Uitstel beantwoording vragen van de leden Kuiken en Asscher over het met nepnieuws beïnvloeden van verkiezingen
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2018D61119, datum: 2018-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1044).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2018Z23259:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.F. Asscher, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1044
Vragen van de leden Kuiken en Asscher (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het met nepnieuws beïnvloeden van verkiezingen (ingezonden 7 december 2018).
Mededeling van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 21 december 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Brussel wapent zich tegen nepnieuws»?1 en het bericht «Ex-cameraman Cees (46) runde een nepnieuwsfabriek met een miljoenenpubliek»2
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de Europese Commissie dat techbedrijven gebruikt worden om met nepnieuws verkiezingen te beïnvloeden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het beïnvloeden van verkiezingen via sociale media zich ook op Nederlandse kiezers kan richten? Zo ja, over welke signalen, dat dit het geval is of kan worden, beschikt u en wat gaat u daar concreet tegen doen? Zo nee, waarom zou dit probleem aan Nederland voorbij gaan?
Vraag 4
Wat is het «snelle-waarschuwingssysteem» dat in maart operationeel moet zijn om beïnvloeding van Europese verkiezingen tegen te gaan? Hoe werkt het? Wie is er verantwoordelijk voor?
Vraag 5
Wat zijn de «samenwerkingsverbanden tussen internetplatforms, universiteiten en nieuwsorganisaties als het gaat om factchecken» waar u voorstander van bent? Hoe werken die in de praktijk? Wat betekenen die op dit moment voor het daadwerkelijk bestrijden van nepnieuws?
Vraag 6
Deelt u de mening dat uit het bericht over een ex-cameraman, die jarenlang ongestoord op Facebook nepnieuws kon plaatsen, opnieuw aantoont dat Facebook niet in staat is gebleken om structureel nepnieuws te verwijderen?2) Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat, gezien het feit dat eerdere beloften van bijvoorbeeld Facebook om beter tegen nepnieuws op te treden op zijn minst niet het beoogde effect hebben gehad, het maken van vrijblijvende afspraken met social media bedrijven geen zin heeft? Zo ja, waarom en welke conclusies verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening dat, als zelfregulering van de branche ook op termijn niet blijkt te werken, er dan regels met afdwingbare afspraken, handhaving en eventueel sancties moeten worden opgesteld over hoe social media bedrijven gedwongen kunnen worden effectiever tegen nepnieuws op te treden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen over de aanpak van nepnieuws (d.d. 3 december 2018 met kenmerk 2018Z22780) en over het met nepnieuws beïnvloeden van verkiezingen (d.d. 7 december 2018 met kenmerk 2018Z23259) van de leden Kuiken en Asscher (beiden PvdA) en de vragen van de leden Kwint (SP) en Aartsen (VVD) over het bericht «Geen Nederlandse media meer op Europese nepnieuwslijst» (d.d. 6 december 2018 met kenmerk 2018Z23171) niet binnen de afgesproken termijn kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording is meer tijd nodig vanwege interdepartementale afstemming. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.