Verslag Milieuraad van 20 december 2018 (herdruk)
Milieuraad
Brief regering
Nummer: 2019D01821, datum: 2019-01-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-08-757).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-757 Milieuraad.
Onderdeel van zaak 2019Z00816:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-01-23 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-01-24 13:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-20 11:30: Milieuraad d.d. 5 maart 2019 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-02-21 13:05: Aanvang aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
21 501-08 Milieuraad
Nr. 757 HERDRUK1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2019
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, over de Milieuraad die op 20 december 2018 bijeenkwam in Brussel. Tijdens deze bijeenkomst bereikte de Raad een algemene oriëntatie over de verordening inzake CO2-emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen in 2025 en 2030, en een gedeeltelijke algemene oriëntatie over de LIFE-verordening 2021–2027. Daarnaast vond een eerste gedachtewisseling plaats over de op 28 november 2018 gepubliceerde EU-langetermijnstrategie voor klimaat.
Onder de diversenpunten heeft het Oostenrijks Voorzitterschap de stand van zaken geschetst ten aanzien van de Richtlijn Single Use Plastics, de herschikking van de verordening persistente organische stoffen, het stroomlijningsvoorstel milieurapportage, de herziening van de Drinkwaterrichtlijn, de Richtlijn Taxonomie, en de Verordening voor CO2-standaarden voor personenauto’s en bestelbusjes. Tevens werd aandacht gevraagd voor de verklaring van Graz, de toekomst van het Europees milieubeleid en de evaluatie van de EU-strategie voor klimaatadaptatie. Daarnaast schetste Roemenië de prioriteiten onder het Roemeense EU-Voorzitterschap. De Europese Commissie gaf een terugkoppeling van recente internationale bijeenkomsten: de COP24 die van 3 tot 14 december 2018 plaatsvond in Katowice, en de bijeenkomsten onder het VN-biodiversiteitsverdrag in Sharm-el-Sheik (Egypte) van 17 tot 29 november 2018.
Aanvullend vroeg een aantal lidstaten bij de diversenpunten aandacht voor gewasbeschermingsmiddelen, het Espoo-verdrag over grensoverschrijdende milieueffecten, de conferentie Illegal Wildlife Trade, en milieu- en klimaatdoelstellingen onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Tot slot ontvangt u als bijlage2 bij dit verslag een overzicht van lopende onderhandelingen over transport- en milieudossiers in EU-verband.
Verordening voor CO2-normen zware bedrijfsvoertuigen in 2025 en 2030
De Milieuraad bereikte een algemene oriëntatie over CO2-emissienormen voor zware bedrijfsvoertuigen. Daarmee kunnen de onderhandelingen met het Europees Parlement onder het Roemeense voorzitterschap van start gaan en in beginsel nog worden afgerond voor de EP-verkiezingen. Tijdens de Raad zijn enkele belangrijke wensen van Nederland ingewilligd. Zo gaat de algemene oriëntatie nu onder andere uit van een bindende CO2-reductiedoelstelling van 30% in 2030, tenzij bij de evaluatie van deze verordening in 2022 anders wordt besloten. Om laag- en nul-emissievoertuigen te stimuleren is een zogenoemd supercreditsysteem afgesproken, waarbij dit type voertuigen zwaarder meeweegt in de berekening van de totale emissielast van fabrikanten. Relatief gemakkelijk te elektrificeren bussen en tourbussen zijn in de algemene oriëntatie van dit systeem uitgesloten. Tijdens de evaluatie in 2022 zal bekeken worden of dit supercreditsysteem vervangen kan worden door een benchmarksysteem.
Om de weerstand tegen deze wijzigingen bij enkele Centraal- en Oost-Europese lidstaten weg te nemen, zijn de sancties voor fabrikanten die niet aan de gestelde reductiedoelstelling voldoen, verlaagd naar € 4.000 per gram CO2 per ton-kilometer in de periode 2025–2029, oplopend tot € 6.800 per gram CO2 per ton-kilometer vanaf 2030. Er was tijdens de Milieuraad onvoldoende steun om de reductiedoelen in 2025 en 2030 te verhogen. Nederland zal zich daar in het vervolg van de onderhandelingen voor blijven inzetten.
EU-langetermijnstrategie voor klimaat
Tijdens de Milieuraad was er gelegenheid voor een eerste gedachtewisseling over de ambitieuze nieuwe klimaatstrategie die de Europese Commissie in november jl. presenteerde. De visie van de Commissie voor een klimaatneutrale toekomst is in overeenstemming met de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de mondiaal gemiddelde temperatuurstijging tot ruim onder de 2 °C te houden en ernaar te streven deze tot 1,5 °C te beperken.
De Milieuraad verwelkomde de mededeling van de Commissie, en verscheidene lidstaten herinnerden aan de resultaten van COP24 in Katowice. Een meerderheid van lidstaten benadrukte de noodzaak om de visie te koppelen aan de nationale klimaat- en energieplannen. Diverse lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomden dat de Commissie klimaatneutraliteit op EU-niveau in 2050 als voorkeursscenario in de langetermijnstrategie heeft opgenomen. Ook waren er lidstaten die aandacht vroegen voor het belang van een sociaal rechtvaardige overgang.
Verscheidene lidstaten benadrukten dat deze bespreking een brede discussie moet zijn waarbij verschillende Raadsformaties – zoals energie, vervoer, concurrentievermogen en landbouw – en ook stakeholders betrokken zijn om tot een gedeelde visie voor de EU te komen en brede steun voor klimaatactie te waarborgen.
LIFE-verordening 2021–2027
De Milieuraad bereikte een gedeeltelijke algemene oriëntatie over de LIFE-verordening 2021 – 2027. De uiteindelijke omvang van het programma maakt onderdeel uit van de onderhandelingen over het volgende Meerjarig Financieel Kader, en is daarom van deze algemene oriëntatie uitgezonderd.
Lidstaten zijn erg positief over het LIFE-programma, het enige instrument dat volledig aan klimaat-, milieu- en natuurdoelstellingen is gewijd. Dit toepassingsgebied wordt in de periode 2021–2027 uitgebreid met schone energie. Tijdens de discussie gaven lidstaten aan het behoud van het LIFE-comité van groot belang te vinden: in dit comité werken de Europese Commissie en lidstaten samen aan de invulling van de concrete werkprogramma’s. Het vastleggen van het niveau van cofinanciering voor capaciteitsopbouw van nationale contactpunten (tot 95% voor de periode van het eerste meerjarenprogramma, en 75% voor de periode van het tweede meerjarenprogramma) vonden meerdere lidstaten belangrijk. Deze capaciteitsopbouw zou moeten bijdragen aan een verbeterde geografische spreiding van LIFE-projecten.
Nederland gaf aan het streven naar een betere geografische spreiding door middel van capaciteitsopbouw te steunen, maar dat daarbij de kwaliteit van projecten voorop moet blijven staan. Daarnaast heeft Nederland aandacht gevraagd voor het beter borgen van klimaatadaptatie in de structuur van het programma.
Diversen
Richtlijn Taxonomie
De richtlijn Taxonomie beoogt duidelijkheid te bieden aan investeerders en beleggers of een activiteit duurzaam is, en kan de financiële sector betrekken bij het beperken van de CO2-voetafdruk. Het voorzitterschap gaf aan dat de Richtlijn nog in bespreking is binnen de Raad.
Richtlijn Single Use Plastics
Het voorzitterschap gaf aan dat er tijdens de triloog op 18 december 2018 een voorlopig politiek akkoord is bereikt over deze richtlijn. Nederland heeft net als veel andere lidstaten aangegeven de prioriteit die het voorzitterschap aan dit belangrijke en urgente onderwerp heeft gegeven, te waarderen, waardoor nog binnen de huidige legislatieve termijn een akkoord is bereikt. De definitieve tekst wordt in januari ter analyse en instemming aan de lidstaten voorgelegd. De Tweede Kamer zal te zijner tijd over de Nederlandse positie worden geïnformeerd.
POP-verordening
Het voorzitterschap gaf een terugkoppeling van de triloog op 18 december 2018 over de herschikking van de POP-verordening (persistente organische stoffen), waar nog geen overeenstemming kon worden bereikt. Er bestaat nog discussie over de juridische procedures die gehanteerd zullen worden voor het aanpassen van de bijlagen van de verordening. Het dossier zal onder Roemeens voorzitterschap verder worden opgepakt.
Stroomlijningsvoorstel milieurapportage
Het voorzitterschap melde dat er tijdens de triloog op 19 december 2018 voorlopige politieke overeenstemming is bereikt over het voorstel voor het stroomlijnen van de rapportageverplichtingen in milieuwetgeving.
Herziening Drinkwaterrichtlijn
Het voorzitterschap schetste de stand van zaken in de onderhandelingen over de herziening van de Drinkwaterrichtlijn. De discussie over het herzieningsvoorstel richt zich onder andere op contactmaterialen, toegang tot drinkwater en specifieke parameters. Nederland heeft aangegeven grote waarde te hechten aan de herziening van de Drinkwaterrichtlijn en het van belang te vinden tot een robuust en duurzaam kader te komen. Het Roemeense voorzitterschap zal de onderhandelingen binnen de Raad verder oppakken.
CO2-standaarden voor personenauto’s en bestelbusjes
Het voorzitterschap gaf aan dat tijdens de laatste triloog op 17 december 2018 overeenstemming is bereikt over CO2-standaarden voor personenauto’s en bestelbusjes. Belangrijke elementen in de richtlijn zijn een reductiedoelstelling van 15% in 2025 voor zowel auto’s als bestelbusjes, en in 2030 een reductie van 31% voor bestelwagens en 37,5% voor personenauto’s. Daarnaast wordt er een benchmark met bonus ingevoerd, met een maximum cap van 3%: fabrikanten moeten in 2025 minimaal 15% en in 2030 minimaal 35% van hun nieuwverkopen nul-emissie voertuigen verkopen om voor de bonus in aanmerking te komen.
24e COP UNFCCC, 3 – 14 december Katowice
De Europese Commissie en Polen gaven een terugkoppeling van de COP24 die van 3 tot 14 december plaatsvond in Katowice. Tijdens deze VN-top is een rulebook vastgelegd om het Parijsakkoord te operationaliseren, en een algemene inventarisatie gedaan die voortaan elke vijf jaar plaats zal vinden. Daarnaast is een universeel rapportagesysteem afgesproken voor CO2-uitstoot en voor inspanningen om de uitstoot te verminderen. Ook zijn afspraken gemaakt om invulling te geven aan het doel om investeringen meer in lijn te brengen met de doelen van het akkoord van Parijs. Nederland heeft aangegeven het belangrijk te vinden dat er in 2019 een besluit komt over marktmechanismen voor het internationaal verhandelen van emissierechten waarover in Katowice geen overeenstemming was, en heeft voor een sterke ambitie richting de VN klimaattop in september 2019 gepleit.
Bijeenkomst Verenigde Naties Biodiversiteitsverdrag, 17–19 november
Van 17 – 29 november 2018 vond een drievoudige Conference of the Parties (CoP) plaats in Sharm-el-Sheik, Egypte: CoP14 van het Biodiversiteitsverdrag, CoP9 van het Cartagenaprotocol voor Bioveiligheid, en CoP-MoP3 van het Nagoyoa protocol voor toegang tot en billijke verdeling van genetische bronnen. Het Voorzitterschap en de Europese Commissie gaven aan dat de top goed is verlopen, en dat het belang van investeren in biodiversiteit ten behoeve van gezondheid en klimaat breed is onderschreven.
Verklaring van Graz: schone, veilige en betaalbare mobiliteit voor Europa
Het Voorzitterschap informeerde de Milieuraad over de Verklaring van Graz ten aanzien van schone, veilige en betaalbare mobiliteit, zoals die tijdens de informele gecombineerde bijeenkomst van milieu- en transportministers in Graz op 29–30 oktober 2018 is vastgesteld (Kamerstuk 21 501-08, nr. 746). De Verklaring roept op om snel maatregelen door te voeren op het gebied van schone mobiliteit en daarmee te werken aan een duurzaam en gezond leven voor burgers in steden en regio’s.
De toekomst van Europees milieubeleid: 8e milieuactieprogramma
Het Voorzitterschap gaf een terugkoppeling van de discussie tijdens de informele bijeenkomst van milieuministers in Graz op 29 oktober 2018 over de toekomst van het EU-milieubeleid en de mogelijke contouren van een eventueel 8e milieuactieprogramma. Het leggen van een link met de duurzame ontwikkelingsdoelen en het opstellen van een integrale visie zijn belangrijke uitgangspunten. Het besluit om een 8e milieuactieprogramma op te stellen zal door de volgende Europese Commissie genomen worden.
Evaluatie EU-strategie voor klimaatadaptatie
De Europese Commissie heeft de Milieuraad geïnformeerd over de evaluatie van de EU-strategie voor klimaatadaptatie. De strategie beantwoordt in grote lijnen aan de gestelde doelen, maar op sommige punten is verbetering mogelijk. Zo is verdere kennis ten behoeve van onzekerheden in beleidsvorming noodzakelijk, en kunnen de nationale en lokale strategieën in sommige gevallen beter worden uitgewerkt. De link met biodiversiteit, landbouw en visserij kan worden versterkt, en de effecten van klimaatverandering op migratie zouden ook meegenomen moeten worden. Nederland heeft aangegeven dat de recent opgerichte Global Commission on Adaptation (GCA) in 2019 een rapport zal publiceren ten aanzien van noodzakelijke acties en beschikbare oplossingen. Deze publicatie wordt gevolgd door een jaar van actie. De resultaten worden door de GCA gepresenteerd in 2020 op een top over klimaatadaptatie die in Nederland plaats zal vinden.
Gewasbeschermingsmiddelen
België vroeg aandacht voor pesticidenmanagement in het kader van gewasbescherming, en stelde voor om onder de EU-programma’s Horizon en LIFE alternatieven te ontwikkelen die niet giftig zijn. Verschillende lidstaten deelden de zorgen die België uitte. De Commissie gaf aan dat lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor de voorwaarden voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op het eigen grondgebied. De Commissie bekijkt mogelijkheden om het bestaande toelatingssysteem te verbeteren, maar verzoekt lidstaten het huidige systeem beter te benutten om de afhankelijkheid van chemische stoffen voor ziektebeheer te beperken.
Espoo-verdrag over grensoverschrijdende milieueffecten
In het kader van de intersessionele bijeenkomst van Espoo (Genève, 5–7 februari 2019) verzocht Litouwen om de voorbereiding van een gezamenlijk EU-standpunt ten aanzien van het niet voldoen aan rapportagevereisten onder het Espoo-verdrag rondom de selectie van Ostrovets (Wit Rusland) voor een nieuwe kerncentrale. Dit verzoek ontving brede steun, en de Commissie zal de voorbereiding onder Roemeens voorzitterschap oppakken.
Conferentie Illegal Wildlife Trade, 11–12 oktober
Het Verenigd Koninkrijk gaf een terugkoppeling over de vierde conferentie over illegale handel in wilde dieren en planten, die op 11–12 oktober 2018 plaatsvond in Londen. Het Verenigd Koninkrijk onderstreepte het belang van samenwerking en het betrekken van de private sector bij de aanpak van deze vormen van misdaad.
Milieu- en klimaatdoelstellingen onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid
Duitsland vroeg aandacht voor milieu- en klimaatdoelstellingen onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), en verzocht om bespreking van dit onderwerp op de Milieuraad. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan het belang van deze thematiek onder het GLB te onderschrijven, maar de besluitvormingsprocedure niet verder te willen compliceren.
Prioriteiten onder het Roemeense EU-Voorzitterschap
Van 1 januari tot en met 30 juni 2019 vervult Roemenië het Voorzitterschap van de Raad van de EU. Roemenië maakt onderdeel uit van een trio met Finland en Kroatië. In het algemeen wordt prioriteit gegeven aan 1) duurzame economische ontwikkeling, cohesie en concurrentievermogen, 2) grensbewaking en cyber security, 3) gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en extern optreden, en 4) solidariteit, democratie en racisme. Op het gebied van milieubeleid zal nadruk worden gelegd op klimaatverandering, biodiversiteit en waterbeheer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer