Vertraging wetsvoorstel tegengaan ontwijking wijziging van de Wet normering topinkomens (WNT)
Topinkomens
Brief regering
Nummer: 2019D02029, datum: 2019-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30111-118).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 30111 -118 Topinkomens.
Onderdeel van zaak 2019Z00887:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-01-22 17:00: Wet normering topinkomens (WNT) (geannuleerd) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-01-23 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-31 09:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-02-07 14:00: Wet normering topinkomens (WNT) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-04-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
30 111 Topinkomens
Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2019
Bij brief van 22 februari 2018 bent u geïnformeerd over de voorgenomen wijziging van de Wet normering topinkomens (WNT) om ontwijking tegen te gaan door onderaannemers in de zorg onder de werkingssfeer van de WNT te brengen (Kamerstuk 30 111, nr. 107). Hierbij is aangekondigd dat de planning erop gericht was het wetsvoorstel voor het eind van 2018 bij uw Kamer aanhangig te maken. Met deze brief meld ik u dat met het opstellen van dit wetsvoorstel meer tijd gemoeid is en informeer ik u over het vervolgtraject.
Bij de ontwikkeling van het wetsvoorstel was het uitgangspunt om aan te sluiten bij de bestaande werkingssfeer van de WNT in de zorg en bovendien te regelen dat ook onderaannemers onder die werkingssfeer van de WNT zouden vallen. Met dit uitgangspunt is door mijn ministerie een wetsvoorstel ontwikkeld. Hierover is, in oktober 2018, zoals gebruikelijk met het oog op de praktische uitvoerbaarheid, overleg gevoerd met partijen uit het veld, waaronder vertegenwoordigers vanuit de accountancy. Tijdens dit overleg zijn uitvoeringsproblemen van de WNT in de zorg aan het licht gekomen. Accountants hebben aangegeven dat de werkingssfeer van de WNT met name voor kleine zorgpraktijken niet altijd even duidelijk is.
Op dit moment geldt dat de WNT in de zorg van toepassing is op instellingen met een toelating in de zin van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). Voor zo’n WTZi-toelating komen in aanmerking instellingen die zorg verlenen waarop aanspraak bestaat op grond van de Wet langdurige zorg of een zorgverzekering in de zin van de Zorgverzekeringswet. Bij de instelling moeten bovendien minimaal twee zorgverleners werkzaam zijn. Ik kan me voorstellen dat in de praktijk niet altijd eenvoudig is vast te stellen, zoals de accountants signaleren, of een instelling aan deze criteria voldoet en vervolgens of de WNT van toepassing is.
Ik zie daarom reden om de toepassing van de WNT in de zorg tegen het licht te houden. Dit gebeurt in samenspraak met de accountancy. Het aangekondigde wetsvoorstel kan dan uiterlijk in het najaar aanhangig worden gemaakt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge