Vierde voortgangsrapportage rentederivaten van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
Zelfstandig ondernemerschap
Brief regering
Nummer: 2019D03756, datum: 2019-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31311-214).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31311 -214 Zelfstandig ondernemerschap.
Onderdeel van zaak 2019Z01701:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-02-05 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-05 17:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-03-07 14:00: Vierde voortgangsrapportage rentederivaten van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2020-01-30 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
31 311 Zelfstandig ondernemerschap
Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2019
Voor u ligt de vierde voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de uitvoering van het Uniform Herstel Kader (UHK) door de banken1. Hieronder licht ik de belangrijkste conclusies toe.
Voortgang
Per 1 oktober 2018 hadden 7.946 van de in totaal 18.953 MKB-klanten die voor compensatie in aanmerking kwamen een aanbod ontvangen. De AFM meldt dat dit er per 31 december 2018 14.368 zijn. Conform verwachting hebben per 31 december 2018 vier van de zes banken al hun MKB-klanten die onder het UHK vallen een aanbodbrief gestuurd met daarin een compensatievoorstel.
Van de twee overige banken heeft de bank met de meeste klantdossiers 67% van haar klanten die onder het UHK vallen een aanbodbrief gestuurd. De overige MKB-klanten van deze bank die in aanmerking komen, is een volledig voorschot aangeboden. Wanneer blijkt dat het uiteindelijke schadebedrag lager is, hoeven de klanten die het voorschot hebben geaccepteerd het verschil niet terug te betalen. Wanneer het schadebedrag hoger blijkt te zijn, ontvangen zij een aanvullende compensatie. Deze bank verwacht in 2019 aan al haar MKB-klanten een aanbod te hebben gedaan. De andere bank heeft per eind 2018 aan 79% van haar klanten die onder het UHK vallen een aanbodbrief gestuurd en verwacht in het eerste kwartaal van 2019 de overige 21% een aanbod te hebben gedaan.
Conclusie
De vierde voortgangsrapportage laat zien dat de uitvoering van het UHK verder gevorderd is en dat voor het grootste deel van de MKB-klanten het einde in zicht is. Inmiddels hebben vier van de zes banken alle klanten een aanbod voor compensatie gedaan.
Voor de overige twee banken geldt dat de doorgevoerde procesoptimalisaties voor een aanzienlijke versnelling hebben gezorgd. Hierdoor hebben veel klanten die recht hebben op compensatie inmiddels ofwel een aanbod voor compensatie ofwel een aanbod voor een voorschot ontvangen. Zoals ik ook in mijn vorige brief aan u schreef vind ik het, ondanks deze positieve berichten, van groot belang dat de voortgang goed gemonitord blijft worden. De AFM zal in de volgende voortgangsrapportage rapporteren over de voortgang tot en met mei 2019. De verwachting is dat dan een van de twee overgebleven banken al haar MKB-klanten een aanbod voor compensatie zal hebben gedaan. De andere bank zal naar verwachting later in 2019 aan al haar MKB-klanten een aanbod hebben gedaan.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎