[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Van Raan over het PBL faciliteren met beleidsinstrumenten

Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)

Motie

Nummer: 2018D60963, datum: 2018-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34534-60).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34534 -60 Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet).

Onderdeel van zaak 2018Z24401:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

34 534 Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)

Nr. 60 MOTIE VAN HET LID VAN RAAN

Voorgesteld 19 december 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de rechter de Staat heeft opgedragen om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met minimaal 25% te verminderen ten opzichte van 1990;

constaterende dat, zonder extra maatregelen, Nederland niet zal voldoen aan deze door de rechter bevestigde minimale doelstelling;

constaterende dat het PBL de CO2-besparing van het energieakkoord niet kon doorrekenen vanwege het ontbreken van de juiste beleidsinstrumenten;

verzoekt de regering, het PBL te faciliteren door de juiste beleidsinstrumenten ter beschikking te stellen en daarmee het uitvoeren van het vonnis in de klimaatzaak van Urgenda mede mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Raan