Voorstel van wet
Voorstel van wet van het lid Van Rooijen tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verlenging van de periode van dekkingstekort waarna maatregelen genomen moeten worden om op het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen te komen teneinde kortingen op pensioenrechten en - uitkeringen te voorkomen
Voorstel van wet (initiatiefvoorstel)
Nummer: 2019D00392, datum: 2019-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35113-2).
Onderdeel van kamerstukdossier 35113 -2 Voorstel van wet van het lid Van Rooijen tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verlenging van de periode van dekkingstekort waarna maatregelen genomen moeten worden om op het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen te komen teneinde kortingen op pensioenrechten en - uitkeringen te voorkomen.
Onderdeel van zaak 2019Z00164:
- Indiener: M.J. van Rooijen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-01-15 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-04-02 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 113 Voorstel van wet van het lid Van Rooijen tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verlenging van de periode van dekkingstekort waarna maatregelen genomen moeten worden om op het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen te komen teneinde kortingen op pensioenrechten en -uitkeringen te voorkomen
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling te wijzigen in verband met verlenging van de periode van dekkingstekort waarna maatregelen genomen moeten worden om op het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen te komen, teneinde kortingen op pensioenrechten en -uitkeringen te voorkomen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 140 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zes maal» vervangen door «acht maal».
2. In het tweede lid wordt «aantal van zes» vervangen door «aantal van acht».
B
In artikel 142 wordt «aantal van zes» vervangen door «aantal van acht».
ARTIKEL II
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 135 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zes maal» vervangen door «acht maal».
2. In het tweede lid wordt «aantal van zes» vervangen door «aantal van acht».
B
In artikel 137 wordt «aantal van zes» vervangen door «aantal van acht».
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,