met herijking van
de bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
bekostiging van basisscholen in Caribisch Nederland te herijken en de
wijze waarop die bekostiging is opgebouwd te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET PRIMAIR ONDERWIJS BES

De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 68 komt te luiden:

Artikel 68

1. Het Rijk bekostigt openbare en bijzondere scholen voor zorg voor
leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Deze bekostiging is
verwerkt in de bedragen, bedoeld in de artikelen 97 en 101.

2. Onze Minister kan aan één school die is gevestigd in het openbaar
lichaam Bonaire aanvullende bekostiging verstrekken voor bijzondere
taken met betrekking tot leerlingen met een specifieke
onderwijsbehoefte, die de school uitoefent in het kader van het
eilandelijk zorgplan. 

3. Onze Minister kan aan één of meer scholen die zijn gevestigd in de
openbare lichamen Sint Eustatius en Saba aanvullende bekostiging
verstrekken voor de zorg voor leerlingen met een specifieke
onderwijsbehoefte.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere
voorschriften worden gegeven ter uitvoering van het tweede en derde lid.

B

Artikel 97 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. De bekostiging omvat een bedrag per school en daarnaast een bedrag
dat afhankelijk is van het aantal leerlingen van de betreffende school
op 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar.

2. In het vierde en vijfde lid wordt “de in het derde lid onder a tot
en met c bedoelde bedragen” vervangen door “de in het derde lid
bedoelde bedragen”. 

C

Artikel 101 komt te luiden:

Artikel 101

1. De bekostiging voor personeel omvat een bedrag per school en een
bedrag dat afhankelijk is van het aantal leerlingen van de school.

2. De bekostiging is redelijkerwijs voldoende voor het leiden en beheren
van de school, voor het geven van onderwijs aan de school en voor de
overige werkzaamheden die verband houden met het onderwijs aan de
school.

3. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, worden bij ministeriële
regeling vastgesteld.

4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen en
onder welke voorwaarden aanvullende bekostiging voor personeelskosten
kan worden toegekend. 

5. De omvang van de aanvullende bekostiging wordt bij ministeriële
regeling vastgesteld.

D

Artikel 105 vervalt.

E

Artikel 116 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen c, d, f, g en h naar b, c, d, e
en f vervallen de onderdelen b en e (oud).

2. Het tweede lid, eerste volzin, komt te luiden:

Indien het openbaar lichaam een deel van de ontvangsten, bedoeld in het
eerste lid, onder c, of een deel van de ontvangsten, bedoeld in dat lid,
onder d en e, toevoegt aan een voorziening, dan wordt dat deel
aangemerkt als een uitgave als bedoeld in dat lid onder a of b.

3. In het tweede lid, tweede volzin, wordt “in het eerste lid, onder
d, e of f” vervangen door “in het eerste lid, onder c of d”.

4. In het derde lid wordt “in het eerste lid, onder c, f en g”
vervangen door “in het eerste lid, onder b, d en e”.

5. In het vierde lid wordt “in het eerste lid onder a, b en c”
vervangen door “in het eerste lid, onder a en b”.

6. In het vijfde lid wordt “in het eerste lid, onder c” vervangen
door “in het eerste lid, onder b”.

7. In het zesde lid, eerste volzin, wordt “in het eerste lid,
onderdeel a, of onderdeel c” vervangen door “in het eerste lid,
onder a of b”.

8. In het zesde lid, tweede volzin, wordt “in het eerste lid,
onderdeel d, of onderdeel f” vervangen door “in het eerste lid,
onder c of d”.

9. In het achtste lid wordt “in het eerste lid, onder d tot en met
g” vervangen door “in het eerste lid, onder c tot en met e”.

F

In artikel 118, eerste lid, wordt “artikel 116, eerste lid onder h”
vervangen door “artikel 116, eerste lid, onder f”.

G

In artikel 119, eerste en tweede lid, wordt telkens “de artikelen 105,
107 en 110” vervangen door: de artikelen 107 en 110.

H

De artikelen 164 tot en met 166 vervallen.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1