Decemberbrief 2018 voor de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2018D60275, datum: 2018-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-XVII-56).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 XVII-56 Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z24002:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2018-12-19 12:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-24 13:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-06-20 17:00: Jaarverslag 2018 (Wetgevingsoverleg), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2019-06-26 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019
Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2018
Graag bied ik u hierbij aan de jaarlijkse Decemberbrief voor de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Via deze brief wordt u geïnformeerd over kas- en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2018 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII). De genoemde mutaties zijn zoals gebruikelijk onderdeel van de Slotwet. Naar verwachting wordt in 2018 een ODA-prestatie van 0,59% van het BNI gerealiseerd.
Artikel 1: Duurzame handel en investeringen
Het budget voor artikel 1.2 «Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid» stijgt met EUR 0,9 mln. Extra activiteiten van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) zorgden voor een overschrijding van het budget, dat in de tweede suppletoire begroting naar beneden was bijgesteld.
Het budget voor artikel 1.4 Dutch Good Growth Fund (DGGF) stijgt met EUR 7,9 mln. Met name bij onderdeel twee van het DGGF, financiering van lokaal midden- en kleinbedrijf in lage- en middeninkomenslanden, zorgden extra activiteiten voor hogere uitgaven. Hierdoor worden de bij de tweede suppletoire begroting verwachte lagere uitgaven deels gecompenseerd.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water
De uitgaven op artikel 2.2 «Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie» worden EUR 1,4 mln hoger. Deze verhoging is toe te schrijven aan het programma Fonds Duurzaam Water, dat door de RVO wordt uitgevoerd. Dit programma kent een voorspoedige uitvoering, waardoor er in het vierde kwartaal van 2018 al een hogere liquiditeitsbehoefte was dan eerder voorzien.
Artikel 3: Sociale ontwikkeling
De uitgaven op artikel 3.3 «Versterkt maatschappelijk middenveld» worden EUR 2,6 mln hoger. Dit heeft te maken met het feit dat enkele partnerschappen, zoals het Nederlandse Rode Kruis en de International Union for Conservation of Nature (IUCN), meer liquiditeit nodig hadden dan was voorzien.
Artikel 4: Vrede en veiligheid voor ontwikkeling
Het budget voor artikel 4.1 «Humanitaire hulp» stijgt met EUR 1,1 mln. Dit komt door de hoge noden aan het eind van het jaar in onder andere Jemen en Zuid-Soedan en een extra bijdrage aan het World Food Programme (WFP).
De uitgaven op het aflopende noodhulpfonds (artikel 4.4 «Noodhulpfonds») worden EUR 2,1 mln hoger. De betalingen van (tot en met 2017) aangegane verplichtingen vielen hoger uit dan geraamd.