Aanpassing leges reguliere verblijfsvergunningen met ingang van 1 januari 2019
Migratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2018D61343, datum: 2018-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30573-169).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30573 -169 Migratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2018Z24599:
- Indiener: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-01-15 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-24 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-01-30 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
30 573 Migratiebeleid
Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2018
In deze brief informeer ik uw Kamer over een aanpassing van de leges voor aanvragen om reguliere verblijfsvergunningen met ingang van 1 januari 2019.
Op 7 december 2017 heeft de Europese Commissie Nederland opgeroepen tarieven voor reguliere verblijfsvergunningen die zijn afgegeven uit hoofde van EU-richtlijnen over legale migratie te herzien. Het gaat hierbij specifiek om de uitvoering van de studentenrichtlijn (Richtlijn 2004/114/EG), de onderzoekersrichtlijn (Richtlijn 2005/71/EG), de blauwekaartrichtlijn (Richtlijn 2009/50/EG) en de richtlijn gecombineerde vergunning (Richtlijn 2011/98/EU). Op 18 mei 2018 heeft de Europese Commissie hier nog twee richtlijnen aan toegevoegd: de richtlijn seizoenarbeiders (Richtlijn 2014/36/EU) en de ICT-richtlijn (Richtlijn 2014/66/EU). De Commissie bestrijdt niet het recht van lidstaten om administratieve vergoedingen te heffen voor de behandeling van aanvragen, maar vindt de hoogte van de vergoedingen in strijd met het recht van de aanvragers.
Voorts heeft de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 oktober 20181 aanleiding gegeven om de leges voor gezinshereniging aan te passen.
Het bovenstaande heeft geleid tot onderstaande aanpassing van de leges voor reguliere verblijfsvergunningen die worden afgegeven uit hoofde van EU-richtlijnen over legale migratie. De volgende nieuwe tarieven worden met ingang van 1 januari 2019 ingevoerd:
Verblijf als familie- of gezinslid | € 240 | € 171 |
Vergunning voor onbepaalde tijd EU status langdurig ingezetene |
€ 161 | € 171 |
Verblijf als economisch niet-actieve langdurig ingezetene | € 161 | € 171 |
Arbeid als kennismigrant | € 582 | € 285 |
Verblijf als houder van de Europese blauwe kaart | € 661 | € 285 |
Seizoenarbeid | € 570 | € 171 |
Overplaatsing binnen een onderneming | € 582 | € 285 |
Arbeid in loondienst | € 909 | € 285 |
Grensoverschrijdende dienstverlening | € 909 | € 285 |
Wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2016/801/EU | € 321 | € 171 |
Lerend werken | € 570 | € 285 |
Studie | € 192 | € 171 |
Het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst | € 285 | € 171 |
Uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag | € 283 | € 285 |
Deze nieuwe tarieven zijn gekoppeld aan het legestarief voor de nationale identiteitskaart. Het tarief voor de nationale identiteitskaart is met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op € 572. De tarieven bestaan uit 3 x het tarief voor de nationale identiteitskaart (3 x € 57 = € 171) of 5 x het tarief voor de nationale identiteitskaart (5 x € 57 = € 285). Voorts is rekening gehouden met de langere duur van afgifte van de nationale identiteitskaart (10 jaar) ten opzichte van de maximale geldigheidsduur van een verblijfsvergunning (maximaal 5 jaar). Op basis van deze berekening zal in de toekomst het tarief voor reguliere verblijfsvergunningen die worden afgegeven uit hoofde van EU-richtlijnen over legale migratie aan de hoogte van de leges voor de nationale identiteitskaart worden aangepast.
Voor de overige legestarieven geldt dat deze met ingang van 1 januari 2019 worden geïndexeerd. Deze leges zijn geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de cao-lonen zoals berekend door het CBS (1,7%), conform de handelwijze bij de indexering van de leges die geheven worden in het kader van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
De legestarieven in Caribisch Nederland worden tevens aangepast aangezien deze verband houden met de legestarieven in Europees Nederland (zie Stcrt. 2014, nr. 33256). De in deze brief vermelde wijzigingen zullen met ingang van 1 januari 2019 worden aangepast in het Voorschrift Vreemdelingen 2000, de Regeling toelating en uitzetting BES en de Regeling op de consulaire tarieven.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers