Antwoord op vragen van het lid De Groot over het bericht dat Nederlandse supermarkten fors meer zijn gaan stunten met goedkoop kippen-, varkens-, en rundvlees
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D00153, datum: 2019-01-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1091).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z20643:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: T.C. de Groot, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1091
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat Nederlandse supermarkten fors meer zijn gaan stunten met goedkoop kippen-, varkens-, en rundvlees (ingezonden 9 november 2018).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 8 januari 2019).
Vraag 1
Bent u bekent met het artikel «Wakker Dier ziet supermarkten steeds meer stunten met vlees»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het aantal vleesaanbiedingen van supermarkten in Nederland sinds 2015 fors is gestegen?
Antwoord 2
Het aantal vleesaanbiedingen in de Nederlandse supermarkten wordt door de overheid niet bijgehouden. In het bericht van Wakker Dier worden geen onderliggende cijfers of onderzoek genoemd. Deze kan ik dan ook niet verifiëren.
Vraag 3, 4
Deelt u het advies van het Voedingscentrum dat we gemiddeld per persoon in Nederland minder vlees moeten gaan consumeren?
Passen dit soort aanbiedingen binnen uw visie over kringlooplandbouw en kunt u dit toelichten?2
Antwoord 3, 4
In de LNV-visie «Landbouw, natuur en voedsel: Waardevol en verbonden» staan kringlooplandbouw en waardering voor voedsel centraal. In de LNV-visie wordt de rol van de consument benadrukt: de huidige oriëntatie op lage prijs en veel gemak zou moeten verschuiven naar gedrag dat past bij de hogere eisen die worden gesteld aan de leefomgeving en aan de boeren en tuinders die daarin werken. «Stunten» met voedsel, dat wil zeggen voedsel aanbieden voor een prijs die ver beneden de waarde van het product ligt, draagt niet bij aan het bewustzijn van de consument voor de zorg en aandacht die de productie en consumptie van eten vragen. Eén van de uitgangspunten hierbij is een duurzame en gezonde voedselconsumptie. Daarbij hoort een goede balans tussen dierlijke en plantaardige eiwitten in het dieet, wat ook conform de aanbevelingen van de Gezondheidsraad is. Die zijn vertaald in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum (gebaseerd op de «Richtlijnen Goede Voeding 2015» van de Gezondheidsraad.
Vraag 5
Kunt u toelichten hoe deze kortingen passen in uw beleid om dierenwelzijn over de gehele breedte te verbeteren?
Antwoord 5
Supermarkten gaan zelf over hun prijsbeleid. Zij bepalen welke producten in de aanbieding komen. Supermarkten kunnen als schakel naar de consument een belangrijke rol vervullen in het verbeteren van dierenwelzijn. Ik zou graag zien dat het aandeel diervriendelijker geproduceerde dierlijke producten in supermarkten verder toeneemt en dat juist deze producten onder de aandacht van de consument worden gebracht en worden gekocht. Mijn ministerie is, in het kader van de LNV-Visie, in gesprek met supermarkten over hoe zij kunnen bijdragen aan de versnelling van de verduurzaming van de veehouderij. Daarbij wordt ook gesproken over dierenwelzijn.
Vraag 6
Hoe verhouden deze kortingen zich met uw visie over kringlooplandbouw en een eerlijkere prijs voor producenten?
Antwoord 6
In de kringlooplandbouw is ook bij de consument een omslag nodig. In de LNV-visie is één van de doelen het vergroten van de waardering voor voedsel, bij zowel individuele burgers en consumenten als grootverbruikers en andere schakels in de keten. In lijn hiermee zet het kabinet met haar voedselbeleid in op duurzamere voedselproductie en consumptie.
We zien in de praktijk steeds meer bedrijven in de voedselketen die verantwoorde producten of diensten aanbieden of die zich op andere manieren extra inspannen om aan maatschappelijke eisen te voldoen. Zij leveren producten die op het gebied van dierenwelzijn of milieu aan hogere eisen voldoen dan het wettelijk minimum. Maar onduidelijk is of ze daar altijd een kostendekkende beloning voor krijgen. Daarom wordt er bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een agro-nutrimonitor opgericht, waarmee ik meer inzicht wil krijgen in de prijsvorming en transparantie in de keten en nagaan wat mogelijke aanknopingspunten zijn voor het voeren van gericht beleid.
Vraag 7
Deelt u de mening dat wat in uw visie over kringlooplandbouw staat over korte ketens en dat boeren en burgers dichter bij elkaar gebracht gaan worden, haaks staat op het huidige beleid van supermarkten?
Antwoord 7
In de visie hebben korte ketens en het dichterbij elkaar brengen van boeren en burgers een prominente plaats. Het waarderen van voedsel en de positie van de boer in de keten zijn hierbij ook belangrijk. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5 is mijn ministerie in gesprek met de Nederlandse supermarkten waar ook deze punten op de agenda staan.
Vraag 8
Deelt u de mening dat goedkoop kippen-, varkens-, en rundvlees niet leidt tot meer dierenwelzijn? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Kippen-, varkens- en rundvlees dat in de Europese Unie is geproduceerd, moet minimaal voldoen aan de dierenwelzijns- en gezondheidswetgeving van de EU en de lidstaten. De prijs voor deze producten ligt doorgaans lager dan de producten die zijn geproduceerd onder private labels die strengere, bovenwettelijke dierenwelzijnseisen stellen. Supermarkten kunnen alle vleesproducten in de aanbieding doen, of die nu gangbaar zijn geproduceerd of onder een welzijnslabel. Uiteindelijk is het aan de consument om hierin een keuze te maken.
Vraag 9
Bent u bereid om een stevig gesprek aan te gaan met de supermarkten over hun verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn?
Antwoord 9
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 5.