Antwoord op vragen van de leden Beertema, De Roon, Bosma en Fritsma over het bericht dat het Chinese leger massaal onderzoekers stuurt naar westerse universiteiten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2018D61597, datum: 2019-01-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1082).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
- Mede namens: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2018Z20756:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: H.J. Beertema, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. de Roon, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1082
Vragen van de leden Beertema, De Roon, Bosma en Fritsma (allen PVV) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat het Chinese leger massaal onderzoekers stuurt naar westerse universiteiten (ingezonden 12 november 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 2 januari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat het Chinese leger massaal onderzoekers stuurt naar westerse universiteiten, onder meer naar de Technische Universiteit Delft?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Om welke opkomende en «dual use»-technologieën gaat het in het geval van Delft?
Antwoord 2
In het onderzoek dat wordt aangehaald in beide krantenartikelen wordt voornamelijk gedoeld op STEM (Science – Technology – Engineering – Mathematics) opleidingen.
Vraag 3
Zijn de veiligheidsdiensten op de hoogte van de aanwezigheid van Chinese studenten en 3 wetenschappers die naar Nederland komen om de eigen Chinese militaire systemen en technologieën verder te ontwikkelen in opdracht van het Volksbevrijdingsleger (PLA)?
Antwoord 3
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten doen geen uitspraken over hun actuele kennisniveau. De AIVD doet onderzoek naar personen en/of organisaties die een dreiging kunnen vormen voor de nationale veiligheid en democratische rechtsorde. De MIVD voert onderzoek uit naar spionage wanneer deze een bedreiging kan vormen voor het optreden van de krijgsmacht, voor de defensie-industrie of voor bondgenootschappelijke organisaties. De AIVD en de MIVD hebben de afgelopen jaren gerapporteerd over de (opkomende) rol van China. De ontwikkeling van de «Nieuwe Zijderoutes» is daar een goed voorbeeld van.
China werkt aan de overgang van een productie-economie, die vooral gericht is op export, naar een hoogwaardige technologische economie. Dat manifesteert zich onder meer in pogingen om technisch-wetenschappelijke kennis te verwerven.
Vraag 4
Hoe stelt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vast of Chinese studenten en wetenschappers op academische gronden naar Nederland komen of dat ze naar Nederland komen in opdracht van de PLA voor de hier aanwezige opkomende en «dual-use»-technologieën?
Antwoord 4
Een niet-EU student die in Nederland een verblijfsvergunning voor studie wil aanvragen, dient ingeschreven te zijn bij een onderwijsinstelling die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst is erkend als referent én hij/zij dient aan die instelling voltijds hoger of wetenschappelijk onderwijs te gaan volgen. De onderwijsinstelling verzamelt alle relevante bewijsstukken en documenten en toetst of aan alle toepasselijke voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe ondertekent de onderwijsinstelling een verklaring. Voorwaarde is in ieder geval een voldoende vooropleiding van de student om in Nederland een hogeronderwijsopleiding te volgen. Vervolgens dient de onderwijsinstelling de aanvraag voor afgifte van de verblijfsvergunning in bij de IND. Op basis van de aanvraag en indien de onderwijsinstelling heeft verklaard dat de student aan alle voorwaarden voldoet, verleent de IND aan de student een verblijfsvergunning. Wel voert de IND een toets uit op mogelijk gevaar voor de openbare orde. Hiernaast zal de IND eventuele twijfels over de motieven van een student en het vermoeden dat hij/zij mogelijk een gevaar vormt voor de nationale veiligheid kenbaar maken aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Aangezien het in eerste instantie de onderwijsinstelling is die toetst of aan alle voorwaarden wordt voldaan, ligt daar ook primair de taak om alert te zijn op twijfels aangaande de (studie)motieven van studenten. De onderwijsinstellingen dienen zich te allen tijde bewust te zijn van de mogelijke veiligheidsrisico’s in de samenwerking met buitenlandse instellingen, wetenschappers en studenten. In een recent gesprek met de VSNU en Vereniging Hogescholen heb ik dan ook sterk aangedrongen op meer bewustwording en alertheid bij de kennisinstellingen in aangelegenheden als deze. In voorkomende gevallen staat het ook de onderwijsinstelling vrij om zorgen of twijfels kenbaar te maken aan de relevante diensten.
Vraag 5
Bent u bereid om Chinese studenten en wetenschappers die opteren voor Nederlandse universiteiten waar gewerkt wordt met opkomende en «dual use»-technologieën te weren van Nederlandse universiteiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Er is geen Nederlandse wetgeving om studenten en wetenschappers met specifieke nationaliteiten van Nederlandse universiteiten te weren, met uitzondering van de «Kennisregeling Noord-Korea» waarmee op basis van VN-sancties tegen Noord-Korea studenten en wetenschappers geweerd kunnen worden voor specifieke proliferatiegevoelige opleidingen. Het risico van ongewenste kennis- en technologieoverdracht wordt erkend en heeft de aandacht van het kabinet. Hierover is contact met de Nederlandse universiteiten en het bedrijfsleven. Zo worden er bijvoorbeeld bijeenkomsten georganiseerd om bewustwording te bevorderen. Ik verwijs ook naar het antwoord op vraag 4. Daarnaast wordt momenteel actief gekeken of het huidige beleidskader ter voorkoming van ongewenste kennis- en technologieoverdracht volstaat.