Vorderingen van de Belastingdienst inzake schadevergoedingen gaswinningsschade
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D02978, datum: 2019-01-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z01315).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z01315:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z01315
Vragen van de leden Beckerman en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Financiën over vorderingen van de Belastingdienst inzake schadevergoedingen gaswinningsschade (ingezonden 25 januari 2019).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat een ondernemer schadeloos gesteld is voor gaswinningsschade, maar dat de Belastingdienst direct een deel van de schadeloosstelling opeist? Zo ja, wat is uw reactie?
Vraag 2
Staat u nog achter de woorden: «(i)k deel de mening dat de financiële positie van een persoon na schadeloosstelling hetzelfde (of in elk geval niet slechter) zou moeten zijn als in de situatie waarin die schade niet zou hebben plaatsgevonden. Een schadeloosstelling is bedoeld om alle schade te compenseren die uit een voorval, bijvoorbeeld gaswinning, voortvloeit»? Kunt u toelichten of deze mening alleen voor de financiële positie van een persoon geldt of ook voor de financiële positie van een onderneming?1
Vraag 3
Wordt er bij de opbouw van de schadevergoeding rekening mee gehouden dat er na uitkering direct een deel naar de fiscus zal moeten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe werkt dit precies?
Vraag 4
Heeft u zicht op het aantal schadevergoedingen waarover de Belastingdienst belasting int?
Vraag 5
Kunt u aangeven wat de gevolgen voor ondernemers met aardbevingsschade zijn (bij wie de Belastingdienst een deel van de schadevergoeding als belasting int) en kunt u aangeven of deze ondernemers wel verder kunnen met hun onderneming?
Vraag 6
Kunnen ondernemers, buiten de hardheidsclausule, een procedure opstarten waarbij zij vrijstelling krijgen voor deze belastinginning? Zo ja, welke?
Vraag 7
Vindt u het rechtvaardig dat de erkenning van aardbevingsschade alsmede de toekenning van de schadevergoeding geregeld is en er bijna per ommegaande een belastingaanslag opgelegd wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 8
Bent u bereid schadevergoedingen voor aardbevingsschade uit te zonderen van de vermogensbelasting om daarmee ondernemers en huishoudens een nieuwe start en dus een toekomst te gunnen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer daarover informeren?
Vraag 9
Hoeveel gemeenten hebben maatregelen getroffen om mensen met een uitkering niet te korten na schadeloosstelling, welke gemeenten zijn dat en kunt u ministerieel regelen dat mensen na schadeloosstelling niet gekort worden op hun uitkering en/of verschillende toeslagen?2
Vraag 10
Erkent u dat het beeld ontstaat dat de overheid baat heeft bij de schadevergoedingen omdat zij die fiscaal kan belasten? Zo nee, kunt u toelichten waarom dit niet zo zou zijn?
Vraag 11
Kunt u toelichten welke logica er schuilt in het belasten van vergoedingen die compenseren voor hoge kosten – in dit geval aardbevingsschade door de gaswinning – terwijl de compensatie allesbehalve uit luxe of rijkdom is ontstaan?
Vraag 12
Kunt u aangeven op welk bedrag de belastinginkomsten over de compensatie bij aardbevingsschade zijn geraamd?