Antwoord op vragen van het lid De Graaf over het bericht ‘Examenlek nieuwkomers via besloten netwerken’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2018D60364, datum: 2018-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1005).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede namens: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
- Mede namens: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z18748:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: M. de Graaf, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1005
Vragen van het lid De Graaf (PVV) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Examenlek nieuwkomers via besloten netwerken» (ingezonden 18 oktober 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 20 december 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Examenlek nieuwkomers via besloten netwerken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om iedereen die heeft meegedaan en/of heeft geprofiteerd van deze fraude te beschouwen als crimineel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In het examenreglement van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is bepaald dat kandidaten geen mededelingen mogen doen over de examenopgaven die zij hebben gemaakt. Met het oog op hergebruik van de examenopgaven is het namelijk onwenselijk als deze openbaar worden. Er zijn geen signalen dat de examenopgaven zijn overgeschreven of zijn gefotokopieerd, en de beschrijvingen die op sociale media zijn aangetroffen komen niet letterlijk overeen met de officiële examenopgaven. Het lijkt erop dat één of meer examenkandidaten mededelingen hebben gedaan over hun herinneringen aan de examenopgaven. Deze kandidaten dan wel derden hebben op basis van die herinneringen een beschrijving van een deel van de examenopgaven op sociale media gedeeld. Dit delen van informatie over de examenopgaven, gebaseerd op herinneringen, kwalificeert zich niet als fraude in de strafrechtelijke betekenis.
Vraag 3
Bent u bereid om iedereen die heeft meegedaan en/of heeft geprofiteerd van deze fraude acuut het land uit te zetten en nooit meer toe te laten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zoals vermeld in de brief aan uw Kamer van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap2, valt niet te achterhalen of en zo ja wie profijt heeft gehad van de voorkennis. In het algemeen is verblijfsbeëindiging een vreemdelingenrechtelijke maatregel die moet bijdragen aan het voorkomen van (herhaalde) misdrijven onder vreemdelingen. Deze maatregel staat naast de sanctiemaatregelen die in het kader van het strafrecht kunnen worden uitgevoerd. Als de vreemdeling een strafbaar feit heeft gepleegd en in het bezit is van een verblijfsvergunning wordt de intrekking mede beoordeeld aan de hand van de zogeheten «glijdende schaal», zoals opgenomen in artikel 3.86 van het Vreemdelingenbesluit 2000, dan wel het beleid dat geldt ten aanzien van vreemdelingen met een verblijfsvergunning asiel. In beide gevallen geldt dat er sprake moet zijn van een onherroepelijke veroordeling tot een vrijheidsstraf van een bepaalde duur.
Vraag 4
Bent u bereid om sowieso iedereen die via veilige landen Nederland is binnengekomen direct uit de droom van de ontzorgde inburgerhangmat te helpen en terug te sturen naar het laatste veilige land van doorkomst of naar huis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Voor personen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning asiel geldt dat de IND heeft geconcludeerd dat deze personen bescherming van de Nederlandse Staat nodig hebben, en dus dat zij niet konden worden teruggestuurd naar het land van herkomst of een veilig derde land. Ik ben dan ook niet voornemens alle asielstatushouders die Nederland hebben bereikt via een veilig land terug te sturen. Indien er een intrekkingsgrond van toepassing is kan op individuele basis, na een beoordeling van de IND, de vergunning worden ingetrokken. Voor bezitters van een reguliere status is de vraag of zij via een veilig land Nederland hebben bereikt niet van toepassing, aangezien het concept van veilige derde landen geen deel uitmaakt van de toetsingskaders bij aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier.
Vraag 5
Wilt u deze vragen met spoed beantwoorden, zodat dit onderwerp besproken kan worden tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid?
Antwoord 5
Ja.