[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Moorlag over woningcorporaties die het moeilijk wordt gemaakt om te verduurzamen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2018D61260, datum: 2018-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1020).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z21543:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1020

Vragen van de leden Nijboer en Moorlag (beiden PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over woningcorporaties die het moeilijk wordt gemaakt om te verduurzamen (ingezonden 20 november 2018).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 21 december 2018).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de afwijzing van de Autoriteit Woningcorporaties over deelname van Groninger Huis in zonnepark Zuidbroek?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het eens met het oordeel van de autoriteit?

Antwoord 2

De Autoriteit woningcorporaties (Aw) houdt als onafhankelijke toezichthouder toezicht op het gedrag en financiële beheer van woningcorporaties binnen de gestelde kaders van de Woningwet. Zij gaat daarom over de individuele casuïstiek. Als wetgever is het niet aan BZK om te reageren op individuele casuïstiek. Daarnaast is deze zaak op dit moment onder de rechter.

Vraag 3

Beseft u dat nabijheid in een dichtbevolkt gebied wat anders is dan in de regio, zeker als er sprake is van lintdorpen?

Antwoord 3

In de Woningwet is opgenomen dat voorzieningen zoals zonnepanelen in, op of aan gebouwen in de nabijheid van het woningbezit moeten worden aangebracht. In de Woningwet is het principe van nabijheid niet verder in gedetailleerde voorschriften uitgewerkt. De Aw beoordeelt per casus of er sprake is van nabijheid. Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het specifieke geval en in algemene zin kan ik daar geen oordeel over geven.

Vraag 4

Wordt, als gekeken wordt naar afstand, wel voldoende rekening gehouden met de maatschappelijke betrokkenheid in een breder gebied?

Antwoord 4

Corporaties zijn vaak in meerdere gemeenten actief binnen een woningmarktregio. Daarmee hebben zij dus ook een maatschappelijke betrokkenheid in een breder gebied. Het is echter afhankelijk van de omstandigheden van het specifieke geval van een project of er sprake is van nabijheid zoals bedoeld in de Woningwet.

Vraag 5

Hoe denkt het kabinet de doelstellingen ten aanzien van verduurzaming te halen als mooie initiatieven op deze manier worden gedwarsboomd?

Antwoord 5

Het initiatief van het zonnepark is niet afhankelijk van de deelname van het Groninger Huis. Particulieren en bedrijven kunnen participeren in de energiecoöperatie. Woningcorporaties zijn er om invulling te geven aan hun kerntaak. Zij leveren een bijdrage aan de verduurzaming door het isoleren van hun voorraad en opwekken van duurzame energie, binnen de kaders die aan het werkdomein worden gesteld in de Woningwet. Het opwekken van duurzame energie zonder dat dit rechtstreeks verband houdt met de bewoning valt buiten het werkdomein van woningcorporaties. Deze activiteiten kunnen door andere (gespecialiseerde) partijen worden opgepakt.

Vraag 6

Bent u het eens dat, telkens als er mooie lokale en regionale initiatieven zijn, inwoners steeds weer oplopen tegen belemmeringen in regelgeving en fiscale benadering?

Antwoord 6

De situatie waar deze vragen over gaan heeft betrekking op de Woningwet die gericht is op toegelaten instellingen (woningcorporaties). Het staat de inwoners vrij om initiatieven te ontplooien voor bijvoorbeeld een energiecoöperatie. Echter, er zijn wel beperkingen in de mate waaraan woningcorporaties een bijdrage kunnen leveren. Het is voor mij dan ook niet evident dat inwoners in algemene zin worden belemmerd door regelgeving en fiscale benadering bij het ontplooien van lokale en regionale initiatieven.

Vraag 7

Bent u bereid onderzoek te doen naar de meest voorkomende belemmeringen, in het bijzonder wanneer projecten deelnemers kennen van een combinatie van huizenbezitters, woningcorporaties en / of Verenigingen van Eigenaren en deze belemmeringen weg te nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

De evaluatie van de herziene Woningwet verwacht ik begin 2019 naar uw Kamer te versturen. In het kader van deze evaluatie kijk ik niet alleen terug, maar ook vooruit naar de toekomstbestendigheid van de Woningwet en specifiek op dit punt of er onwenselijke belemmeringen bestaan voor corporaties om te verduurzamen en hoe daarbij omgegaan kan worden met gespikkeld bezit.