35084, bijgewerkt t/m nr. 16 (2e NvW d.d. 23 januari 2019)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2019D00746, datum: 2019-01-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2018Z21404:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2018-11-20 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-22 09:30: Extra procedurevergadering inzake behandeling Verzamelwet Brexit (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2018-12-14 12:00: Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-01-17 13:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-17 15:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-01-24 16:15: Verzamelwet Brexit (35084) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-01-29 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 16 (Tweede NvW d.d. 23 januari 2019) 35 084 Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter voorbereiding op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie het wenselijk is wijzigingen in een aantal wetten door te voeren en enkele wettelijke voorzieningen te treffen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP DE FORMEEL BUITENLANDSE VENNOOTSCHAPPEN Na artikel 11 van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 11a Ten aanzien van vennootschappen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk die op het tijdstip van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie voldoen aan de omschrijving van artikel 1 geldt: a. de opgave ter inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2, vindt plaats binnen drie maanden na het tijdstip van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie; b. de verplichting tot het opmaken van een jaarrekening en een bestuursverslag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en artikel 6 zijn van toepassing ten aanzien van jaarrekeningen en jaarverslagen betreffende boekjaren die aanvangen op of na het tijdstip van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie; c. artikel 4, tweede lid wordt eerst drie maanden na het tijdstip van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie toepasselijk. HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WEGENVERKEERSWET 1994 Na artikel 186a van de Wegenverkeerswet 1994 worden twee artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 186b Rijbewijzen, getuigschriften van vakbekwaamheid, getuigschriften van nascholing, nationale certificaten als bedoeld in artikel 151c, vierde lid, onderdeel b, en certificaten aantonende dat de bestuurder de basiskwalificatie heeft behaald, de nascholing heeft afgerond, of een aantal uren nascholing heeft gevolgd, maar nog niet heeft afgerond, die vĆ³Ć³r het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zijn afgegeven door de daartoe bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk in het kader van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403) of Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PbEU 2003, L 226) worden ten behoeve van de uitvoering of handhaving van bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen met ingang van dat tijdstip niet langer aangemerkt als documenten die zijn afgegeven door een daartoe bevoegde autoriteit in een andere lidstaat van de Europese Unie. Artikel 186c 1. In afwijking van artikel 186b kunnen houders van een door het daartoe bevoegde gezag in het Verenigd Koninkrijk afgegeven rijbewijs, die voor het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie in Nederland woonachtig waren, tot 15 maanden na dat tijdstip dat rijbewijs omwisselen overeenkomstig de regels die gelden voor de omwisseling van rijbewijzen, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland en blijft het rijbewijs gedurende deze periode van 15 maanden geldig voor het besturen van motorrijtuigen van de categorie of categorieĆ«n waarvoor het is afgegeven. 2. Verzoeken tot omwisseling van rijbewijzen die voor het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn van 15 maanden zijn ingediend door houders die voor het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie in Nederland woonachtig waren, worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen, zoals die gelden voor de omwisseling van rijbewijzen, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. 3. Verzoeken tot omwisseling van getuigschriften van vakbekwaamheid, getuigschriften van nascholing, nationale certificaten als bedoeld in artikel 151c, vierde lid, onderdeel b, en certificaten aantonende dat de bestuurder de basiskwalificatie heeft behaald of de nascholing heeft afgerond, die voor het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zijn ingediend door houders die voor dat tijdstip in Nederland woonachtig waren, worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen, zoals die gelden voor de omwisseling van die documenten, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT ARTIKEL III De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 10Aa wordt het volgende lid toegevoegd: 8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met een derde land overschrijdt en de beheerder van dat net, voor zover deze regels nodig zijn voor het functioneren en de exploitatie van dat net of voor het functioneren van die beheerder. B Artikel 77i, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: a. In onderdeel a wordt na ā10, zesde en zevende lid,ā ingevoegd: 10Aa, achtste lid,. b. In onderdeel b wordt na ā10a, eerste en tweede lid,ā ingevoegd: 10Aa, achtste lid,. ARTIKEL IV De Gaswet wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 2b wordt het volgende lid toegevoegd: 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met een derde land overschrijdt en de beheerder van dat net, voor zover deze regels nodig zijn voor het functioneren en de exploitatie van dat net of voor het functioneren van die beheerder. B Artikel 60ad, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: a. In onderdeel a wordt na ā2a, achtste lid,ā ingevoegd: 2b, zevende lid,. b. In onderdeel b wordt ā de artikelen, 2c, tweede en derde lid,ā vervangen door: de artikelen 2b, zevende lid, 2c, tweede en derde lid,. ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET GOEDKEURING EN UITVOERING MARKHAM-OVEREENKOMST Aan het eind van artikel 4, tweede lid, van de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst wordt toegevoegd: āof EU-regelgevingā. ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET BESCHERMING OORSPRONKELIJKE TOPOGRAFIEĆN VAN HALFGELEIDERPRODUKTEN Aan artikel 27 van de Wet bescherming oorspronkelijke topografieĆ«n van halfgeleiderprodukten wordt het volgende lid toegevoegd: 3. Voor oorspronkelijke topografieĆ«n die vĆ³Ć³r de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op grond van deze wet beschermd werden, wordt onder āeen van de lid-Staten van de Europese Gemeenschappenā in artikel 26 voor de duur van de bescherming mede verstaan: het Verenigd Koninkrijk. HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARTIKEL VII TIJDELIJKE DELEGATIEGRONDSLAG MET BETREKKING TOT SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN 1. Bij algemene maatregel van bestuur kan in de Algemene Kinderbijslagwet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Ouderdomswet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeid en zorg, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet kinderopvang, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Ziektewet worden bepaald dat het Verenigd Koninkrijk na de terugtrekking uit de Europese Unie voor de toepassing van die wetten gedurende een daarbij aangegeven periode nog als EU-lidstaat wordt aangemerkt, en kan in die wetten overgangsrecht worden opgenomen voor de situatie na de terugtrekking of na afloop van die periode ter voorkoming van onevenredig nadeel voor uitkeringsgerechtigden in het Verenigd Koninkrijk en Nederland. 2. Zo spoedig mogelijk na de totstandkoming van de algemene maatregel van bestuur, maar uiterlijk binnen acht weken, wordt een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de kamers van de Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken en wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden dat er toe strekt de bij de algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijzigingen ongedaan te maken. HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT ARTIKEL VIII WIJZIGING WET LANGDURIGE ZORG Aan artikel 6.1.2 van de Wet langdurige zorg wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: m. de verstrekking van de vergoedingen, bedoeld in artikel 69c van de Zorgverzekeringswet. ARTIKEL IX WIJZIGING ZORGVERZEKERINGSWET De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 39, derde lid, onderdeel b, komt te luiden: b. de vergoedingen, bedoeld in artikel 69c;. B Na artikel 69b wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 69c 1. Bij ministeriĆ«le regeling kan worden bepaald dat het CAK aan de persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, die in het Verenigd Koninkrijk woont op de dag voorafgaande aan de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zonder akkoord over de voorwaarden, een vergoeding kan verstrekken voor kosten van zorg indien: a. de persoon op die dag voldaan heeft aan zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 69; b. op die dag met toepassing van een Verordening van Raad van de Europese Gemeenschappen of toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte een recht op de zorg of vergoeding van de zorg bestond; c. de zorg is verleend buiten het Verenigd Koninkrijk in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland; d. de verlening van de zorg op of voor die dag is begonnen; en e. de zorg is verleend in de periode tot uiterlijk zes maanden na de datum, bedoeld in het eerste lid. 2. Bij de ministeriĆ«le regeling, bedoeld in het eerste lid, kunnen regels worden gesteld over: a. de zorg waarvoor de vergoeding wordt verstrekt; b. de voorwaarden voor het verkrijgen van de vergoeding; c. de hoogte van de vergoeding; d. de wijze van verstrekking van de vergoeding; e. de aan de vergoeding verbonden verplichtingen. 3. Het CAK gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het burgerservicenummer van de persoon, bedoeld in het eerste lid. 4. Het CAK is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, van de persoon, bedoeld in eerste lid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel. 5. Het CAK is de verwerkingsverantwoordelijke, voor de verwerking, bedoeld in het vierde lid. HOOFDSTUK 6. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN ARTIKEL X REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN TEN BEHOEVE VAN OVERGANGSSITUATIES 1. Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriĆ«le regeling van Onze Minister die het aangaat kunnen tot een jaar na de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, voorzieningen worden getroffen met het oog op een goed verloop van deze terugtrekking. 2. Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de wet, voor zover dit nodig is voor een goede tenuitvoerlegging van een bindende EU-rechtshandeling met betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, of ter voorkoming van onaanvaardbare en onomkeerbare gevolgen daarvan. 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. 4. Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid een structurele afwijking van de wet betreft, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van wet ingediend dat ertoe strekt de wet zodanig te wijzigen dat de voorziening niet langer noodzakelijk is. 5. Indien het vierde lid geen toepassing vindt ten aanzien van een algemene maatregel van bestuur waarbij wordt afgeweken van de wet, wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken na het tot stand komen van de algemene maatregel van bestuur een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend. 6. Indien een voorstel als bedoeld in het vierde of vijfde lid wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken. 7. Indien dit noodzakelijk is in verband met de spoedeisendheid van een voorziening als bedoeld in het tweede lid wordt de voorziening getroffen bij ministeriĆ«le regeling van Onze Minister die het aangaat. 8. Na de plaatsing in de Staatscourant van een krachtens het zevende lid vastgestelde ministeriĆ«le regeling wordt deze onverwijld aan beide kamers der Staten-Generaal gezonden. Indien een van beide kamers der Staten-Generaal bezwaar maakt tegen het voorstel, wordt de ministeriĆ«le regeling onverwijld ingetrokken. 9. Het vierde tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een ministeriĆ«le regeling als bedoeld in het zevende lid. Indien de voorziening die bij deze ministeriĆ«le regeling is getroffen een structurele afwijking van een algemene maatregel van bestuur betreft, wordt zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit in procedure gebracht dat ertoe strekt de algemene maatregel van bestuur zodanig te wijzigen dat de voorziening bij ministeriĆ«le regeling niet langer noodzakelijk is. ARTIKEL XI INWERKINGTREDING 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. 2. In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet of onderdelen daarvan terugwerken tot en met 30 maart 2019. 3. Aan besluiten die worden gebaseerd op een onderdeel van deze wet waaraan ingevolge het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, kan terugwerkende kracht worden verleend tot en met dezelfde datum. ARTIKEL XII CITEERTITEL Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Brexit. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Buitenlandse Zaken, PAGE PAGE 1