35007, eindtekst
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs
Eindtekst
Nummer: 2019D00195, datum: 2018-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2018Z15205:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-09-05 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-09-20 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-10-02 16:00: Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-10-18 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-10-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-22 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2018-12-05 11:15: Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs (35007) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-12-11 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 11 december 2018 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wijziging aan te brengen in de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs ten behoeve van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET STUDIEFINANCIERING 2000 De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt ‘5 jaren’ vervangen door ‘10 jaren’. 2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Ten aanzien van het levenlanglerenkrediet stelt Onze Minister jaarlijks uiterlijk in december een rentepercentage vast dat gelijk is aan het gemiddeld effectief rendement over de periode van 12 maanden, gerekend van oktober van het voorafgaande jaar tot en met september van het lopende jaar, van de openbare lening, uitgegeven door de Staat der Nederlanden en toegelaten tot de notering aan de officiële markt ter beurze van Amsterdam, met een gemiddelde resterende looptijd van 5 jaren. Het rentepercentage wordt vastgesteld op nul indien deze overeenkomstig de eerste volzin minder dan nul procent bedraagt. B Artikel 6.19 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na ‘artikelen 6.2a,’ ingevoegd ‘6.3,’. 2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid. C Aan hoofdstuk 12 wordt een paragraaf toegevoegd [waarvan de nummering aansluit op de laatste paragraaf van dat hoofdstuk], luidende: Paragraaf #. Overgangsbepaling in verband met de verhoging van het rentepercentage op de lening hoger onderwijs Artikel #. Cohortgarantie rentepercentage lening hoger onderwijs Voor een student die vóór de inwerkingtreding van de Wet van (…) houdende wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs (Stb. …, …) ingeschreven stond aan een opleiding in het hoger onderwijs en voor die opleiding studiefinanciering toegekend heeft gekregen, blijft artikel 6.3 van toepassing, zoals dat luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de genoemde wet. ARTIKEL II. INWERKINGTREDING Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, PAGE PAGE 2