Stand van zaken modernisering seksuele misdrijven
Rechtsstaat en Rechtsorde
Brief regering
Nummer: 2018D61731, datum: 2018-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-483).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -483 Rechtsstaat en Rechtsorde.
Onderdeel van zaak 2018Z24760:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-01-15 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-24 10:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-01-30 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 483 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Bij brief van 1 mei 20181 heb ik uw Kamer bericht over de hoofdlijnen van de herziening van de zedenwetgeving. Bij die gelegenheid heb ik aangegeven dat na afronding van het deskundigenoverleg en de verwerking van de uitkomsten hiervan rond de zomer van 2018 een wetsvoorstel tot modernisering van de seksuele misdrijven in consultatie zou worden gegeven. Inmiddels is gebleken dat deze planning opnieuw bijstelling behoeft. Met deze brief licht ik de stand van zaken en het vervolgtraject toe.
In het deskundigenoverleg, dat inmiddels is afgerond, is gesproken over ontwikkelingen in seksueel grensoverschrijdend gedrag, de effecten hiervan op slachtoffers en de mogelijkheid van meer differentiatie in strafbaarstelling van bepaalde vormen van seksueel (getint) grensoverschrijdend gedrag. Uit het overleg is onder meer naar voren gekomen dat gedrag dat naar de huidige opvattingen als seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt aangemerkt, niet altijd strafrechtelijk als zodanig wordt gekwalificeerd.
De uitkomsten van het deskundigenoverleg worden op dit moment vertaald in een wetsvoorstel tot modernisering van de seksuele misdrijven dat als doel heeft de strafrechtelijke bescherming beter aan te laten sluiten bij de maatschappelijke realiteit. Mede op basis van de uitkomsten van het deskundigenoverleg overwegen de Minister voor Rechtsbescherming en ik in dit wetsvoorstel de strafrechtelijke normstelling op onderdelen aan te scherpen en, in aanvulling op de huidige seksuele misdrijven, een aantal nieuwe delicten in het Wetboek van Strafrecht te introduceren. Ten eerste overwegen wij om naast de dwangdelicten aanranding en verkrachting het verrichten van seksuele handelingen tegen de wil van een ander strafbaar te stellen. Hierdoor wordt de ondergrens voor strafrechtelijke aansprakelijkheid voor onvrijwillige seks verlaagd. Ten tweede bezien wij de mogelijkheid van strafbaarstelling in het Wetboek van veelvoorkomende vormen van seksuele intimidatie waarmee de samenleving indringend wordt geconfronteerd.
Naar verwachting kan begin 2019 worden gestart met de consultatie van een wetsontwerp dat strekt tot modernisering van de seksuele misdrijven in het Wetboek van Strafrecht. Wij zijn voornemens om de consultatiefase op te splitsen. Eerst zal advies worden gevraagd over een voorontwerp van het wetsvoorstel. Het voorontwerp zal ook aan uw Kamer worden gezonden. Na verwerking van de reacties op het voorontwerp zal medio 2019 de formele consultatie over een wetsvoorstel plaatsvinden.
Ik hoop u hiermee vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Kamerstuk 29 279, nr. 427.↩︎