De Nederlandse lijst van laagbelastende landen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D00040, datum: 2019-01-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z00015).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z00015:
- Gericht aan: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z00015
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de Nederlandse lijst van laagbelastende landen (ingezonden 2 januari 2019).
Vraag 1
Kunt u van alle 21 landen op de Nederlandse lijst van laagbelastende landen aangeven tegen welk tarief winstbelasting wordt geheven?1
Vraag 2
Hoe groot zijn de geldstromen die naar elk van de 21 landen op de Nederlandse lijst staan, jaarlijks? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 2
Hoeveel grensoverschrijdende rulings heeft de Belastingdienst afgegeven over transacties met bedrijven die gevestigd zijn in een land op deze lijst?
Vraag 3
Erkent u dat veel winsten via Nederland neerslaan in Hongkong, Panama en Singapore, landen die niet op de EU-lijst of de Nederlandse lijst staan? Zo ja, waarom onderneemt u geen actie tegen landen die weliswaar geen extreem laag statutair tarief kennen, maar wel bekend staan als «offshore financial centres» en belastingontwijking mede mogelijk maken?
Vraag 4
Welke andere landen kent u, die mede door de uitvoering van de anti-winstdrainagebepaling in de vennootschapsbelasting (Vpb) en de reële heffingstoets van de deelnemingsvrijstelling een (zeer) laag effectief belastingtarief hanteren?
Vraag 5
Wat vindt u van de suggestie om niet per individueel geval het effectief tarief vast te stellen, hetgeen voor de Belastingdienst momenteel een te grote opgave is, maar de heffing van de conditionele bronbelasting op rente en royalty’s afhankelijk te maken van de effectieve belastingdruk op de betreffende inkomsten in de betreffende landen?
Vraag 6
Klopt het dat de 177 miljard euro aan rente, royalty en dividend die in landen met een statutair tarief van hoger dan 9% terechtkomen, effectief mogelijkerwijs ook (zeer) laag belast worden? Bent u, gezien uw antwoord op eerdere vragen waarin u zegt dat dat een hoog statutair tarief in combinatie met relatief veel grondslagversmallers kan resulteren in een laag effectief tarief, bereid dit te onderzoeken?
Vraag 7
Met welke van de 21 landen op de lijst heeft Nederland een belastingverdrag? In hoeverre kunnen de Controlled Foreign Company (CFC)-maatregel en de bronbelasting op rente en royalty’s worden uitgevoerd in die gevallen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 8
Erkent u dat de CFC-maatregel en de bronheffing op rente en royalty’s zeer gemakkelijk kunnen worden omzeild, bijvoorbeeld door landen te gebruiken die een statutair tarief van 9% of meer kennen, hetgeen nog steeds extreem laag is?
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/12/28/nederland-stelt-zelf-lijst-laagbelastende-landen-vast-in-strijd-tegen-belastingontwijking↩︎