[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het gebruik van pepperspray in het Turkse consulaat in Rotterdam en het feit dat niemand daarvoor vervolgd wordt

Schriftelijke vragen

Nummer: 2019D00468, datum: 2019-01-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z00197).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z00197:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2019Z00197

Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het gebruik van pepperspray in het Turkse consulaat in Rotterdam en het feit dat niemand daarvoor vervolgd wordt (ingezonden 10 januari 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Turkije trekt beveiliger consulaat Rotterdam die pepperspray gebruikte terug», waarin een woordvoerder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat de kwestie in overleg met Turkije is opgelost, doordat de Turkse autoriteiten zelf hebben besloten de beveiliger terug te trekken?1

Vraag 2

Kunt u een beschrijving geven van wat er zich heeft voorgedaan in het Turkse consulaat in Rotterdam in mei 2018?

Vraag 3

Klopt de bewering van burgemeester Aboutaleb dat beveiligers [meervoud] geen vergunning hadden pepperspray te gebruiken en dat de beveiligers strafbaar zijn?2

Vraag 4

Hoeveel mensen van het Turkse consulaat hebben peperspray gebruikt in het Turkse consulaat?

Vraag 5

Hoeveel mensen die in dienst waren van het Turkse consulaat, waren in het bezit van pepperspray?

Vraag 6

Hoeveel van de mensen die pepperspray gebruikt hebben, hadden volledige diplomatieke immuniteit?

Vraag 7

Hoeveel van de mensen die pepperspray in bezit hadden, hadden volledige diplomatieke immuniteit?

Vraag 8

Wie heeft besloten om af te zien van vervolging van betrokkenen die geen diplomatieke immuniteit genieten?

Vraag 9

Heeft iemand in Nederland aan Turkije toegezegd om bepaalde mensen die geen diplomaat zijn (maar bijvoorbeeld lokaal medewerker), niet te onderzoeken of niet te vervolgen voor betrokkenheid bij dit incident?

Vraag 10

Is er overleg geweest met Turkse autoriteiten over het al dan niet vervolgen van mensen? Zo ja, kunt u dan meedelen waarom dat overleg plaatsvond, wie eraan deelnamen en wat de uitkomst was?

Vraag 11

Kunt u de landelijke werkafspraken die uw ambtsvoorganger in zijn brief aan de Kamer van 23 april 2014 aankondigde te maken als Ministerie van Buitenlandse Zaken samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en in overleg met het Openbaar Ministerie, aan de Kamer doen toekomen?3

Vraag 12

Is naar aanleiding van het incident met pepperspray (en mogelijk mishandeling) in Rotterdam gevraagd om opheffing van de diplomatieke immuniteit, zoals uw ambtsvoorganger in zijn brief aan de Kamer van 23 april 2014 als beleid aankondigde?4

Vraag 13

Kunt u het jaarlijkse overzicht van gegevens over diplomatieke vertegenwoordigingen en organisaties die boetes of heffingen niet betalen, aan de Kamer doen toekomen, zoals u eerder toezegde? Wanneer is dit overzicht voor het laatst aan de Kamer gestuurd?

Vraag 14

Herinnert u zich dat u bij ernstige incidenten de tankpassen (gemakkelijk belastingvrij tanken voor diplomaten) zou intrekken?

Vraag 15

Bij hoeveel diplomatieke vertegenwoordigingen is de tankpas ingetrokken, zoals eerder aangekondigd?

Vraag 16

Is het IT-systeem om notificaties te sturen aan diplomatieke missies in gebruik genomen?5 Zo nee, wanneer is het dan eindelijk klaar?

Vraag 17

Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?


  1. https://nos.nl/artikel/2265202-turkije-trekt-beveiliger-consulaat-rotterdam-die-pepperspray-gebruikte-terug.html↩︎

  2. https://www.ad.nl/rotterdam/aboutaleb-pepperspray-turks-consulaat-ernstig~a7e8182d/↩︎

  3. Kamerstuk 33 750 V, nr. 70.↩︎

  4. Idem.↩︎

  5. Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer d.d. 15 januari 2016 (Kamerstuk 34 300 V, nr. 53).↩︎