[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Eindtekst

Nummer: 2018D59338, datum: 2018-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z13833:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)




De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

6 december 2018



	Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het
wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare
studiefinanciering







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een
wijziging aan te brengen in de criteria om te toetsen of een student een
band heeft met Nederland bij de toekenning van meeneembare
studiefinanciering teneinde te voldoen aan een uitspraak van het Hof van
Justitie van de Europese Unie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET STUDIEFINANCIERING 2000

De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ā€˜niet van toepassing opā€™ ingevoegd
ā€˜het levenlanglerenkrediet en opā€™. 

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Een student die is ingeschreven voor het volgen van onderwijs aan een
opleiding in het hoger onderwijs buiten Nederland, bedoeld in het derde
lid, komt in aanmerking voor studiefinanciering indien hij:

a. gebruik heeft gemaakt van het vrij verkeer bedoeld in het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie en op grond van bij algemene
maatregel van bestuur vastgestelde criteria een band heeft met
Nederland; of

b. ten minste 3 jaren van de 6 jaren voorafgaand aan diens inschrijving
aan die opleiding in Nederland heeft gewoond en gedurende deze periode
rechtmatig verblijf heeft gehad, waarbij de periode gedurende welke een
student is ingeschreven aan een opleiding buiten Nederland als bedoeld
in het derde lid, niet meetelt voor de bepaling van deze 6 jaren.

3. Onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vierde
tot en met achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Van een opleiding in het hoger onderwijs buiten Nederland waarvoor
studiefinanciering wordt toegekend is sprake indien:

a. in Nederland voor een vergelijkbaar soort opleiding
studiefinanciering wordt verstrekt;

b. het niveau en de kwaliteit van de opleiding vergelijkbaar zijn met
overeenkomstige opleidingen in de zin van deĀ WHW;

c. het afsluitend examen voor de opleiding vergelijkbaar is met een
afsluitend examen voor overeenkomstige opleidingen in de zin van de WHW;
en

d. de opleiding voldoet aan criteria die bij ministeriƫle regeling
kunnen worden vastgesteld.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt ā€˜tweede lidā€™ vervangen door
ā€˜derde lidā€™.

5. In het zevende lid (nieuw) wordt ā€˜vijfde lidā€™ vervangen door
ā€˜zesde lidā€™.

B

Artikel 12.1c vervalt.

C

Artikel 12.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel c, wordt voor de zinsnede ā€˜, of binnen
die opleidingā€™ een zinsnede ingevoegd, luidende: , voor een opleiding
in het hoger onderwijs buiten Nederland, bedoeld in artikel 2.14, derde
lid. 

2. In het vierde lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. de wijze waarop de persoonsgegevens, benodigd voor de uitvoering van
dit artikel, kunnen worden verwerkt.Ā 

3. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Artikel 1.7 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat
voor studerende wordt gelezen: de rechthebbende op een voucher.

D

Voor hoofdstuk 13 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 12.6. Overgangsbepaling in verband met een wijziging van de
criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Artikel 12.28. Cohortgarantie meeneembare studiefinanciering

Op een student die studiefinanciering toegekend heeft gekregen voor het
volgen van een opleiding buiten Nederland op grond van artikel 2.14,
zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop
artikel I, onderdeel A, van de Wet houdende wijziging van de Wet
studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor
de toekenning van meeneembare studiefinanciering (Stb. ā€¦, ā€¦) in
werking is getreden, blijft artikel 2.14 van toepassing zoals dat luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het genoemde tijdstip van inwerkingtreding
zolang de student zonder onderbreking studiefinanciering geniet. 

ARTIKEL IA. WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

 

Na artikel 1.1a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.2. Instellingen en academische ziekenhuizen

Deze wet heeft betrekking op de volgende instellingen en academische
ziekenhuizen:	

a. de in artikel 1.8 bedoelde universiteiten, hogescholen, de Open
Universiteit en de levensbeschouwelijke universiteiten,			

b. rechtspersonen voor hoger onderwijs met volledige rechtsbevoegdheid
die initiƫle opleidingen verzorgen met uitzondering van de Staat en
rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die postinitiƫle
masteropleidingen verzorgen met uitzondering van de Staat,			

c. de in artikel 1.13, eerste lid, bedoelde academische ziekenhuizen, en
	

d. de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam en
de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

1. Deze wet, met uitzondering van artikel IA, treedt in werking op een
bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

2. Artikel IA treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug
tot en met 1 september 2017.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4