Verruiming quotum jaar drie Aziatische horecaregeling
Arbeidsmarktbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D02854, datum: 2019-01-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29544-875).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -875 Arbeidsmarktbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z01270:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-01-29 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-12 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-02-13 10:00: Arbeidsmarktbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2019-02-20 13:15: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 875 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24Â januari 2019
Met deze brief informeer ik u over mijn besluit het quotum voor jaar drie van de Aziatische horecaregeling, dat loopt van 1Â oktober 2018 tot en met 30Â september 2019, eenmalig te verruimen met 500 gecombineerde vergunningen voor verblijf en arbeid (GVVA) of tewerkstellingsvergunningen (TWV). Hiertoe zal ik het in artikel 3a van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (BuWav) genoemde quotum voor die periode bijstellen. Vooruitlopend op deze wijziging zullen de uitvoeringsorganisaties al als zodanig handelen.
Op 1 oktober 2016 is de Aziatische horecaregeling in werking getreden. Op grond van deze quotumregeling kan de sector zonder arbeidsmarkttoets koks van buiten de EU aantrekken. Hier is als voorwaarde aan verbonden dat de sector zich inspant om middels (interne) opleiding en omscholing het structurele tekort aan koks aan te pakken. Gelet op de inspanningsverplichtingen die van de werkgever worden verwacht was het quotum dat voor het eerste jaar gold daarbij iets ruimer gesteld waarna het in de daarop volgende twee jaren afliep. Van de sector mag verwacht worden dat zij in toenemende mate, daarbij ook de twee jaar waarin het convenant gold meegerekend, het Nederlands en Europees arbeidsaanbod inzetten en dat er steeds minder een beroep op de koks uit Azië behoeft te worden gedaan.
Met de motie van de leden Ziengs en Van Weyenberg roept uw Kamer dit kabinet op om te werken met een flexibel quotum dat wordt aangepast aan de daadwerkelijke behoefte van de Aziatische horecasector (Kamerstuk 29 544, nr. 734). Gelet op deze motie heb ik bij brief van 28 november 2018 ook aan de Kamer toegezegd dat indien er aanleiding is om het quotum te verruimen, daar net als in het tweede quotumjaar welwillend naar wordt gekeken (Handelingen II 2018/19, nr. 30, item 4). Ik houd het aantal aanvragen GVVA/TWV in het kader van de quotumregeling nauwlettend in de gaten en voer regelmatig overleg met de sector. Voor jaar drie van de regeling constateer ik dat de behoefte aan koks in de Aziatische horecasector het quotum overstijgt. Daarom verhoog ik het quotum voor jaar drie met 500 GVVAâs/TWVâs van 1.000 naar 1.500.
Het tekort aan koks is niet alleen een gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook van het feit dat opleidingen en omscholing in de Aziatische horecasector achterblijven. Ik wil daarom benadrukken dat het van belang blijft dat gelet op de algehele uitgangspunten van de Wet arbeid Vreemdelingen, de sector zich inspant om voldoende personeel op te leiden en/of om te scholen zodat de afhankelijkheid van koks uit landen buiten de EU afneemt. Gelet hierop wordt het quotum voor het derde jaar wel verruimd maar wordt wel vastgehouden aan het aflopende karakter van de quotumregeling om de sector en werkgevers hierin te stimuleren.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees