[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst 35084

Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit)

Eindtekst

Nummer: 2019D04521, datum: 2019-01-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z21404:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

29 januari 2019



	Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband
met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
(Verzamelwet Brexit)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter voorbereiding op de
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie het
wenselijk is wijzigingen in een aantal wetten door te voeren en enkele
wettelijke voorzieningen te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

ARTIKEL I  WIJZIGING VAN DE WET OP DE FORMEEL BUITENLANDSE
VENNOOTSCHAPPEN

Na artikel 11 van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen
wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

Ten aanzien van vennootschappen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk
die op het tijdstip van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit
de Europese Unie voldoen aan de omschrijving van artikel 1 geldt: 

a. de opgave ter inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel
2, vindt plaats binnen drie maanden na het tijdstip van de terugtrekking
van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie; 

b. de verplichting tot het opmaken van een jaarrekening en een
bestuursverslag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en artikel 6 zijn van
toepassing ten aanzien van jaarrekeningen en jaarverslagen betreffende
boekjaren die aanvangen op of na het tijdstip van de terugtrekking van
het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie; 

c. artikel 4, tweede lid wordt eerst drie maanden na het tijdstip van de
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
toepasselijk.

HOOFDSTUK 2.  MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT 

ARTIKEL II  WIJZIGING VAN DE WEGENVERKEERSWET 1994

Na artikel 186a van de Wegenverkeerswet 1994 worden twee artikelen
ingevoegd, luidende:

Artikel 186b

Rijbewijzen, getuigschriften van vakbekwaamheid, getuigschriften van
nascholing, nationale certificaten als bedoeld in artikel 151c, vierde
lid, onderdeel b, en certificaten aantonende dat de bestuurder de
basiskwalificatie heeft behaald, de nascholing heeft afgerond, of een
aantal uren nascholing heeft gevolgd, maar nog niet heeft afgerond, die
vĆ³Ć³r het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de
Europese Unie zijn afgegeven door de daartoe bevoegde autoriteit van het
Verenigd Koninkrijk in het kader van Richtlijn 2006/126/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het
rijbewijs (PbEU 2006, L 403) of Richtlijn 2003/59/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en
de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen-
en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van
Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de
Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PbEU 2003,
L 226) worden ten behoeve van de uitvoering of handhaving van bij of
krachtens deze wet gestelde bepalingen met ingang van dat tijdstip niet
langer aangemerkt als documenten die zijn afgegeven door een daartoe
bevoegde autoriteit in een andere lidstaat van de Europese Unie.

Artikel 186c

	1. In afwijking van artikel 186b kunnen houders van een door het
daartoe bevoegde gezag in het Verenigd Koninkrijk afgegeven rijbewijs,
die voor het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit
de Europese Unie in Nederland woonachtig waren, tot 15 maanden na dat
tijdstip dat rijbewijs omwisselen overeenkomstig de regels die gelden
voor de omwisseling van rijbewijzen, afgegeven door het daartoe bevoegde
gezag in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij
is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of
Zwitserland en blijft het rijbewijs gedurende deze periode van 15
maanden geldig voor het besturen van motorrijtuigen van de categorie of
categorieƫn waarvoor het is afgegeven.

	2. Verzoeken tot omwisseling van rijbewijzen die voor het verstrijken
van de in het eerste lid genoemde termijn van 15 maanden zijn ingediend
door houders die voor het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd
Koninkrijk uit de Europese Unie in Nederland woonachtig waren, worden
afgehandeld overeenkomstig de bepalingen, zoals die gelden voor de
omwisseling van rijbewijzen, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag
in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij
de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of
Zwitserland. 

	3. Verzoeken tot omwisseling van getuigschriften van vakbekwaamheid,
getuigschriften van nascholing, nationale certificaten als bedoeld in
artikel 151c, vierde lid, onderdeel b, en certificaten aantonende dat de
bestuurder de basiskwalificatie heeft behaald of de nascholing heeft
afgerond, die voor het tijdstip van terugtrekking van het Verenigd
Koninkrijk uit de Europese Unie zijn ingediend door houders die voor dat
tijdstip in Nederland woonachtig waren, worden afgehandeld
overeenkomstig de bepalingen, zoals die gelden voor de omwisseling van
die documenten, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een
lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.

HOOFDSTUK 3.  MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

ARTIKEL III

	De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 10Aa wordt het volgende lid toegevoegd:

	8. 	Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels
worden gesteld met betrekking tot de werking en exploitatie van een
landsgrensoverschrijdend net dat de grens met een derde land
overschrijdt en de beheerder van dat net, voor zover deze regels nodig
zijn voor het functioneren en de exploitatie van dat net of voor het
functioneren van die beheerder.

B

	Artikel 77i, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

	a.	In onderdeel a wordt na ā€œ10, zesde en zevende lid,ā€ ingevoegd:
10Aa, achtste lid,.

	b.	In onderdeel b wordt na ā€œ10a, eerste en tweede lid,ā€ ingevoegd:
10Aa, achtste lid,.

ARTIKEL IV 

	De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 2b wordt het volgende lid toegevoegd:

	7. 	Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels
worden gesteld met betrekking tot de werking en exploitatie van een
landsgrensoverschrijdend net dat de grens met een derde land
overschrijdt en de beheerder van dat net, voor zover deze regels nodig
zijn voor het functioneren en de exploitatie van dat net of voor het
functioneren van die beheerder. 

B

	Artikel 60ad, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

	a. 	In onderdeel a wordt na ā€2a, achtste lid,ā€ ingevoegd: 2b,
zevende lid,.

	b. 	In onderdeel b wordt ā€œ de artikelen, 2c, tweede en derde lid,ā€
vervangen door: de artikelen 2b, zevende lid, 2c, tweede en derde lid,.

ARTIKEL V  WIJZIGING VAN DE WET GOEDKEURING EN UITVOERING
MARKHAM-OVEREENKOMST

Aan het eind van artikel 4, tweede lid, van de Wet goedkeuring en
uitvoering Markham-overeenkomst wordt toegevoegd: ā€˜of
EU-regelgevingā€™.

ARTIKEL VI  WIJZIGING VAN DE WET BESCHERMING OORSPRONKELIJKE
TOPOGRAFIEƋN VAN HALFGELEIDERPRODUKTEN

	Aan artikel 27 van de Wet bescherming oorspronkelijke topografieƫn van
halfgeleiderprodukten wordt het volgende lid toegevoegd:

	3. Voor oorspronkelijke topografieĆ«n die vĆ³Ć³r de terugtrekking van
het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op grond van deze wet
beschermd werden, wordt onder ā€˜een van de lid-Staten van de Europese
Gemeenschappenā€™ in artikel 26 voor de duur van de bescherming mede
verstaan: het Verenigd Koninkrijk.

HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ARTIKEL VII  TIJDELIJKE DELEGATIEGRONDSLAG MET BETREKKING TOT
SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN

1. Bij algemene maatregel van bestuur kan in de Algemene
Kinderbijslagwet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Ouderdomswet,
de Werkloosheidswet, de Wet arbeid en zorg, de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening
oudere werklozen, de Wet kinderopvang, de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen en de Ziektewet worden bepaald dat het Verenigd
Koninkrijk na de terugtrekking uit de Europese Unie voor de toepassing
van die wetten gedurende een daarbij aangegeven periode nog als
EU-lidstaat wordt aangemerkt, en kan in die wetten overgangsrecht worden
opgenomen voor de situatie na de terugtrekking of na afloop van die
periode ter voorkoming van onevenredig nadeel voor
uitkeringsgerechtigden in het Verenigd Koninkrijk en Nederland.

2. Zo spoedig mogelijk na de totstandkoming van de algemene maatregel
van bestuur, maar uiterlijk binnen acht weken, wordt een voorstel van
wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het voorstel wordt
ingetrokken of indien een van de kamers van de Staten-Generaal tot het
niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van
bestuur onverwijld ingetrokken en wordt onverwijld een voorstel van wet
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden dat er toe strekt de
bij de algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijzigingen ongedaan
te maken.

HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

ARTIKEL VIII  WIJZIGING WET LANGDURIGE ZORG

Aan artikel 6.1.2 van de Wet langdurige zorg wordt, onder vervanging van
de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel
toegevoegd, luidende:

m. de verstrekking van de vergoedingen, bedoeld in artikel 69c van de
Zorgverzekeringswet.

ARTIKEL IX  WIJZIGING ZORGVERZEKERINGSWET

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 39, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de vergoedingen, bedoeld in artikel 69c;.

B

Na artikel 69b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 69c

1. Bij ministeriƫle regeling kan worden bepaald dat het CAK aan de
persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, die in het Verenigd
Koninkrijk woont op de dag voorafgaande aan de datum van terugtrekking
van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zonder akkoord over de
voorwaarden, een vergoeding kan verstrekken voor kosten van zorg indien:


a. de persoon op die dag voldaan heeft aan zijn verplichtingen, bedoeld
in artikel 69;

b. op die dag met toepassing van een Verordening van Raad van de
Europese Gemeenschappen of toepassing van zodanige verordening krachtens
de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte een recht op
de zorg of vergoeding van de zorg bestond;

c. de zorg is verleend buiten het Verenigd Koninkrijk in een lidstaat
van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de
overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in
Zwitserland;

d. de verlening van de zorg op of voor die dag is begonnen; en

e. de zorg is verleend in de periode tot uiterlijk zes maanden na de
datum, bedoeld in het eerste lid.

2. Bij de ministeriƫle regeling, bedoeld in het eerste lid, kunnen
regels worden gesteld over:

a. de zorg waarvoor de vergoeding wordt verstrekt;

b. de voorwaarden voor het verkrijgen van de vergoeding;

c. de hoogte van de vergoeding;

d. de wijze van verstrekking van de vergoeding;

e. de aan de vergoeding verbonden verplichtingen.

3. Het CAK gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het
burgerservicenummer van de persoon, bedoeld in het eerste lid.

4. Het CAK is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder
gegevens over gezondheid, van de persoon, bedoeld in eerste lid, die
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.

5. Het CAK is de verwerkingsverantwoordelijke, voor de verwerking,
bedoeld in het vierde lid.

HOOFDSTUK 6. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

ARTIKEL X  REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN TEN BEHOEVE VAN OVERGANGSSITUATIES

	1.	Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriƫle regeling van
Onze Minister die het aangaat kunnen tot zes maanden na de datum van
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie,
voorzieningen worden getroffen met het oog op een goed verloop van deze
terugtrekking. De eerste volzin is slechts van toepassing indien op
grond van het bepaalde bij of krachtens een andere wet geen
voorzieningen als bedoeld in de eerste volzin kunnen worden getroffen of
indien terstond intredende onaanvaardbare gevolgen het treffen van
voorzieningen als bedoeld in de eerste volzin noodzakelijk maken. Het
gebruik van de bevoegdheid, bedoeld in de eerste volzin, wordt
nadrukkelijk gemotiveerd.

	2.	Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid
kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de wet, voor
zover dit nodig is voor een goede tenuitvoerlegging van een bindende
EU-rechtshandeling met betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd
Koninkrijk, of ter voorkoming van onaanvaardbare en onomkeerbare
gevolgen daarvan. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de
eerste volzin, wordt niet afgeweken van bij de Grondwet gestelde
voorschriften.

	3.	De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken
nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

	4.	Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid een structurele
afwijking van de wet betreft, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van
wet ingediend dat ertoe strekt de wet zodanig te wijzigen dat de
voorziening niet langer noodzakelijk is. 

	5.	Indien het vierde lid geen toepassing vindt ten aanzien van een
algemene maatregel van bestuur waarbij wordt afgeweken van de wet, wordt
zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken na het tot stand
komen van de algemene maatregel van bestuur een voorstel van wet tot
goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur bij de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ingediend. 

	6.	Indien een voorstel als bedoeld in het vierde of vijfde lid wordt
ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het
niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van
bestuur onverwijld ingetrokken.

	7.	Indien dit noodzakelijk is in verband met de spoedeisendheid van een
voorziening als bedoeld in het tweede lid wordt de voorziening getroffen
bij ministeriƫle regeling van Onze Minister die het aangaat. Bij de
ministeriƫle regeling, bedoeld in de eerste volzin, wordt niet
afgeweken van bij de Grondwet gestelde voorschriften.

	8.	Een krachtens het zevende lid vastgestelde ministeriƫle regeling
wordt uiterlijk de dag na de plaatsing in de Staatscourant aan beide
kamers der Staten-Generaal gezonden. Indien een van beide kamers der
Staten-Generaal bezwaar maakt tegen het voorstel, wordt de ministeriƫle
regeling binnen een week ingetrokken.

9.	Het vierde tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing
op een ministeriƫle regeling als bedoeld in het zevende lid. Indien de
voorziening die bij deze ministeriƫle regeling is getroffen een
structurele afwijking van een algemene maatregel van bestuur betreft,
wordt zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit in procedure gebracht dat
ertoe strekt de algemene maatregel van bestuur zodanig te wijzigen dat
de voorziening bij ministeriƫle regeling niet langer noodzakelijk is.

	10. Een voorziening als bedoeld in het zevende lid die geen
gelijkstelling van het Verenigd Koninkrijk met een EU-lidstaat inhoudt
voor de toepassing van een wet of algemene maatregel van bestuur,
vervalt van rechtswege indien niet binnen tien weken na de
inwerkingtreding ervan een voorstel van wet is ingediend dan wel een
ontwerpbesluit in procedure is gebracht.

ARTIKEL XI  INWERKINGTREDING

	1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	2. In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet of
onderdelen daarvan terugwerken tot en met 30 maart 2019.

	3. Aan besluiten die worden gebaseerd op een onderdeel van deze wet
waaraan ingevolge het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, kan
terugwerkende kracht worden verleend tot en met dezelfde datum.

ARTIKEL XII  CITEERTITEL

	Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Brexit.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8