Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2019

De Europese Commissie heeft de resultaten van de nacalculatie 2018 van de BTW- en BNI-afdrachten aan de lidstaten bekendgemaakt. Voor de Nederlandse afdrachten leidt de nacalculatie tot een naheffing van 318 miljoen euro en valt daarmee substantieel lager uit dan de 500 miljoen euro die hiervoor bij Miljoenennota 2019 was gereserveerd. In deze brief informeer ik uw Kamer over het proces en de resultaten van de jaarlijkse nacalculatie.

Proces jaarlijkse nacalculatie

De nacalculatie is gebaseerd op de uitkomsten van de vergadering van het BNI-comité, dat in 2018 op 22–23 november heeft plaatsgevonden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vertegenwoordigt Nederland in het BNI-comité. In het BNI-comité worden jaarlijks de realisaties van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) vastgesteld. Ook wordt besloten over eerder aangehouden reserveringen bij de vaststellingen van het BNI. Het opheffen van eerder geplaatste reserveringen – bijvoorbeeld omdat nog niet alle gegevens van een bepaalde component van het BNI compleet volledig geanalyseerd zijn – kan eveneens leiden tot aanpassing van het BNI van afzonderlijke lidstaten. Het BNI-comité presenteert de bijstellingen en realisaties in het Summary Quality Report¹.

De Europese Commissie berekent op basis van de realisaties van het BNI-comité de nacalculatie en presenteert de resultaten vervolgens in januari 2019. De feitelijke verrekening wordt opgenomen in de maandelijkse betaling van de Europese afdrachten in juni 2019.

CBS-revisie

Het CBS heeft in 2018 een bronnenrevisie doorgevoerd waarbij het Nederlandse BNI opwaarts is bijgesteld. U bent hierover reeds geïnformeerd in juni en juli 2018.² De opwaartse bijstelling van het Nederlandse BNI over de periode 2010–2017 bedroeg bij deze revisie gemiddeld 1%. Op basis van deze informatie is bij Miljoenennota een reservering getroffen van 500 miljoen euro op de Aanvullende Post voor 2019 (Kamerstuk 35 000, nrs. 1 en 2). De Europese Commissie heeft nu met de informatie van alle lidstaten de nacalculatie uitgevoerd, en deze komt uit op een naheffing voor Nederland van 318 miljoen euro. Deze zal bij Voorjaarsnota in de begroting worden verwerkt. De meeste andere lidstaten zullen een soortgelijke bronnenrevisie naar verwachting pas dit jaar presenteren, zodat de cijfers worden meegenomen in de volgende nacalculatie over een jaar.

Resultaten alle landen

Tabel 1 geeft een overzicht van de nacalculatie 2018 voor alle lidstaten. Indien het BNI-comité het BNI van een lidstaat over een betreffend jaar opwaarts heeft bijgesteld, dan heeft de betreffende lidstaat in dat jaar op basis van een te laag BNI afgedragen aan de Europese begroting. De lidstaat dient het verschil in afdrachten te compenseren. Vice versa, indien het BNI-comité het BNI van een lidstaat in enig jaar neerwaarts heeft bijgesteld, dan heeft de betreffende lidstaat in dat jaar op basis van een te hoog BNI afgedragen en dient de lidstaat daarvoor te worden gecompenseerd. Het totaal van deze compensaties en vergoedingen voor alle lidstaten leidt tot de bruto nacalculatie – zie hiertoe de tweede kolom in tabel 1.

België	78	– 98	– 20
Bulgarije	25	– 12	13
Tsjechië	43	– 43	0
Denemarken	69	– 66	3
Duitsland	687	– 753	– 66
Estland	16	– 5	10
Ierland	– 90	– 56	– 145
Griekenland	– 4	– 40	– 43
Spanje	44	– 263	– 219
Frankrijk	823	– 520	303
Kroatië	14	– 11	3
Italië	409	– 382	26
Cyprus	11	– 4	7
Letland	3	– 6	– 3
Litouwen	9	– 9	– 1
Luxemburg	23	– 9	14
Hongarije	11	– 28	– 17
Malta	7	– 3	4
Nederland	486	– 168	318
Oostenrijk	52	– 84	– 31
Polen	150	– 105	45
Portugal	32	– 43	– 10
Roemenië	48	– 44	4
Slovenië	9	– 10	– 1
Slowakije	6	– 20	– 14
Finland	49	– 51	– 2
Zweden	– 48	– 101	– 149
Verenigd Koninkrijk	476	– 506	– 30
Totaal	3.442	– 3.442	0

De nacalculatie 2018 leidt tot een cumulatieve bruto nacalculatie van 3,4 miljard euro. Omdat de nacalculatie een herverdeling van afdrachten tussen lidstaten is, wordt de cumulatieve bruto nacalculatie vervolgens weer verdeeld over de lidstaten; het relatieve BNI-aandeel is hiervoor leidend. De herverdeling is opgenomen in de derde kolom in tabel 1. De bruto nacalculatie en de herverdeling samen leiden tot netto nacalculatie – zie hiertoe de vierde kolom in tabel 1.

Voor uw informatie geeft tabel 2 tot slot een overzicht van de netto nacalculaties over de Europese afdrachten sinds de start van het huidige Meerjarig Financieel Kader in 2014. U bent indertijd afzonderlijk over de nacalculatie per jaar geïnformeerd. De omvang van de nacalculatie 2014 werd grotendeels verklaard door de bronnenrevisie die het CBS uitvoerde; de omvang van de nacalculatie 2015 werd grotendeels verklaard door het gezamenlijke onderzoek van het CBS en De Nederlandsche Bank om de nationale rekeningen en de betalingsbalans beter op elkaar te laten aansluiten.

Netto nacalculatie

643

446

– 124

– 64

318

Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra

---

1. https://www.cbs.nl/-/media/_pdf/2018/49/gni_summary%20quality%20reports_2018.pdf↩︎

2. Kamerstuk 21 501-03, nrs. 120 en 118↩︎