[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie (Kamerstuk 29521-370)

Nederlandse deelname aan vredesmissies

Lijst van vragen

Nummer: 2018D60793, datum: 2018-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D60793).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z23384:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2018D60793 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 10 december 2018 inzake instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie (Kamerstuk 29 521, nr. 370).

De voorzitter van de commissie,
Pia Dijkstra

De griffier van de commissie,
Van Toor

1 Is het doel nu te onderzoeken «of» en «onder welke voorwaarden», of is het doel te onderzoeken «hoe»?
2 Is er voldoende vrijheid voor dit panel om tot eigen conclusies te komen, ook als die conclusies leiden tot een groter respect bij Nederland voor het non-interventiebeginsel?
3 Welke status zullen de uitkomsten hebben?
4 Hoe wordt de samenstelling van het panel bepaald? Krijgt de Kamer hierin een rol? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
5 Waarom stelt u dat dit urgent is? Wat is er in uw ogen mis met de huidige situatie waarin Nederland door middel van een Explanation of Vote (EOV) de consensus binnen NAVO, EU of Coalitie niet doorbreekt?
6 Kunt u er zorg voor dragen dat de expertgroep bestaat uit personen met ervaring met diplomatie op het hoogste niveau?
7 Wat is het verschil tussen het uitspreken van begrip en (volledige) steun?
8 Acht u het gebruik van interstatelijk geweld zonder dat er sprake is van een volkenrechtelijke rechtsgrond problematisch? Zo nee, waarom niet?
9 Waarom gaf het kabinet in 2010, in reactie op het rapport van de commissie Davids, aan dat voor politieke steunverlening aan interstatelijk geweldgebruik ook een volkenrechtelijke grond aanwezig moet zijn voor dat geweldgebruik? Kunt u uw antwoord toelichten?
10 Acht u het onjuist dat politieke steun is verleend aan de inval van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in 2003 in Irak? Zo nee, waarom niet?
11 Hebben andere dan de genoemde landen binnen de Veiligheidsraad van de VN ook wel eens besluitvorming geblokkeerd, bijvoorbeeld door hun vetorecht te gebruiken, waardoor de internationale gemeenschap niet in staat was eensgezind op te treden, onder andere in het Israëlisch-Palestijnse conflict?
12 Kunt u aangeven hoe vaak de afzonderlijke leden van de Veiligheidsraad hun veto hebben gebruikt tegen een resolutie?
13 Welke experts gaan onderzoeken of de in de brief genoemde ontwikkelingen vragen om een nieuwe visie op politieke steun aan het gebruik van interstatelijk geweld door andere landen?
14 Kunt u de Kamer direct informeren als bekend is welke experts gaan onderzoeken of de in de brief genoemde ontwikkelingen vragen om een nieuwe visie op politieke steun aan het gebruik van interstatelijk geweld door andere landen?
15 Bent u bereid de opstellers van het Davids-rapport en de Extern Volkenrechtelijk Adviseur nauw te betrekken bij het onderzoeken of de in de brief genoemde ontwikkelingen vragen om een nieuwe visie op politieke steun aan het gebruik van interstatelijk geweld door andere landen? Zo nee, waarom niet?
16 Waarom gaat onderzocht worden of Nederland wil inzetten op internationale acceptatie van humanitaire interventie als mogelijk nieuwe rechtsgrond voor interstatelijk geweldgebruik in uitzonderlijke omstandigheden? Over wat voor «uitzonderlijke omstandigheden» gaat het hier?
17 Hoe evalueert u het «Responsibility to protect»-beleid van de VN?
18 Wat is uw opvatting over de Russische en Chinese evaluatie van «Responsibility to protect» in het licht van de interventie in Libië 2011?
19 Maakt u een onderscheid tussen volkenrechtelijk mandaat, adequaat volkenrechtelijk mandaat en een nieuw voorstel voor het recht tot oorlog (jus ad bellum)? In welk kader van genoemde mandaten wenst u een advies van de expertgroep?